Opnieuw staat NEC zonder drie punten na een thuisduel. Ook moest NEC opnieuw een achterstand omdraaien. Onnodig vindt Oussama Tannane het. “Nu is het telkens weer terugkomen en dat is soms niet fijn.”

“Ik denk dat je tevreden moet zijn dat je hier uiteindelijk nog een punt haalt”, begint Tannane. “We hebben het te makkelijk weggegeven. Ik heb er geen woorden voor hoe makkelijk we de goals tegen krijgen.” NEC begon nog goed aan het duel. Tannane schoot een prachtige solo binnen en zette zo NEC op voorsprong. Uiteindelijk kon NEC die voorsprong niet vasthouden en stond het snel na rust al 1-3. “We zitten in de hoek waar de klappen vallen. Je komt binnen een paar minuten op voorsprong. Dan is er niks aan de hand, maar dan denken we te makkelijk. Dat is onze valkuil. We moeten scherper zijn om de tweede te maken en dan de 3-0. Als je die hebt gemaakt, kan je het rustig uitspelen. Ik heb het idee dat we een shock krijgen als we scoren. Bij de eerste tegengoals staan er twee mensen vrij, we dekken gewoon niet.”

Het is een mooi systeem

NEC begon opnieuw in de formatie met vijf verdedigers, maar na rust werd er gewisseld naar de formatie met vier man achterop. “Het is een goed systeem, alleen zijn we het niet gewend. In dit systeem moet je doorstappen en dat doen wij dan niet. Dat heeft meer te maken met de backs, die gewend zijn om hun mannetje te pakken. De centrale verdedigers moeten dan ook doordekken. Dat gaat nog niet goed. Daar moeten we aan werken, want ik denk wel dat het een mooi systeem is.”

Tannane vindt dat de trainers scherpte moeten brengen in de selectie. “Je wilt geen onrust creëren in het team. De trainer moet de jongens scherp maken. Je wilt de jongens wel dingen meegeven, alleen moeten ze het zelf op het veld laten zien. Ik ben geen verdediger. Als ik verdediger was, had ik zeker wel een paar tikken uitgedeeld.”

“Er is één ding en dat is dat het honderd procent beter moet. We spelen soms echt leuk voetbal, kijk hoe we hier terugkomen. Normaal bij 1-3, zou je denken het is klaar. We komen terug en dat is ook een kwaliteit. Toch heb ik liever dat je na een helft al met twee of drie goals voorstaat, zodat je rustig kan voetballen. Nu is het telkens weer terugkomen en dat is soms niet fijn.”

Foto: Rob Koppers