Na tien wedstrijden in de Eredivisie heeft de jonge vleugelaanvaller Başar Önal het net nog niet weten te vinden. Ook tegen Almere kreeg de international van Jong Turkije een grote kans toen hij oog in oog stond met de doelman van de thuisploeg, Nordin Bakker. “Of het dan in mijn hoofd zit? Misschien een beetje onbewust”, geeft hij toe.

Önal zag in de eerste helft nog een assist van hem op Ogawa afgekeurd worden. “We veroverden de bal en wisten dat er aan de zijkant veel ruimte was. Ik kreeg de bal ingespeeld van Mees (Hoedemakers, red.), dan moet ik mijn kwaliteit laten zien. Ik ging naar binnen en gaf een voorzet. Er is uiteindelijk veel naar gekeken, maar ik heb het zelf nog niet teruggezien. Ik hoorde net dat er geen lijnen werden getrokken. Dat vind ik op zich wel vreemd; die technologie hebben we volgens mij wel. Maar wat me vooral dwarszit, is dat we onze kansen niet afmaken.”

Mentaal dingetje

“Ik heb wel vertrouwen in mezelf, alleen ik heb niet gescoord. Als aanvaller moet je gewoon scoren. Uiteindelijk belonen we ons niet met de kansen en dan is er niets vervelender dan niet scoren. Maar los daarvan had ik die kans gewoon moeten maken. Ik weet dat ik het kan en dat maakt het extra frustrerend.”

“Ik denk na iedere actie direct: wat had ik beter kunnen doen? Ik had naar binnen moeten gaan; er was geen verdediger en dan kon ik ook langs de keeper. Dat was beter geweest dan dit”, voegt de twintigjarige, die afgelopen zomer voor 1 miljoen euro overkwam, eraan toe.

Ook trainer Rogier Meijer zag dat Önal zijn kans niet afmaakte, maar is niet bang dat het een ‘mentaal dingetje’ gaat worden. “Als Koki (Ogawa) hem binnenkopt, dan heeft Önal ook een assist. Dat zou hem dan weer een duwtje in de goede richting geven. Natuurlijk voel je dat bij aanvallers, want zij willen over dat drempeltje heen. Maar dat is helaas niet gebeurd.”

Foto: Orange Pictures