Hij was misschien de meeste verrassende naam op het wedstrijdformulier. Dick Schreuder leek voor Kento Shiogai te kiezen als eerste spits, maar de eerste twee speelrondes van het seizoen heeft Koki Ogawa hem van gedachten veranderd. De 28-jarige Japanner vertelt aan ForzaNEC over de terugkeer van Tjaronn Chery en de concurrentiestrijd in de spits. “Misschien dat er per wedstrijd gekeken wordt wie de beste optie is, maar voor het doel ben ik de beste.”

De Koki Ogawa binnen en buiten de lijnen is een wereld van verschil. Na de wedstrijd loopt hij steevast naar de hoek van het Goffertstadion, waar zijn vrouw en kinderen zitten. Liefelijk en met een grote glimlach zwaait hij naar ze. De spits is kalm, maar daar was even daarvoor geen sprake van. Hij sleurde erop los in de Nijmeegse aanval en vocht vele duels uit met zijn tegenstander. “Het was een moeilijke wedstrijd voor ons. Zij spelen hard en veel in de duels. Gelukkig scoorden we vroeg in de wedstrijd.”

Tegen NAC zag De Goffert zelfs een kant van de Japanner die niet eerder zichtbaar was. Furieus sprintte hij naar scheidsrechter Bas Nijhuis omdat hij een penalty wilde hebben. Achteraf kan Ogawa er wel om lachen. “De scheidsrechter was met de VAR bezig en ik dacht echt dat het om de situatie met mij ging. Ze keken dus naar buitenspel. Ik vond dat ik een penalty moest hebben, maar we hebben 3-0 gewonnen, dus het is niet erg.”

Terugkerende Chery

Toch was de spits niet helemaal tevreden. Hijzelf scoorde namelijk niet. “Als een spits niet scoort, dan zijn de gevoelens toch iets minder. Het is niet fijn, maar het belangrijkste is dat we drie punten hebben gepakt. Vandaag was wat doelpunten betreft niet mijn dag. De eerste wedstrijd van het seizoen was dat wel het geval. Volgens mij had ik drie kansen om te scoren, voornamelijk met het hoofd. Het belangrijkste is dat je daar bent als spits. Ik vind dat ik had moeten scoren, maar nu moet ik mij weer klaarmaken voor de volgende wedstrijd.”

Ogawa geniet van het nieuwe NEC, met achter hem de terugkerende Tjaronn Chery. “Tjaronn speelde natuurlijk twee seizoenen geleden ook bij NEC. Dat seizoen scoorde ik veel doelpunten, mede dankzij hem. Hij helpt mij veel op het veld. Ik ben blij dat hij terug is.” Ook het nieuwe aanvallende spel kan de spits wel bekoren. “Het is een groot verschil met de vorige trainer. Ik heb een goede relatie met allebei, maar onder Schreuder werken we hard. We leren veel en moeten ook veel mee terug sprinten. Als spits krijg je wel extra kansen, dus dat is top. Dan moet je er wel zijn, anders gaat de bal er niet in.”

Drukte in de spits

Met vier spitsen, al speelt Bryan Linssen meer vanaf de linkerkant, is het druk in de Nijmeegse voorhoede. “Het zijn er best veel hè”, lacht Ogawa. “Ze zijn allemaal goed. Kento (Shiogai, red.) is erg snel en Youssef (El Kachati, red.) brengt veel energie. Ik vind dat ik voor de goal de beste ben. Eigenlijk is daar geen twijfel over en in die situaties ben ik ook heel zelfverzekerd. Elke speler heeft zijn eigen kwaliteiten, daardoor is het ook competitief. Dat is een goede situatie voor de club. Misschien dat er per wedstrijd gekeken wordt wie de beste optie is, maar voor het doel ben ik de beste.”

De vraag wie de eerste spits in Nijmegen moet zijn zal nog wel even blijven rondgaan. Een luxeprobleem voor Schreuder, maar Ogawa twijfelt er niet aan. “Ik geloof altijd dat ik de beste spits ben, bijvoorbeeld ook bij het Japanse nationale elftal. De keuze ligt echter niet bij mij, maar bij de trainer.”

Foto: Rob Koppers