Dirk Proper is pas 19 jaar maar heeft zich afgelopen seizoen laten gelden als een belangrijke kracht binnen NEC. Nadat hij onder de trainers Meijer, Gesthuizen en Bogers in seizoen 2019/2020 vanuit de jeugd definitief werd overgeheveld naar de eerste selectie, ging het snel voor de kleine middenvelder. Afgelopen seizoen tekende Proper een nieuw contract bij NEC en hij was op de weg naar promotie erg belangrijk voor NEC. Of dat in de Eredivisie ook zo zal zijn is nog maar de vraag, maar Proper heeft er erg veel zin in en vreest niet voor zijn plek.

Proper is gelijk duidelijk; in de wedstrijd tegen OFI Kreta ging het beter dan in de wedstrijd tegen Borussia Mönchengladbach II. Hij zag buiten dingen die goed gingen ook een hoop dingen die voor verbetering vatbaar zijn. “Ik denk dat het een beetje aan scherpte ontbrak vanmiddag. Met name in de eerste helft zetten we hoog druk wat goed uitpakte, maar het was wel zo dat als we de lange bal tegen kregen, we op sommige momenten beter hadden moeten anticiperen. Zo krijg je het achterin beter dicht. Dat ging vanmiddag nog wel eens mis. Aanvallend moet het ook zeker beter. In de eerste helft heb je buiten de standaardsituaties niks gecreëerd, maar dat ging in de tweede helft beter. Het was niet superveel, er is zeker nog werk aan de winkel maar ik heb goede aanvallen gezien. Punt is dat je je zelf dan moet belonen, daar gaan we aan werken.”

Met 100 procent strijd en 100 procent hard werken de wedstrijd tegen Ajax spelen, zo antwoord Proper op de vraag hoe NEC volgend weekend het de huidig landskampioen lastig kan gaan maken. “Iedereen moet scherp zijn, maar je zal zeker je mogelijkheden krijgen. Het is natuurlijk een hele goede ploeg, ik denk ook gewoon de beste ploeg van Nederland, maar we zullen van hun fouten optimaal moeten profiteren.”

Proper is natuurlijk nog maar 19, maar zelf vindt hij dat hij het in de voorbereiding aardig gedaan heeft. Dit seizoen hoopt hij zo veel mogelijk minuten te maken. “Uiteindelijk kan ik niet meer doen dan mijn best en zoveel mogelijk goede wedstrijden spelen, en dan hopen dat de trainer dat ook inziet. Komt er nog een nieuwe spits, wordt het puzzelen. Ik maak me daar nu nog niet zo druk om. Zolang ik goede wedstrijden kan spelen, kan de trainer niet om me heen denk ik.”

Foto: Rob Koppers