Het seizoen 2019/20 zit erop en ook de spelers van NEC zullen pas op zijn vroegst in september weer een wedstrijd gaan spelen. Voor Ole Romeny doet dat pijn, al staat ieders gezondheid in deze tijd natuurlijk ook bij de aanvaller op 1. We spraken met de negentienjarige Nijmegenaar over de Coronacrisis, zijn prestaties dit seizoen en zijn carrière.
Niet geheel verrassend is de Coronacrisis het eerste onderwerp van gesprek. “Natuurlijk mis ik het voetbal heel erg, dus ik hoop dat deze situatie niet te lang duurt”, zegt Romeny. “Maar uiteindelijk is het het belangrijkst dat je gezond bent en blijft. Iedereen binnen mijn familie is dat, dus dan mag je op dit moment niet klagen.” Zelf vertelt hij ook hoe hij zich fit houdt gedurende deze rare tijd: “Vanuit de club hebben we een trainingsschema meegekregen waarmee we ons fit moeten houden. Daarnaast ben ik buiten de training zelf veel bezig met een bal. Ik houd van het spelletje en ben er graag zoveel mogelijk mee bezig.”
Begin
In 2011 maakte Romeny als jeugdspeler de overstap van DVOL naar NEC. “Dat herinner ik me nog als de dag van gisteren. Ik kwam uit school en mijn vader haalde me op. Hij vertelde me dat ik bij NEC mocht komen voetballen. Ik zie dat nog altijd als één van de mooiste momenten uit mijn jeugd. En daarna ben ik natuurlijk snel naar mijn vriendjes gerend om het te vertellen.” Romeny hield veel vrienden over aan zijn tijd in de academie van NEC. Sinds de D1 speelde hij samen met spelers als Anthony Musaba, Bart van Rooij en Ferdi Kadioglu.
Toekomst
Ten slot waren we nog benieuwd hoe Ole zijn toekomst voor zich ziet. “Ik heb veel vertrouwen in mezelf en blijf tegelijkertijd kritisch. Ik moet elke dag alles blijven geven en dan zien we wel hoe ver we komen. Het allerbelangrijkste is dat je elke dag met plezier aan de slag gaat. En dat je gezond blijft.” Dan was er nog de interesse van SC Heerenveen, dat afgelopen zomer een bod op Romeny afgeslagen zag worden door NEC. Als we stellen dat het voor een talent als hij beter is om bij NEC veel ervaring op te doen, beaamt hij dat. “Als jonge voetballer is het altijd belangrijker om minuten te maken.”
Romeny droomt overigens niet van Heerenveen, maar wel van een andere club. “Mijn droomclub buiten NEC is FC Barcelona. Ik denk dat elke voetballiefhebber van dat spel kan genieten, dus als ik het helemaal zelf voor het zeggen had zou ik daar later nog wel eens willen spelen.” Dromen mag, zeker in deze tijd zonder voetbal waarin we allemaal dromen van betere tijden.
Foto’s: Rob Koppers