“Er verschijnen weer een boel cynische columns, de laatste dagen. Jij twitterde er straks ook nog eentje", zegt algemeen directeur van NEC Bart van Ingen. Hij verwijst naar een column op NU.nl, waarin Edwin Struis heimwee heeft naar het oude NEC. “Het wordt inderdaad niet meer zoals het vroeger was. Ook niet bij NEC. Er is sprake van een nieuwe realiteit.” 

We hebben afgesproken op het kantoor van Futuralis, het bedrijf dat samen met NEC verantwoordelijk is voor de samenstelling van de selectie. Van Ingen heeft exact een uur voor me. Voordat we gaan praten, heeft hij zich omgekleed. “Ik moet zo even sporten, want anders ben ik alleen maar met voetbal bezig. En vanavond doe ik even helemaal niks.” Van Ingen staat me in sporttenue te woord en wil met me praten over nieuwe realiteit. De nieuwe realiteit is de tijd waarin NEC na een onvermijdelijke degradatie en een triomfantelijk kampioenschap zijn rentree heeft gemaakt op het hoogste niveau. 

“De realiteit is dat we geruime tijd financieel boven boven onze stand hebben geleefd. We zitten nu in categorie 1, we hebben een begroting van 11 miljoen euro en met dat potje geld kunnen we doen wat er nu staat.” Van Ingen heeft best begrip voor het feit dat er met weemoed wordt gekeken naar Europese successen en playoffs voor Europees voetbal, maar benadrukt nog maar eens dat de degradatie een enorme impact heeft gehad op de hele organisatie. “Die tijd is echt voorbij.”

Onder curatele

Van Ingen wil graag uitleggen wat er is veranderd: “We hebben een omzetnorm en daar past deze exploitatie bij. We willen nu eenmaal niet met een exploitatietekort werken.” Geen geld uitgeven wat er niet is, dus. Van Ingen heeft geen keus: het is de keiharde realiteit voor een club met een categorie-1-status. “Ik mag geen transfergeld uitgeven, als er geen 150 procent dekking voor is. Ook als je je personeelsbudget overschrijdt, moet daar een dekking van 150 procent tegenover staan. Het is geen luxe: we staan gewoon onder curatele. De nieuwe realiteit is dat we met een ‘neutrale exploitatie’ werken.”

Van Ingen noemt als voorbeeld de transfer van Bram Nuytinck. “Dat was nodig om een gat in de exploitatie te dichten. Nu keren we het om: we beginnen met een kleiner voetbalbudget. En als we een transfer doen, kunnen we – met de hulp van de investeerders – een transfer doen. Dat is de nieuwe werkelijkheid.”

Herinvesteren in het fundament

Ook bij supporters dringt de nieuwe realiteit mondjesmaat door. Van Ingen, een actief twitteraar, deelt veel over zijn activiteiten met zijn achterban, maar dat neemt niet weg dat supporters een uitgesproken mening hebben. Is Van Ingen in staat het vrij zakelijke verhaal over de nieuwe realiteit uit te leggen aan de supporters, die met name in nieuwe spelers geïnteresseerd zijn? 

“Ik denk dat we met spelers als Limbombe, Bikel, Sleegers, Golla en Emilsson hebben laten zien dat we creatief kunnen zijn. Het zijn jonge spelers met een groot potentieel.” Van Ingen verklaart. “Het plan is dus om eerst de exploitatie op orde te hebben, daarna het kapitaal op het veld te krijgen en daarna winstgevende transfers te doen, om dat tot slot te kunnen herinvesteren in het fundament van je club. Dat proces gaat stapje voor stapje.” 

Plan 14-17, de toekomstvisie van Van Ingen, is duidelijk. De eerste stap was het kampioenschap van de Jupiler League en de promotie. Stap twee is handhaving in de eredivisie, om daarna ‘challenger linkerrijtje’ te worden. “Dat betekent niet direct een plek in het linkerrijtje, maar een potentiële uitdager van clubs in het linkerrijtje. Tegen het linkerrijtje aanzitten, dus.” 

Over het soort spelers dat de club aantrekt, is Van Ingen duidelijk. “We kunnen nu geen gearriveerde spelers halen. Die salariseis is voor NEC eenvoudig te hoog. We halen spelers met potentie. Dus spelers als Tom Beugelsdijk, Wout Brama en Demy de Zeeuw zijn niet haalbaar: dat past niet in ons salarishuis.”

Nederlandse spelers
NEC degradeerde uit de eredivisie met een ‘vreemdelingenlegioen’: het is nog steeds een dreigend schrikbeeld van menig NEC-supporter. Ook op bestuursniveau was duidelijk dat die situatie niet meer wenselijk was. Het profiel van de NEC-speler was Nederlandstalig en gedreven om in Nijmegen te mogen voetballen. Dat dit profiel nog steeds wordt gehanteerd, is niet bij iedereen duidelijk. Niet alleen Johan Derksen nam het woord ‘vreemdelingenlegioen’ in de mond, ook menig supporter is bevreesd voor een scenario waarin de spelers op het veld elkaar niet kunnen verstaan. 

Van Ingen bestrijdt dat beeld: “75 procent van wat we nu hebben staan, met Ritzmaier, Sleegers en Woudenberg erbij, is Nederlandstalig. Het is onmogelijk alleen maar jongens uit Nederland in je selectie te hebben.” We gaan het rijtje langs: Smits, Van Eijden, Buysse, Leiwakabessy, Woudenberg, Bikel, Foor, Daemen, Breinburg, Ritzmaier, Sleegers, Limbombe, Rayhi, Grot. “Ze spreken allemaal Nederlands, maar dán willen supporters weer dat ze Janssen heten. Limbombe heet geen Janssen en Bikel heeft geen Frederiks. Daar kan ik niks aan doen, maar van de 23 spelers zijn er vijftien Nederlandstalig.” 

Van Ingen heeft, samen met Futuralis, voor elke positie eerst twee of drie Nederlandse opties besproken. “Maar dan is de transfersom te hoog of de salarisvoorwaarden zijn te hoog. Dan zijn er in het buitenland gewoon soms betere opties.”

Samen beter

Futuralis Football Company: het adviesbureau van Johan Hansma en Roderik van Kerkhof is sinds de degradatie van NEC de vaste partner voor het bepalen van het technische beleid. Van Ingen prijst het vermogen van het bureau om een groter perspectief op te markt hebben. “Ze werken wereldwijd met 30 scouts en daarmee hebben ze een bredere blik dan wij alleen.” Het uitbesteden van het technisch beleid, maakt dat ook deel uit van de ‘nieuwe realiteit’?

“Als we het samen met een ander beter kunnen dan alleen, dan moeten we dat ook doen. Let op: we doen het sámen met een ander, het is niet dóór een ander.” Bij het bekend worden van deze samenwerking vreesden supporters voor de identiteit van NEC. “Je moet wel drie of vier mensen hebben die van bovenaf strak sturing geven aan de visie en de identiteit van je club. Maar als je samen ook verdienmodellen hebt – als wij succesvol zijn, zijn zij het ook – dan is er ook een positieve wederzijdse afhankelijkheid. Uiteindelijk ben ik voorzitter van het technisch hart, het overleg dat beslist over de aankopen. Voetbaltechnisch is er dan al door veertien man naar gekeken.”

Supporters zijn kritisch, verwachtingsvol en ongeduldig. Wanneer je de sociale media volgt, laaien de discussie soms zo hoog op, dat je haast zou vergeten dat het over dezelfde club gaat. Van Ingen ziet dat ook. “Het gegeven van ons transparant beleid is dat er meer onderlinge dialoog tot stand komt. Ik heb laatst wel getwitterd dat ik respect wel heel belangrijk vind. Scheldwoorden horen daar niet bij. Maar vergeet niet: ik ben net zo supporter als degene die mij op Twitter aanspreekt. Ik wil óók dat het deze club goed gaat.”

Houdbaarheid

Van Ingen is al sinds 2012 verbonden aan NEC. Eerst als commercieel directeur, later als directeur algemene zaken en momenteel al weer even als algemeen directeur. Wat is de toekomst van Bart van Ingen bij NEC?

“Voor mij speelt perspectief voor de club een heel belangrijke rol. Als we aan het einde van het plan ‘14-’17 komen en de club is exploitabel, omdat we kapitaal op het veld hebben staan en we hebben een groot gedeelte van onze schulden afgelost, dan moet er voor mij wel een nieuw perspectief komen. Ik ben nu ook al bezig met het vervolgplan: het plan ‘16-’19: daarin moeten we opnieuw naar de toekomst gaan kijken. Het stadion De Goffert speelt daar een heel belangrijke rol in, ook voor mijzelf. De enige situatie waarbij ik nog een langere periode aan de club verbonden wil blijven, is als we het perspectief krijgen om het stadion te gaan renoveren. Anders is het misschien tijd voor iemand anders. Een goed bestuurder overziet ook zijn eigen houdbaarheid.” 

De betrokkenheid van Van Ingen staat wat hem betreft los van de rol die hij vervult. Hij sluit een andere bestuurstaak binnen NEC niet uit, mocht Van Ingen de voetballerij verlaten. “Ik vind dat Nijmegen en NEC meer verdienen dan wat onze mogelijkheden ons nu geven.”