Burgemeester Hubert Bruls van Nijmegen maakte zich de afgelopen tijd niet bepaald populair bij de NEC-supporters. Na enkele incidenten besloot hij zelfs om supporterscafé Goffertzicht te sluiten. “Ik snap dat ik niet de populariteitsprijs zal winnen bij de supporters.”
In het kantoor van de burgemeester valt meteen het rood-groen-zwarte NEC-shirt met nummer 48 op. “Gekregen van de club toen ik 48 werd”, merkt Bruls op. “Niet voor niets staat er nummer 48 op, dan zit je ergens op de tribune. De tijd dat ik voetbalde is lang geleden en toen was ik al niet zo goed. Maar het shirt verdient een mooie plek in mijn kantoor.”
Rol van de club
Bruls ziet NEC als ambassadeur van Nijmegen. “De rol van NEC voor de stad is cruciaal. NEC is een van de grootste ambassadeurs van de stad. Als je in andere steden komt en je praat daar met mensen over Nijmegen, hebben ze het over NEC of bijvoorbeeld de Vierdaagse. Het trekt veel aandacht. In positieve zin, maar soms helaas ook in negatieve zin. Ik probeer altijd het positieve te zien. Daarom heb ik ook sinds ik begon als burgemeester van Nijmegen in 2012 geïnvesteerd in een goede relatie met de leiding van de club.”
Zelf bezoekt Bruls af en toe een wedstrijd van NEC, als zijn schema dat toelaat. “Ik ga zelf vier à vijf keer per jaar naar een thuiswedstrijd. Vitesse-uit ga ik ook graag naartoe. Ik ga niet naar elke thuiswedstrijd, maar dat heeft er ook mee te maken dat ik een gezin heb en vaak andere dingen te doen heb. Ik wil ook niet uitstralen dat ik alleen maar van voetbal houd, hoewel ik een groot liefhebber ben. Ik heb het vroeger ook zelf gedaan, maar als burgemeester moet je ook bij andere sporten laten zien dat je er bent. Ik kom altijd met veel plezier in De Goffert.”
Incidenten en Goffertzicht
In de afgelopen tijd zijn er enkele incidenten geweest waarbij NEC-supporters zich misdroegen. Bruls sloot daartoe in november café Goffertzicht, dat inmiddels alleen op wedstrijddagen van NEC moet sluiten. Met zijn spierballentaal kon Bruls op de nodige kritiek rekenen van NEC-supporters. “Ik ben als burgemeester in de eerste plaats verantwoordelijk voor de veiligheid. Er is een kleine groep mensen die zich supporters noemen, die het verpesten voor de rest. Je hoeft me niet uit te leggen dat je niet de hele groep aan moet pakken, maar juist de mensen waar het om gaat. Er is een aantal dat zich rondom thuisduels ongastvrij opstelt, ook richting uitsupporters. Dat kan ik niet goedkeuren. Maar bij elke club zitten wel een aantal van dat soort personen. Daar zijn we niet de enige in.”
Door zijn maatregelen moeten veel supporters van NEC maar weinig hebben van de burgemeester. “Het is jammer als ze dat zo zien. Ik snap dat ik niet de populariteitsprijs zal winnen bij de supporters, maar daar ben ik ook niet op uit. Aan de andere kant krijg ik reacties van Nijmegenaren die geen supporter zijn van NEC die blij zijn dat er eens iets tegen gebeurt. Anders kun je je nergens meer veilig voelen omdat sommige mensen denken dat het normaal is om met barkrukken te gooien. Dat sta ik bij andere kroegen ook niet toe. In de afgelopen jaren zijn ook andere kroegen gesloten. Dat is van alle jaren en dat hebben mijn voorgangers ook gedaan. Je hebt het dus zelf in de hand.”
Klein groepje herrieschoppers
De goede NEC-supporters moeten van de kwade worden gescheiden, stelt Bruls. “Als je de mensen die voortdurend herrie schoppen met bijvoorbeeld een meldingsplicht bij het stadion weg kunt houden, dan is de grote groep helemaal niet zo lastig. Er gaan toch geen 500 mensen naar het stadion met het idee ‘eens even lekker te gaan rellen’? We moeten ook niet overdrijven. Maar je hebt helaas maar tien herrieschoppers nodig om zo’n grote groep op te jagen. En ik wil die tien herrieschoppers eruit halen.”
Ook voor NEC-supporters is er een grens, meent Bruls. “Het is niet zo dat ik incidenten door de vingers zie omdat ik dat jammer vind voor de club of vervelend voor de supporters”, stelt Bruls. “Ik hoop vooral dat het leidt tot bezinning. Ik snap dat er veel wordt geroepen op de tribunes. Ook over mij. Dat mag, maar er zijn wel grenzen.” Wat die grens dan precies is, is volgens Bruls moeilijk te zeggen. “Geweld is zonder meer de grens. Daarvoor is het lastig te zeggen. Als mensen bepaalde beledigende of zelfs discriminerende spreekkoren doen is het moeilijk. Daar hebben we afspraken over. Maar in het stadion is het gedrag doorgaans goed. De meeste incidenten gebeuren buiten het stadion. Alleen die vuurwerkbom tegen FC Utrecht in de beker was een uitzondering.”
Vuurwerkbom
Aan de ongeregeldheden bij het bekerduel tegen FC Utrecht in januari (1-0) hielden twee stewards van NEC blijvende gehoorschade over doordat een vuurwerkbom bij hen ontplofte. “Ik ben blij dat de club toen zelf heeft gezegd dat dit soort dingen absoluut niet kunnen. Ik ben bij die twee stewards thuis geweest. Dat doe ik niet als ik niets met NEC heb. Eén van die mannen vertelde me dat hij voor de rest van zijn leven doof is aan zijn linkeroor, maar wel trouw blijft aan de club en meteen terug wilde gaan. Toen heb ik hem eigenlijk voor gek verklaard. Als je na dat wat er met hem gebeurd is, toch terug wilt gaan, heb je als club trouwe stewards in huis. Daar mag NEC trots op zijn. Het heeft me wel geraakt dat ze gewoon weer aan het werk wilden gaan. En voor die mensen doe ik het ook. Als trouwe supporters daar als stewards staan en voor het leven getekend worden door een vuurwerkbom, moeten de daders hard worden gestraft.”
Bruls vindt het teleurstellend dat de ‘goede’ NEC-supporters onvoldoende afstand nemen van de relschoppers. “Ik snap dat veel supporters zeggen dat ze er niks aan kunnen doen dat een kleine groep het verpest. Dat is ook zo. Maar aan de andere kant kunnen ze er juist wel wat aan doen. Als je als groep gewoon van voetbal wilt genieten en na de wedstrijd een biertje wilt drinken, moet je ook bereid zijn tegen de relschoppers te zeggen: ‘Nu houd je op en anders gaan we het melden!’ En zoals bij die vuurwerkbom had ik het netjes gevonden als de andere supporters de daders hadden aangegeven. Dat kan anoniem. Het is eigenlijk je menselijke plicht.” Volgens Bruls zijn maatregelen die ook de supporters treffen die geen herrie schoppen onvermijdelijk. “Omdat ik de risico’s te groot vind, moet ik maatregelen nemen waar de goede supporters vaak de dupe van zijn. Dat is heel vervelend.”
Toch is Bruls nog altijd bereid iets te gaan drinken met de supporters. “Te allen tijde. Maar je moet ook niet provoceren. Als ik het vak van de harde kern in loop met vijf agenten om me heen, ja, dat werkt niet. Ik heb nog altijd het voornemen om eens met de supporters mee te gaan naar een uitwedstrijd. Maar dat moet je doen als het wat rustiger is. Ik ben niet uit op provocatie. Dan denken de supporters: ‘Kijk die burgemeester eens populair doen.’ Dus ik zou dat zeker willen, ja. Maar ik pak dan een Spa rood en zij een biertje, ik ben niet zo van het drinken”, lacht Bruls.
Volksclub
Volgens Bruls is NEC, in tegenstelling tot andere clubs in Nederland, wel nog een echte volksclub. “De Goffert is een echt voetbalstadion. Je zit dicht op het veld. En ook op de hoofd- en eretribune, waar ik dan vaak zit, komt iedereen voor het voetbal. Je zult daar niet zien dat iemand binnen in de Brasserie blijft. Dat heb ik altijd mooi gevonden bij NEC. Iedereen is daar voor het voetbal. In de eerste, tweede en natuurlijk de derde helft, want dat hoort erbij. Dat is in andere steden wel eens anders. Daar is de club niet zo van het volk zoals dat bij NEC is.”