NEC is het seizoen dinsdag ‘in stijl’ geëindigd. Door de 3-0 nederlaag bij RKC Waalwijk liggen de Nijmegenaren uit de play-offs en spelen ze ook in het seizoen 2019/20 in de Eerste Divisie. Dat gebeurde voor het laatst tussen 1992 en 1994. Over een seizoen met diepe dalen en slechts enkele lichtpuntjes.
Op 25 mei 2018, acht dagen na het vertrek van Pepijn Lijnders, stelde NEC Jack de Gier aan als nieuwe hoofdtrainer. Het leek een droomhuwelijk. De Gier vervulde als clubman al vele functies bij NEC, deed het niet onverdienstelijk als trainer van Almere City FC en stond al eerder op de nominatie om naar Nijmegen te komen. De Gier tekende voor liefst drie jaar, een voorbeeld van het grote vertrouwen dat technisch directeur Remco Oversier had in zijn eigen kunnen. NEC wilde meer leunen op spelers uit de eigen opleiding, met De Gier als de man die ze de kans moest geven.
Oversier ging in alle rust aan de slag en loosde eerst wat spelers uit het vorige seizoen. Zo vertrokken Gregor Breinburg, Mohamed Rayhi, Suently Alberto en Steeven Langil transfervrij. Met de verkopen van Arnaut Groeneveld aan Club Brugge en Ferdi Kadioglu aan Fenerbahçe maakte NEC twee transferklappers. De club kon het geld goed gebruiken. Zo leek er kwalitatief een wat mindere selectie te gaan komen, maar het liep anders. De investeerders van de club besloten toch weer bij te springen en samen met de eigen transferinkomsten kon Oversier aan de slag.
Financieel risico
De td begon nog rustig met de komst van onder anderen Gino Coutinho, Tom Overtoom en Josef Kvida, maar al snel werd duidelijk dat het idee van ‘achttien spelers en twee keepers’ overboord was gegooid. Oversier maakte de selectie van NEC breder en breder en haalde zelfs Joey van den Berg, Leroy Labylle en Rens van Eijden binnen, namen die ook op menig Eredivisie-lijstje stonden. Met alle financiële gevolgen van dien. NEC nam opnieuw een groot risico wat salaris betreft, ook door veel spelers contracten voor drie jaar te geven.