Bas Dost heeft woensdagavond voor het eerst de beelden gezien van het incident wat een einde maakte aan zijn voetbalcarrière op 29 oktober 2023 tegen AZ. De voetballer vertelde in de talkshow EVA over de heftige gebeurtenis en hoe het nu met hem gaat.

Bij de aankondiging van de Eva Jinek krijgt Dost al een brok in zijn keel. Eerst heeft hij goed nieuws. Deze week was hij bij de cardioloog. “Momenteel staat het er heel goed voor. Ik heb een echo van mijn hart gehad. Ze hebben mijn kastje gecontroleerd en alles ziet er goed uit.” Daarna krijgt hij voor het eerst de beelden te zien van die verschrikkelijke avond. “Dit is heftig. Het gekke is dat ik dacht dat het veel eerder gebeurde, in de 83e minuut. Maar het was veel later, dus daaraan zie je ook dat het een en ander niet helemaal meer klopte. Je ziet ook dat er ontzettend snel gehandeld wordt, dat de spelers direct naar me toe rennen en binnen no time zie je ook twee mensen in het geel al, maar je ziet mezelf niet meer nee.”

De redders van Bas

Reden voor Dost om aan te schuiven was niet voor zichzelf, maar om de mensen die hem gered hebben in het zonnetje te zetten. Eén van die mensen is de clubarts van NEC, Jeroen Mooren. “Je ziet hem vallen, terwijl er niemand in de buurt is”, begint Mooren. “Ik zie wel vaker iemand vallen, maar dat is meestal in een duel. Nu viel hij en bleef hij ook liggen. Dat maakte dat ik dacht dat het niet goed was. Je hebt niet heel veel tijd om na te denken.” Voor Mooren was dit niet iets waar hij echt rekening mee hield. “Ik ben sportarts, dus over het algemeen heb ik gezonde mensen onder mijn hoede. Dus we worden hier wel op voorbereid, maar eigenlijk denk je vaak als je dat traint dat je het niet nodig gaat hebben. Dus wel.”

“We waren er zo snel. Ik zag dat hij niet reageerde op mijn aanspreken en dan weet je eigenlijk al dat de grootste kans is dat het iets met het hart is. Toen ben ik begonnen met de borstcompressies. Op een gegeven moment kijkt hij me aan en vraagt hij wat ik aan het doen ben.” Dost haakt in. “Gek genoeg weet ik dat dus wél weer. Ik weet nog dat je mij nog terughaalde en dat ik je echt aankeek wat je aan het doen was en dat zei ik toen ook, volgens mij. Toen stopte hij weer en ik weet nog dat ik toen weer wegzakte”, legt Dost uit. “Het feit dat hij weer wegzakte, gaf aan dat het nog steeds niet goed was”, gaat Mooren verder. “Toen hebben we ook de AED aangesloten. Vlak daarna de schok toe kunnen dienen.”

Ook de clubarts van AZ, Ingrid Paul, was snel ter plaatsen. “Als je voetbal zit te kijken als arts, kijk je niet naar het spel, maar zit je naar alle poppetjes te kijken of er iets gebeurt. Of het nou een eigen speler is of van een ander team, als er iets raars gebeurt, dan denk je: rennen. Dus ik ging rennen en gaf ook een teken dat er een scherm moest komen om neer te zetten. Ik heb eigenlijk ook nog nooit de beelden gezien en dacht dat het scherm er meteen stond, maar dat was dus niet zo. Jeroen was al aan het reanimeren, dus toen ben ik aan het hoofd gaan zitten om te kijken wat er nog meer moest gebeuren.”

De laatste herinnering

Dost kan zich gedeeltelijk nog dingen terughalen van de avond. “Het laatste wat ik me nog herinner is dat Jeroen me terughaalde met die reanimatie en dat ik aan hem vroeg wat hij aan het doen was. Het volgende moment was het een soort van ontwaken, maar dan niet je ogen open doen. De volgende fase heb je je ogen gesloten en vijf seconden later hoor je allemaal geluiden en besef je pas: ‘wow, wat is hier gaande’. Je voelt gewoon dat je terugkomt en dat is heel bizar. Het was een heerlijk gevoel, dus dat ben ik nu elke week gaan doen”, grapt hij nog.

Tekst gaat verder onder afbeelding.

Jinek vraagt door en is benieuwd hoe het een heerlijk gevoel kan zijn. “Het is gewoon heel bevredigend. Op het moment dat ik ging zitten in die wedstrijd, voor mijn gevoel ging ik namelijk zitten en ik stak mijn hand omhoog. Het blijkt dus dat ik heel raar viel, dus dat is al heel anders. Dat moment dat ik dus terugkom, deed heel goed. Ik dacht echt van: ‘Oh ik word wakker, wat lekker’. Maar dan met je ogen dicht. Toen daarna kwam alle ruis en bedacht ik me meteen dat mijn vader in het stadion zat. Dat is het eerste wat ik dacht. Anne-Fleur zit voor de tv met de kinderen, mijn moeder kijkt. Dat was het volgende. Alleen die fase ervoor. Ik denk als je het zelf hebt meegemaakt dat je me kan begrijpen, want volgens mij klinkt het best debiel.”

“Dat was een ramp. Dan doe je uiteindelijk wel je ogen open en zie je alle mensen om je heen, maar je hebt nog geen idee wat er gebeurd is. Toen wilde ik omhoog, omdat ik wilde laten weten dat het goed met me ging.” Mevrouw Paul, de clubarts van AZ gaat verder. “Dat was ook heel goed om te doen, maar niet op die manier. We hebben hem toen teruggelegd in de bak, maar we hebben wel die schermen weg laten halen. Schermen zijn goed als het fout gaat, maar als het goed gaat, mag het ook gezien worden. Ik zei nog dat hij even zijn duim moest opsteken en dat deed hij. Om toch te laten zien dat het goed was.”

Vader en toekomst

Dost werd naar binnen gebracht en zag daar zijn vader nog staan. “Ik heb gezegd dat hij naar beneden moest komen. Ik zag hem en toen was het goed. Als je vader zegt dat het goed is, dan is het goed.” Het emotioneert de oud-speler van NEC als hij daarover praat. Dan gaat het over het revalidatieproces, maar Dost wil nog even terugblikken op het moment dat hij te horen kreeg dat het weg was. “Ik zei elke keer al dat het weg was, dus mijn vrouw werd er al gek van. Het was uitgerekend op 1 april, maar toen vroeg de cardioloog aan mij hoe ik me voelde. Ik zei tegen hem dat ik dacht dat het weg was en toen bevestigde hij dat. Dat was hét moment. Wat er daarna ook zou gebeuren, dat je minder mag doen of dat het duurt totdat ze zeggen dat je echt gezond bent. Je mag weer gaan bouwen en vooruit gaan kijken. Je mag weer wild gaan doen met je kinderen.” Voordat Dost dat nieuws kreeg, mocht zijn hartslag niet boven de 100 slagen per minuut zitten. “Daar zit je snel op. Met een wandeling, zit je daar al op. Dat gaat natuurlijk nergens over. Dus wat dat betreft ben ik daar heel dankbaar voor. Dat was 1 april, een half jaar geleden. Dat is veel belangrijker dan wat daarna komt.

Hoewel de situatie verschrikkelijk was, probeert Dost positief te blijven. “Natuurlijk is het verrot en moeten we het niet kleiner maken dan het is. Zo wil ik geen afscheid nemen. Maar het is zoals het is en wees vooral dankbaar voor wat je wel hebt. Dat heb ik wel geleerd door deze hele ervaring.” Het blijkt Dost nog steeds zijn goedlachse zelf is als Jinek vraagt wat hij gaat doen als hij volledig hersteld is. “Dan ga ik sowieso die reanimatiecursus doen. Dat hoor ik nu te zeggen toch, haha.”

Foto’s: Rob Koppers & Orange Pictures