Dirk Lotgerink en Chiron Rengers zijn een leven lang NEC-supporter. In de rubriek Tikkie-Takka schrijven ze elkaar over alles wat met rood-groen-zwart te maken heeft.
Olot, Catalunya, 26-08-2025
Dag Chiron,
Ben ik gek omdat ik de wereld zie zoals ik wil dat’ie is? Een beroemde vraag van Don Quichot aan zijn maatje Sancho Panza, twee personages uit een boek dat ik liefheb. Jij vraagt mij hetzelfde omdat ik NEC als eerste laat eindigen in de poule van ForzaNEC. Toen die voorspelling online kwam, kreeg ik veel reacties. Allemaal van dezelfde strekking: ik ben gek. Of dronken, alleen vond ik dat weer niet gek. Maar wat bezielt je als supporter als je er niet vanuit gaat dat jouw club gaat winnen? Je eigen club staat toch per definitie bovenaan? Of gaat het erom dat je bij voorspellen ‘kennis van het voetbal’ laat zien? Sinds wanneer houden supporters zich daarmee bezig? Ik vind het raar dat je een competitie begint en van tevoren denkt dat je in de middenmoot gaat eindigen. Zullen we die potjes naar Heerenveen en Groningen dan even skippen? Scheelt een boel kilometers, centen en frustratie. ‘Hoe vaak is jouw positieve voorspelling uitgekomen dan!?’, vroeg een collega op kantoor, toen ik voor hem hetzelfde pleidooi hield. ‘Je moet realistischer zijn’, klonk zijn emmer ijskoud water.
Maar Chiron, wat heeft een realist te zoeken in een voetbalstadion? Op de plek waar een kind leert dat je slechts trouw kunt zijn aan één club, ga je toch geen zekerheden inbouwen en rekening houden met verlies? Doe dat lekker in je eigen tijd. Geniet, schreeuw en juich alsof je leven ervan afhangt. Wees het kind dat nog in je zit en onderga de pijn van een nederlaag. Leef! Tot het niet meer kan, worden we kampioen.
Mede daarom dacht ik er wel even tussenuit te kunnen, dus ik ben ekkes pleite. Tien dagen Catalonië, Spanje zo u wilt. Vandaag bezocht ik hier met mijn gezin het museum van Salvador Dalí, de koning van het surrealisme. Die baas met zijn puntsnor, de gast met zijn hangende klokken. Hij zei: ‘Het enige verschil tussen een gek en mij, is dat ik niet gek ben.’ Hij bedoelde dat dromen voortkomen uit een zeer bewust denkproces. Dat bevalt me best, snap je dat? Ik denk althans dat het me bevalt, want net toen ik lekker begon te zweven door al deze surrealistische shit en het rood-groen-zwarte trappenhuis van het museum besteeg, trok mijn 2-jarige zoon me terug de realiteit in: ‘Kijk papa’, schreeuwde hij. ‘Een NEC-trap!’
We worden kampioen, Chi. Forza en hup,
Dirk
