Jong NEC won maandagavond van FC Den Bosch met 5-0. Een mooi resultaat voor Wim Rip, die als coach steeds een persoonlijke oorlog moet zien te winnen.
Wonder boven wonder had hij het elftal gisteravond – in vergelijking met het competitieduel van een week geleden tegen Jong Ajax – maar op twee plaatsen hoeven te wijzigen. "Mitchell Burgzorg voor Niels Wellenberg en Shapoul Ali voor Joël Tshibamba", haalde Wim Rip de opstelling terug. Na de 2-0 zege in Amsterdam kon de coach van Jong NEC weer een zege bijschrijven: 5-0 in de bekerwedstrijd tegen Jong FC Den Bosch.
"Bij ‘Jong’ is elke wedstrijd weer anders", doceerde Rip. "Soms moet ik het elftal in vergelijking met een week eerder op zeven, acht posities veranderen. Als er bij de selectie blessures vallen, spelers voor interlands weg zijn of verhuurd worden, heeft dat gevolgen voor mijn elftal. Tegelijkertijd biedt het kansen voor de jongens die weinig aan spelen toekomen."
Gisteravond had Rip met Patrick Pothuizen en Rutger Worm nog twee spelers over die echt het klappen van de zweep kennen. De laatste liet met briljante passes bij vlagen zien dat hij een echte ‘nummer tien’ is, de eerste oogste vooral bewondering omdat hij zich op 37-jarige leeftijd nog moeiteloos staande houdt tussen de jonkies.
"Patrick regelt het hele elftal", wist Rip. "Zijn input is enorm belangrijk. Hij vertelt de middenvelders hoe ze moeten lopen, de verdedigers hoe ze moeten staan. Op een een gegeven moment was hij zelfs Jasper, de doelman, aan het coachen. Die begon ietwat nerveus aan de wedstrijd. ‘Rustig schieten, Jasper’, zei hij bij een terugspeelbal. En gelijk een compliment geven als het goed ging, hè. Zo belangrijk. Je zag Jasper groeien."
Twee weken geleden werd de coach van Jong NEC nog geroemd door Joël Thsibamba. De aanvaller, inmiddels verhuurd aan FC Oss, stipte even aan dat Wim Rip hem weer op de rails had gekregen nadat hij door Dwight Lodeweges uit de selectie was gezet.
"Management is in mijn vak heel belangrijk", reageerde Rip. "Als coach krijg ik voor tachtig procent te maken met teleurgestelde spelers. Ik moet ze duidelijk maken dat ze juist in dit elftal de kans krijgen om het te laten zien. Tegen Joël heb ik gezegd dat hij moest opvallen door zijn goals en het verdedigen. Dat laatste is niet zo gelukt. Dat eerste juist wel. En nu moet hij het laten zien bij FC Oss. Ik voel het elke keer weer als een persoonlijke oorlog die ik moet winnen. Maar dat maakt het overigens wel tot een leuk uitdagend baantje, hoor."
Bron: De Gelderlander