In Tikkie-Takka schrijven Dirk en Chiron elkaar wekelijks over hun liefde voor Nijmegen, NEC en alles daaromheen. Met een vrolijke noot en sarcastische blik sparen ze niemand, laat staan elkaar. Ze delen één gevoel: zelfs vier jaar ploeteren in Eerste Divisie is geen reden om niet meer van het rood-groen-zwart te houden.

Oeh-Ah-Lotgerink, say Oeh-Ah Lotgerink!

Zo schalde het regelmatig over de gangen in onze studentenkamers. Soms als je met FIFA eens scoorde, vaker wanneer je binnenkwam met een kratje pils of besloot toch maar mee te gaan de kroeg in. Vroeger. Toen je nog de kroeg in mocht. Of nog verder vroeger, toen Leen Looijen nog onze technisch directeur was. TD, zo je wil. Ik heb hem nog een paar keer mogen interviewen, maar was toen als broekie al niet echt onder de indruk van hem. Ooit sprak hij de legendarische woorden tegen me: ‘zoals jullie weten, praat ik altijd met een condoom om’. Dankzij Leen wisten we bij ForzaNEC in die tijd altijd als eerste welke spelers er gehaald werden. Dat condoom was dus lek, zelfs nog ruim na zijn zestigste, want toen verscheen er nog een Looijen junior.

Onlangs kwam hij weer in het nieuws. Looijen. De man die zijn voornaam kreeg omdat hij voornamelijk spelers wist te huren. Nauwelijks wisten we geld te verdienen aan transfers in zijn gehele periode als TD. Pas onder Carlos Aalbers leerde NEC de markt te bespelen en kwam er serieus geld in het Nijmeegse laatje. Geld dat allang weer was uitgegeven onder het oog van huidige betweters op social media, maar dat terzijde. Grootste wapenfeiten van Looijen in de tussentijd waren het schrijven van een opendeurenboek (van verliezen leer je winnen) en een voetbalthriller (het geheim van voetbalmoeders). Als je op bol.com één van deze boeken bestelt, krijg je de ander gratis én geld toe. Dat niveau.

Maar goed, Leen was weer in het nieuws. Want Leen heeft een voor velen interessant plekje in de RvC en is belast met technische zaken. In het stuk van Dominique Pichel liet Looijen weten iemand te zoeken die “het jaren wil doen, gepokt en gemazeld is en veel voetbalkennis en een groot netwerk heeft”. Ruim 25 man heeft Looijen gesproken. En hoe graag ik ook wil, beste Dirk, ik krijg één vraag niet uit mijn hoofd. Voor welke vacature ter wereld kun je 25 man op gesprek laten komen die én zelf willen én op basis van hun cv niet al afvallen? Als mijn recruiter morgen belt met de vraag of ik de komende weken tijd kan maken om 25 kandidaten te spreken, dan wens ik hem sterkte en dan mag hij terugkomen als hij de drie beste geïnteresseerden over heeft.

Maar wat gaat hier dan mis? Het is een ziekte die in de voetballerij rondwaart. Ik noem het pluche-obesitas. Eenmaal een plekje in de voetballerij bemachtigd, smaakt de macht en het aanzien telkens naar meer en uiteindelijk gaan de meeste liever vretend ten onder ‘in the picture’ dan dat ze bloeien in de anonimiteit. In geen enkele bedrijfstak kun je met zo weinig kwaliteit, zo veel publiciteit vergaren als in de voetballerij. De omzet van een dorpssupermarkt, maar de exposure van een multinational. NEC is absoluut geen uitzondering, integendeel. Bij Ajax spreken ze over de vijfde colonne, bij NEC durf ik niet te gaan tellen. Van commissarissen tot sollicitanten, van praatgrage bestuurders tot groepjesgeile supporters en van gekrenkte clubiconen tot persboycottende spelers, één ding kunnen we van Leen leren: als je niet in het belang van NEC praat, kun je beter een condoom over je hoofd doen.

Bekijk hier alle eerdere edities van Tikkie-Takka.