Vlak na de wedstrijd tegen De Graafschap baalt Rick ten Voorde nog altijd van zijn gemiste kans, vroeg in het duel. “Ik zag de keeper naar voren komen dus toen kwam meteen in me op om de bal te stiften”, doelt Ten Voorde op zijn kans in de elfde minuut. “Ondanks het inkomen van Fränkel krijg ik em toch nog op goal. Balen dat-ie er dan niet invalt.”
Het zou een prachtig begin zijn van het eerste basisoptreden voor eigen publiek van de 19-jarige spits uit Emmen. “Als ik die bal erin schiet ben je toch wel heel goed op weg om die wedstrijd te winnen. Nu kregen we het na rust nog moeilijk.”

Dat laatste zag Ten Voorde al vroeg in de tweede helft. “We komen gewoon niet goed uit de kleedkamer. Nee, ik heb geen idee waar dat aan ligt. Het zou niet mogen gebeuren want je moet altijd scherp zijn.”
Zelf had hij het ook moeilijker na de rust. “Ik moet nog leren om wat geduldiger te zijn. Niet teveel in de bal te komen waardoor onze middenvelders de ruimte houden om het combinatiespel te spelen. En het baltempo moet omhoog. Daar moet ik aan werken.”
En ook de slimmigheidjes van de duels van een spits tegen een centraal verdedigingsduo wil de spits zo snel mogelijk onder de knie hebben. “Een duwtje, net iets eerder de lucht ingaan, dat soort dingen. Daar helpt vooral Ramon Zomer me mee. En vorig jaar Patrick Pothuizen, die was daar een meester in. En met Vleminckx en Jack de Gier lopen er hier natuurlijk nog wel een paar die er wat vanaf weten.”