Calvin Verdonk verraste vorige week met een ijzersterk optreden tegen het spitsenduo Burak Yilmaz – Paul Gladon van Fortuna Sittard. Vrijdag speelt hij met NEC weer tegen een tweemans-voorhoede: die van FC Utrecht. “Ik spring 60 centimeter hoog: dan moet ik alsnog boven Dost uit kunnen komen toch?”, lacht Verdonk donderdag na de training.

Trainer Rogier Meijer dicht Verdonk ook een goede kans toe. Door de afwezigheid van Joris Kramer zit er voorlopig niets anders op. “Dus moet Calvin proberen met Ivan en Jasper (Marquez en Cillessen, red) hetzelfde gevoel te creëeren als Kramer deed: een bepaalde onoverwinnelijkheid.” Verdonk weet wat er van hem gevraagd wordt in het hart van de verdediging. “Het is heel vervelend voor Joris, maar de voetballerij is hard en voor mezelf ben ik blij dat ik het nu mag laten zien.”

“Ik was vorig seizoen heel slordig. Ik nam altijd risico aan de bal.”

Springen

Bij Feyenoord speelde hij vroeger al in het centrum. “Maar in de jeugd kwam je nooit tegen hele lange spitsen. Dus die test heb ik amper nog gehad. Maar ik kan heel goed springen.” Elke week kunnen de spelers hun sprongkracht testen bij performance manager Nout van der Velden. “Deze week heeft Robin Roefs mij van de troon gestoten. Hij sprong 61 centimeter hoog, 1 centimeter hoger dan ik. Ik wil zo snel mogelijk weer aan kop komen.”

Het viel tegen Fortuna al op: de sprongkracht van Verdonk. Maar ook opvallend: Verdonk leverde dit seizoen volgens statistiekenwebsite infogol slechts 12% van zijn passes in. Vorig seizoen was dat meer dan het dubbele (27%). Het is geen toeval volgens de 25-jarige verdediger. “Ik was vorig seizoen heel slordig. Ik nam altijd risico aan de bal. Nu heb ik voor mezelf als doel gesteld dat eruit te halen. Ik denk een stap verder: wat kan het gevolg zijn van deze pass?” Het voorbeeld ervaarde hij vorig seizoen tegen Feyenoord. “Ik leverde een bal in de opbouw zo in. Kökcu kon vrij uithalen en schoot Feyenoord zo op voorsprong.”

Zwakke voorbereiding

Verdonk roemt zijn eigen opbouwende kwaliteiten, maar is realistisch genoeg om te realiseren dat zijn lengte niet ideaal is voor een centrumverdediger. “Daarom zou ik misschien wel het beste functioneren op de plek tussen centrale verdediger en linksback. Laat Marquez de spits maar opvreten en El Karouani langs de lijn opstomen, dan doe ik het opbouwende stuk aan de linkerkant”, tekent Verdonk het zo uit. “Maar overal liggen kansen voor mij. Ik blijf scherp en neem mezelf een matige voorbereiding kwalijk. Daardoor maakte ik ook geen aanspraak op een basisplaats. Nu ik er door blessures toch in ben gekomen, wil ik ervoor zorgen dat de trainer niet meer om me heen kan.”

Dat is misschien het enige verschil dan: zij scoren op de momenten dat je dat moet doen.

Meijer zelf heeft alle vertrouwen in een resultaat tegen Utrecht. “Want”, zo zegt de trainer, “ik denk dat Utrecht en NEC op dit moment weinig van elkaar onderdoen. Maar dat moeten we morgen bewijzen.” Utrecht won dit seizoen pas twee keer en dat deed het toevallig de laatste twee duels. Op bezoek bij Fortuna werd het 3-4 in een wedstrijd die weinig weghad van dat waar voetbal voor gemaakt is, een week later legde het Vitesse met pijn en moeite over de knie. Bas Dost schoot kort voor tijd de winnende tegen de touwen na gepruts bij de Arnhemmers. “Dat is misschien het enige verschil dan: zij scoren op de momenten dat je dat moet doen. Dat hebben wij nagelaten”, besluit Rogier Meijer.