Stijn van Gassel mocht in de beker onder de lat staan bij NEC. De doelman had liever een andere uitslag op het bord gezien, maar was vanzelfsprekend erg blij met de overwinning van de Nijmegenaren op PEC Zwolle. Met een fantastische redding en een voorassist speelde hij zelf een prima pot. “Je kent het lot van een keeper. Het is fantastisch of er is iets anders gebeurd. Ik ken beide kanten van de medaille.”

“We begonnen slapjes, of nou ja slapjes: we spelen gewoon geen goede eerste helft”, verbetert Van Gassel zichzelf meteen in zijn analyse tegenover ForzaNEC. “We moesten de hele tijd achter hen aan, wonnen weinig duels en veroverden weinig tweede ballen. In de rust zijn er aardige woorden gevallen, op een goede, duidelijke manier. We weten dat we een fantastisch team zijn. Je speelt voor de beker, het is één wedstrijd en dan zul je het moeten laten zien. Zwolle was ook niet denderend en wij gaan mee in hun niveau. Daardoor waren wij ondermaats. Dat was moeilijk.”

Iván Márquez

Na rust speelde NEC wat beter en kwam er ook wat meer pit in de ploeg. “De tweede helft begin je goed, ben je sterk en kom je goed op 1-1. Maar ja, daarna krijg je ‘m toch ongelukkig tegen”, verzucht de doelman. “Uit het niets eigenlijk. Dan zie je aan het team dat jongens opstaan met bepaalde bravoure. Iván (Márquez, red.) bedoel ik dan vooral. Voor een tegenstander is het verschrikkelijk en ik heb weleens aan die andere kant gestaan. Hij heeft een bepaalde klasse daarin: als het voetballend even niet gaat, dan moet het op een andere manier. Hoe erg dat ook is. Wij worden daar sterker van en krijgen meer pit in de ploeg. Wat hij doet zie je niet veel, helemaal in Nederland. Soms mag het wat meer, maar het moet niet overdreven worden. Hij is een fantastisch voorbeeld op hoe je ook op een andere manier in zo’n wedstrijd kan komen.”

Ondanks de zinderende zege baalde de 28-jarige doelman stiekem toch een beetje van de uitslag. “Volgens mij hebben we vier ballen op het doel gehad. Eentje pak ik en drie goals. Die redding was wel echt een mooi en fijn moment. Dat is ook belangrijk als keeper. Er zat een behoorlijke zwabber aan, dus het was best een moeilijke bal. Gelukkig net niet moeilijk genoeg.” Ook was hij belangrijk bij de 3-2. “Een lange bal van mij wordt verlengd en Kento (Shiogai, red.) schiet echt fantastisch binnen. Dat is voor mij ook lekker.”

Tekst gaat verder onder de afbeelding.

Aan de andere kant van het veld stond collega-doelman Jasper Schendelaar. Hij had een mindere avond. “Je kent het lot van een keeper. Het is fantastisch of er is iets anders gebeurd. Ik ken beide kanten van de medaille. Net sprak ik hem nog even. Ik heb er ook gestaan en dat hoort helaas bij het vak van de keeper. Je balanceert op een dunne draad. De ene week ben je de held en de andere week de schlemiel. Daar heb je mee te dealen. Als ik dat zie ben ik blij omdat we scoren, maar ik leef wel met hem mee. Voor hem is dat zuur.”

Penalty’s

Zeker na de 2-2 dacht Van Gassel al even aan penalty’s. Die kwamen er (gelukkig) niet meer, op eentje na. “We hadden veel namen op de bidon staan, maar hij toch niet haha”, lacht Van Gassel. “Hij schiet ‘m goed binnen, maar als keeper wil je belangrijk zijn. Soms spookt door je hoofd na die 2-2 dat het penalty’s kunnen worden. Het is lekkerder om zo te winnen. Als ik van te voren weet hoe het eindigt, wil ik misschien best naar penalty’s gaan”, knipoogt de doelman. “Het liefst win je na 90 minuten. Het is een loterij. Als de penalty’s goed worden geschoten ben je kansloos als keeper.”

Na de teleurstellende nederlaag bij Almere City kan NEC zich nu opmaken voor een thuisduel tegen FC Groningen. “Het is fijn om zo te winnen. Dit geeft een boost richting zondag.” Dan zal Robin Roefs waarschijnlijk gewoon weer onder de lat staan, weet ook Van Gassel. “Daar heb ik mee te dealen. Ik ken mijn plek en ik vecht er elke dag voor. De momenten zijn schaars en ik heb er nu al drie gehad. Ik weet waar ik aan moet werken en blijf positief. Ik weet wat ik kan en geef elke dag 120%. Robin zal het me moeilijk maken, maar we hebben een goede band. Er wordt niet aan stoelpoten gezaagd, zo ben ik niet.”

Foto’s: Orange Pictures en Rob Koppers