Dick Schreuder was na afloop van het gelijkspel van zijn NEC op bezoek bij Go Ahead Eagles (1-1) niet te spreken over de arbitrage. In ‘De week van de scheidsrechter’ eiste leidsman Martijn Vos de hoofdrol op. “Ik neem Philippe Sandler niks kwalijk.”

NEC leek lang af te stevenen op een belangrijke zege in Deventer, maar in de extra tijd ging het mis. “Ik vond dat we de tweede helft veel meer controle over de wedstrijd hadden, zeker na het inbrengen van Sandler, Nejasmic en Dasa”, vertelt Schreuder aan ForzaNEC. “We controleerden de wedstrijd en hadden minder moeite met de corners tegen. Bij de eerste hoekschop tegen toen Sandler erin stond, zag je gelijk dat hij in de vrije ruimte de bal kon wegkoppen. Dat misten we aan het einde.”

“Dit gelijkspel is onnodig. Ik denk dat de controle wegviel na de rode kaart die we kregen. Dat was jammer, maar ook logisch als je met tien man komt te spelen in de Adelaarshorst.”

Rood

Het kantelpunt tegen het einde van de wedstrijd was de rode kaart voor invaller Sandler. “Ik vind de rode kaart niet terecht, het was een gele kaart te veel”, aldus Schreuder. “Philippe moet misschien niet gelijk daarna in die situatie komen, omdat hij al geel heeft, maar ik neem hem niks kwalijk. Die eerste gele kaart voor tijdrekken was wat mij betreft onterecht. De arbitrage was ernaar op zoek. Bij Gonzalo (Crettaz, red.) deden ze het ook al snel. Het punt is: wij rekken helemaal geen tijd, geen enkele wedstrijd. We willen altijd in een hoog tempo spelen. En die tweede: ik zie zijn arm meegaan, maar het is geen bewuste actie.”

Tekst gaat verder onder de afbeelding.

“Dit is echt zonde, want je had de drie punten mee kunnen nemen”, schrijft de trainer uit Barneveld zijn gevoel na afloop. “We hadden de wedstrijd zakelijk kunnen winnen wat mij betreft, want als het elf tegen elf blijft is er niks aan de hand. Ik vond juist dat we het overwicht hadden, helemaal toen de drie invallers in het veld kwamen. We hadden de bal langer en hadden daardoor de controle.”

Hoekschoppen

Schreuder zag met name twee zaken die beter moeten bij zijn ploeg: het verdedigen van hoekschoppen en het spel dichterbij de zestien van de tegenstander. “Ik denk dat we in de eindfase meer hadden kunnen doen, vooral met Sami (Ouaissa, red.) en met Virgil (Misidjan, red.). Zo heeft Sami een paar keer hoog op doel geschoten, terwijl je op zo’n veld misschien beter voor een schot over de grond in de verre hoek kan gaan. Ik vond dat we in de eindfase slordig waren, maar het is niet zo dat we daardoor in de problemen kwamen. Kijk: cornerballen zijn altijd hectisch en zien er gevaarlijk uit. Daardoor lijkt het alsof je veel kansen tegen krijgt, maar het waren maar drie of vier hoekschoppen. Zij zijn daar ook erg goed in.”

“Zij hebben in de eerste helft wat kansen gehad vanuit de corners en dat deden wij slecht. Kaplan werd twee of drie keer goed geblokt, waardoor zijn man vrijkomt. Dat moeten we beter doen. Na de wissels ging dat beter. Ik weet niet of dit bij de tegengoal ook zo ging, want ik heb het pas een keer snel teruggezien. Die bal hadden we wel kunnen verdedigen, maar er stond volgens mij ook nog iemand daarachter. Je weet dat het een hectisch slot wordt en dan moeten spelers beslissingen maken die soms beter kunnen.”

Na acht duels staat NEC op een zesde plek met dertien punten op de teller. “Ik denk dat we er goed voor staan. We worden steeds fitter en het tempo gaat omhoog, daarin maken we stappen. Hopelijk wordt het de komende tijd beter en beter”, eindigt Schreuder.

Foto’s: Orange Pictures