NEC kondigt maandag aan met welke trainers er komend seizoen gewerkt gaat worden. De keuze van de Nijmeegse club om voor een interne oplossing te gaan is gewaagd en toont aan hoe NEC er op de achtergrond aan toe is. Het doorschuiven van trainers uit de jeugd lijkt vooral een nieuwe stap richting het worden van een vaste Eerstedivisionist.
Algemeen directeur Wilco van Schaik sprak maanden met de aandeelhouders, investeerders, de raad van commissarissen en het Stak om te bepalen welke koers NEC komend seizoen zou gaan varen. Een nieuw jaar in de Eerste Divisie is niet alleen sportief, maar ook financieel een dreun voor de Nijmegenaren. Net als afgelopen seizoen zou de hulp van de investeerders nodig zijn om – qua budget – mee te doen om de bovenste plekken. De vraag was of de investeerders zin hadden om opnieuw bij te springen.
Want het plan dat nu is neergelegd door NEC is niet nieuw. Technisch directeur Remco Oversier repte vlak na het seizoen 2017/18 al over het inzetten op eigen jeugd met slechts een paar aankopen, die dan wel echt kwaliteit zouden toevoegen. De investeerders besloten toen echter alsnog voor een kapitaalsinjectie te zorgen, waarna Oversier zijn gang kon gaan en onder andere de peperdure Rens van Eijden, Brahim Darri en Joey van den Berg binnenhaalde. De keuzes van toen hangen nu nog als een molensteen om de nek van de club. Jeugdspelers als Anthony Musaba, Bart van Rooij en Niek Hoogveld debuteerden wel, maar buiten Ole Romeny deed geen enkele zelf opgeleide speler afgelopen seizoen regelmatig mee.
Foto’s: Rob Koppers