In de rubriek NEC goes international worden de archieven afgestoft op zoek naar bijzondere NEC-profvoetballers uit een bepaald land. Vandaag het land van Ceaucescu, Gheorghe Hagi en Nadia Comaneci: Roemenië. Dit wordt een korte aflevering want het is er maar één: Mihai Roman.

Roman kwam in de zomer van 2015 op 23-jarige leeftijd naar NEC. De spits had er toen al 97 competitiewedstrijden opzitten op het hoogste Roemeense profniveau waarin hij 26 keer doel had getroffen. Met name in het seizoen 2014/15 bij Pandurii Târgu Jiu draaide Roman goed met zestien goals in 32 wedstrijden. De 1,90 meter lange aanvaller stond bekend als groot en sterk en had zijn debuut al gemaakt in het Roemeense nationale elftal. NEC zag het wel zitten in de spits, betaalde naar verluidt 800.000 euro voor hem en bood hem een driejarig contract aan.

Helaas kon Roman de verwachtingen niet waarmaken. Enerzijds had hij de pech dat Christian Santos het in de spits heel goed deed met zestien goals in 30 competitiewedstrijden, anderzijds waren er ook wel twijfels of de Roemeen het Eredivisieniveau, als hij de kans kreeg, aan kon. Daarnaast miste hij de nodige wedstrijden door een blessure. In dertien competitiewedstrijden was hij elf keer invaller, werd hij één keer als basisspeler gewisseld en maakte hij maar één keer de 90 minuten vol. In de 358 minuten speeltijd die hij kreeg scoorde hij slechts één keer. Het was de 2-0 in De Goffert tegen SC Cambuur op 17 april 2016.

Het doelpunt van Roman vind je vanaf minuut 4 in onderstaande video. Tekst gaat verder onder het filmpje.

Het seizoen daarop werd Roman uitgeleend aan Maccabi Petah Tikva in Israël wat een matig succes werd. NEC wist genoeg en toen Universitatea Craiova met een mooi bod kwam hapte de club uit Nijmegen toe. Roman keerde terug naar Roemenië waar hij tot vorig jaar bij diverse clubs op het hoogste profniveau speelde. In geen van die seizoenen kwam de spits qua doelpunten in de dubbele cijfers, dus een echte topper is hij niet geworden. Wel kwam hij tot twee interlands voor zijn vaderland, maar dat was al in 2015.

Foto: Rob Koppers