Afgelopen week kregen wij van een ‘supporters’-site van de noorderburen het verzoek om te komen tot een gezamenlijke voorbeschouwing voor de derby aanstaande zondag. Natuurlijk keuren we bij ForzaNEC.nl elk vernielend en gewelddadig gedrag af, maar om nou ‘tot samenwerking te komen’, zoals de verzoeker schrijft, is weer de geheel andere kant van het spectrum. Iemand die dat in zijn hoofd haalt, die heeft het gevoel van een derby totaal niet begrepen.  Afgelopen zondag kwam ik erachter dat ik wel iets ‘in common’ heb met Alexander Büttner. In ieder geval meer dan gedacht. In zijn afscheidsspeech liet de linksback weten dat hij rillingen krijgt van zijn voormalig werkgever. Nou, Alexander: rillingen krijg ik ook van die club. En, zoals vanouds, worden die rillingen in aanloop naar de derby alleen maar erger.
Na het statement van vorige week van beide clubs wisten de geel-zwarten niet hoe snel ze alweer moesten gaan vinger wijzen. De Supportersvereniging vond het nodig om direct te laten weten dat hiermee hun eigen supporters onevenredig zwaar werden gestraft. Hiermee liet het bestuur van de vereniging zien, last te hebben van een zeer selectief geheugen. De doorgesneden keel van de op geldbeluste Bony, het ‘moonen’ van Griezelbus-lezer Velthuizen, de middelvingers van Van Ginkel en Büttner praten niets goed. Ook de muziek uit de geluidsinstallatie was op zijn minst onfatsoenlijk te noemen; dat het wangedrag van enkele NEC’ers echter uit het niets kwam, is compleet uit de lucht gegrepen. Maar goed, wijzen naar wat fout gaat bij de tegenstander, is natuurlijk makkelijker dan de hand in eigen boezem steken.
Waar drie jaar geleden Maasbert Schouten nog zichzelf verloor in zijn eigen opwinding, zo beginnen de supporters inmiddels zelf te geloven in het sprookje. En wat zijn ze trots op de zelfopgeleide kern van het team. Want, wat iedereen ook zegt, een vreemdelingenlegioen zijn ze niet. Integendeel! Clubicoon Janssen verliet voor een paar stuivers meer het oude nest om FC Twente te versterken en besloot niet om in het project Jordania te stappen om nog wat meer geld bij Ajax te kunnen verdienen. Pas toen hij bij de landskampioen op een zijspoor raakte, wilde hij zijn liefde weer betuigen. Om over Velthuizen nog maar te zwijgen. De reservebank in de Primera Division lonkte en dan is het tijd om te gaan. De rest van het team bestaat, op de eerdergenoemde Van Ginkel na, uit vreemdelingen die niets, maar dan ook niets, met het geel-zwarte tenue hebben.  Wekelijks wordt er door de supporters groter uitgepakt om Bony tot een langer verblijf te verleiden, maar ook in de Gelderse hoofdstad (Diederik en Mark, wellicht een mooi moment om dat te veranderen met de provinciale herindeling!) leert men dat een kampioenschap misschien te koop is, maar clubliefde zeker niet. De eenzijdige liefde tussen Bony en ‘zijn’ supporters houdt namelijk op aankomende winter.
In dat opzicht mogen wij Carlos Aalbers dankbaar zijn. Clubliefde bestaat immers slechts op het allerhoogste niveau, maar Aalbers haalde wel spelers die het NEC-shirt waardig zijn. Heldenverering zijn we in Nijmegen te nuchter en nuilerig voor. Een levensgroot spandoek voor een spits die wekelijks laat weten weg te willen, komt er in de Goffert niet in. Sterker nog, diegene die een dergelijk plan oppert wordt waarschijnlijk zelf voor de wedstrijd opgetakeld door de jongens van Legio Noviomagum. Creativiteit kan hen immers niet ontzegd worden, want (in tegenstelling tot de minder fanatieke schreeuwers in het noorden) weigeren zij tweewekelijks hetzelfde doek te laten zien.
En dan mogen onze spitsen van mindere kwaliteit zijn, onze middenvelders nog niet aansluiten bij Oranje of onze verdedigers niet van Chelsea zijn. Ik ben wel trots op die jongens, omdat ze laten zien het NEC-shirt met waardigheid te dragen. Herinnert u zich nog de verbeten kop van Rens van Eijden in een opstootje vlak voor de 0-1 van Leroy? Herinnert u zich de uitzinnige Conboy voor het uitvak die speelde alsof het zijn allerlaatste wedstrijd ooit was? Herinnert u zich Bram Nuytinck die terugkwam om zijn supportershart te laten spreken en de meegereisde Nijmegenaren toezong? Of herinnert u zich Gabor Babos die als ware aanvoerder het rookverbod overtrad? Echter, je kan alleen waardig winnen als je ook waardig kan verliezen. Het welgemeende applaus na afloop van het play-off duel in de grootste fabriekshal van Nederland voor een meer dan prima seizoen richting de spelers en de verontschuldigende gebaren van Navarone Foor na de wedstrijd om zijn rode kaart zijn hiervan maar kleine voorbeelden. Daarom ben ik toen trots naar huis gegaan. Trots op NEC, trots op Nijmegen, trots op een club met een eigen hart en ziel.

P.S. Onbedoeld heb ik vast alle vragen van de ‘onafhankelijke website over de voetbalclub (…)’ beantwoord. En mocht je dit stuk, als teken van onze samenwerking, integraal willen plaatsen op het ‘online platform van fans voor fans’, dan juich ik dat zeer toe. Spelers kennen immers geen clubliefde, maar als je tot een gezamenlijke voorbeschouwing wil komen, dan betwijfel ik of het verschil tussen toeschouwer en supporter je wel duidelijk is. Een blik op jullie prestatiecurve en de toeschouwersaantallen zeggen mij voldoende. Een beetje onderwijs in clubliefde kan dan ook geen kwaad.