Ineens dook hij daar op in de kerstboodschap van NEC: Lorenzo Davids. De oud-middenvelder van de Nijmegenaren verdween al op 27-jarige leeftijd uit de voetbalwereld. Hij belandde door het verlies van zijn dochtertje in een donkere periode, maar inmiddels probeert Davids de weg naar boven weer in te zetten.

In gesprek met Voetbal International blikte Davids eerder dit jaar terug op zijn periode als voetballer. Hij werd op de pleintjes van Amsterdam verliefd op het spelletje en wilde niks liever dan zijn oudere neef Edgar (Davids, red.) achterna. “Hij was mijn idool”, vertelt Davids. “Kijk wat hij allemaal gedaan heeft voor het voetbal. Doordat ik hem zag, wilde ik zelf nóg meer bereiken.” De neven kun je als type voetballers redelijk met elkaar vergelijken. Ze speelden beide als defensieve middenvelder, met veel loopvermogen en de vechtersmentaliteit van een pitbull. “Maar ik wilde hem niet zijn, maar mijn eigen geschiedenis schrijven.”

Via de jeugd van FC Utrecht vertrok Davids in 2006 naar zijn leeftijdsgenoten van Feyenoord. Daar kreeg hij te maken met Mario Been als trainer. Al snel werd de middenvelder bij het eerste elftal van de Rotterdammers gehaald, maar tot een echte doorbraak kwam het nooit. Been besloot hem mee te nemen naar NEC, waar het soms wel leek dat Davids voor twee speelde. Hij maakte de succesvolle Europese campagne mee en miste geen moment. “Mario hield juist van de bad guys”, weet hij nog. “Jongens die zogenaamd geen goed karakter hadden, liet hij weer opbloeien. Het geheim was dat Mario écht in ons geloofde.”

Lorenzo Davids op de kerstboodschap van NEC, groen omcirkeld.

Pesterijen bij Randers

Na NEC volgde een goede periode bij FC Augsburg, waar hij onder Jos Luhukay wedstrijden speelde tegen onder andere Robert Lewandowski, Toni Kroos, Marco Reus en Thomas Müller. Na het vertrek van Luhukay werd het uitzicht op speelminuten ook minder. Davids verkaste naar AFC Bournemouth in Engeland, maar door een enkelblessure werd dit nooit een succes. Na een half jaar vertrok hij alweer naar Randers FC uit Denemarken.

“Randers wilde me al hebben vanaf het moment dat ik bij NEC zat”, vertelt hij. Alleen na een tijdje zagen ze hem weer net zo graag vertrekken, omdat hij te zwaar op de begroting drukte. De pesterijtjes begonnen. “Van de ene op de andere dag kon ik niet meer in mijn kluisje”, herinnert hij zich. De mensen van de club deden alsof het de normaalste zaak van de wereld was en verwezen hem door naar de kleedkamer van het tweede elftal.

Het was een zware periode voor Davids, die zijn meerdere niet wilde erkennen. Anderhalf jaar lang trainde hij mee met het tweede elftal. Hij wilde de club geen enkele reden geven om hem te kunnen ontslaan. “Maar als ik dan down thuiskwam, zag ik mijn dochtertje. Dan bloeide ik gelijk weer op”, vertelt hij. Na Randers probeerde Davids in Nederland weer aan de bak te komen. Ook klopte hij aan bij NEC, maar de van de Nijmegenaren mocht hij niet eens meetrainen om zijn conditie op peil te houden.

Begin van zwarte periode

Op een dag sloeg het noodlot toe voor Davids. Zijn dochtertje werd ziek met hoofdpijn en koorts. De doktoren kwamen te laat tot de conclusie dat het ging om een hersenvliesontsteking. Een dag nadat de diagnose werd gesteld, overleed ze op vierjarige leeftijd. “Het leek wel alsof ik een film was beland.” Het is nu bijna zes jaar geleden, maar zijn ogen worden nat. “Ik dacht: Dit is mij toch niet echt overkomen? Nog altijd als er herinneringen boven komen, denk ik: Is dit echt gebeurd?”

Davids belandde in een diep gat. Zijn drang om te voetballen verdween en er was weinig tot geen vreugde te behalen voor hem uit het leven. “Ik wilde gewoon niet meer gezien worden. Ik ging nergens naartoe. Het is op een gegeven moment best wel erg geworden. Zelfmoordneigingen, dat soort dingen. Ik was gewoon de weg kwijt.” Davids zocht hulp bij meerdere psychologen. Hoewel hij keihard is gevallen, probeert hij zichzelf weer op te bouwen. Vooral voor zijn vier kinderen.

Klimmen uit het dal

Davids werd ambassadeur van Futsal Chabbab. Een project onder leiding van Saïd Achouitar, die Davids nog kende uit zijn periode bij NEC toen ze samenwerkten aan het maatschappelijke project ‘Wij staan voor de Wijk.’ Hij probeert door middel van voetbal, jongeren van de straat te halen. Davids begon met het geven van zaalvoetbaltrainingen. “Ik dacht: Hier is geen druk. Het was best een moeilijke stap voor me. Ik wilde in het begin niks met kinderen te maken hebben.” Maar inmiddels gaat het beter met hem. Samen met Achouitar en compagnon Remco Dekker zette Davids FC Peuter Profs op, voor de allerjongste pupillen.

Als volgende stap meldde Davids zich aan bij taxibedrijf Van Driel. “Ik dacht bij mezelf: Hoe kom ik hier weer bovenop? Veel stress kan ik ook gewoon nog niet aan. En rijden en beleefd zijn, dat kan ik.” Hij is veruit de jongste chauffeur bij het taxibedrijf. “Veel geld kan ik hier niet mee verdienen”, legt hij uit. “Maar het geeft me voldoening. Ik wil er iedere ochtend voor zorgen dat er vreugde in mijn bus is. Dat die kinderen zoiets hebben van: Yes! Hij komt me weer ophalen.” Iedere dag treft hij de kinderen weer in een andere toestand aan. Vanachter zijn stuur begroet hij ze altijd zo vrolijk mogelijk. “Het ene kind heeft behoefte aan een praatje. De ander komt huilend binnen. Dan ben ik daar om het kind tot rust te brengen. Dan geef ik bij zijn moeder aan dat het goedkomt en rijd ik weg.”

“Van voetballer tot iemand die als taxichauffeur werkt”, zegt hij, waarna hij een korte stilte laat vallen. “Ik ben gewoon iemand die langzaam weer omhoogklimt.” Er is heel veel veranderd, maar tegelijkertijd is hij ergens nog hetzelfde type dat hij als voetballer was. Op het veld was hij een vechter die nooit opgaf. Dat is Davids nog altijd.

Lees het hele interview met Davids op de website van VI.