Statistieken. Je gruwelt ervan of je kan ontzettend genieten van iets wat door anderen wordt afgedaan als onnozele cijfertjes. Gelukkig komt er voor de echte liefhebbers, in navolging van de uitvinders van de voetbalstatistiek in Engeland, ook in Nederland steeds meer aandacht voor rare voetbalfeitjes. Tijdschrift Voetbal International publiceert wekelijks een uit- en thuisbalans, doelpuntenmakers en assistgevers. De redactie van AD/Sportwereld mag zich zelfs bezig houden met andere eigenaarheden. Zo is Luis Suarez, alom gezien als de beste voetballer op de Nederlandse velden, één van de minder efficiënte afmakers. Slechts 14.5% van zijn doelpogingen (199 vooralsnog) levert een doelpunt op. Dat hij deze kansen omzet in al 29 goals is van ondergeschikt belang. Dat Bryan Ruiz, fenomeen van FC Twente, ruim 40% van zijn schoten doeltreffend afrondt is dan weer wél leuk om te vermelden.
Sinds jaren dingt een NEC’er mee om zich een statistiekenrecord eigen te maken. Niet Björn Vleminckx als meest scorende Belg in een seizoen ooit, niet Jeffrey Sarpong, hoewel hij aardig in de buurt kwam met zijn vier assists in één wedstrijd en ook niet Mitchell Burgzorg voor het meest doorjagen op een keeper in één helft. Niks van dat allen. Patrick Pothuizen is op weg naar een heus Eredivisierecord: nog nooit pakte iemand 84 keer geel in een Eredivisieloopbaan.
U kunt het zich wellicht nog herinneren. FC Utrecht-icoon kreeg de handen van volledig Nieuw Galgerwaard op elkaar. Mensen sprongen elkaar in de armen, kleine kinderen vroegen hun vader wat er nu gebeurde. Vader staarde naar het veld als ware het een historische gebeurtenis: vergelijkbaar met de goal van Marco van Basten in de EK-finale, de "hand van God" van Maradona of een GroenLinks raadslid die voor een topsportcentrum stemt in het Goffertpark. Een dergelijke gebeurtenis staat ook Patrick Pothuizen te wachten en wellicht 12.500 Nijmeegse uitverkorenen.
Vele van u zullen hopen dat Patrick Pothuizen, wereldberoemd in Nijmegen onder café-eigenaren, kroegbazen en ander horeca-personeel, zijn ‘moment of fame’ extra bijzonder maakt. De grote neus van Siem de Jong halveren, Danny Buijs zijn broek omlaag trekken of Mounir El Hamdaoui achterna rennen als hij weer eens zijn handjes voor zijn gezicht vouwt. Van mij hoeft dat allemaal niet, Patrick’s record is namelijk sowieso uniek.
Sinds zijn terugkeer in 2004 van FC Twente stond hij eigenlijk al ter discussie. Judas en verrader waren veelgehoorde bewoordingen. Zijn liefde voor NEC bracht hem echter terug naar Nijmegen, daar waar hij groot geworden was. Ieder jaar opnieuw was het maandenlang de vraag of zijn contract verlengd zou worden. Het kwam zelfs voor onder Mario Been dat hij zonder contract zich (topfit!) meldde voor de eerste training van het nieuwe seizoen. Over anderhalve maand wordt hij 38 jaar maar ‘Potje’ blijkt als een goede wijn of whiskey: hoe ouder, hoe beter. De snelheid is er al lang niet meer, het vermogen om 90 minuten te spelen, 34 wedstrijden achtereen evenmin. Maar er is wel de ervaring, het uitkappen van een aanstormende spits en een fenomenaal inzicht. Puur op wijsheid blijft de oude krijger overeind. Ook dit seizoen moest hij van stal gehaald worden, net als de afgelopen jaren bleek Patrick Pothuizen het verschil te kunnen maken.
Tegen Sparta wist hij als invaller twee keer te scoren en een achterstand om te buigen naar een voorsprong wat hem een publiekswissel opleverde en, naar eigen zeggen, het mooiste moment uit zijn carrière. Hij haalde zijn gram tegenover een bomvol uitvak na een goal tegen vijand Vitesse en bleek zelfs als middenvelder na zijn terugkeer van onschatbare waarde te kunnen zijn. Al jaren speelt bij ForzaNEC de gedachten voor een afscheidsinterview. Het afscheid komt er alleen maar niet. Patrick Pothuizen laat zijn carrière niet regisseren en dat is maar goed ook!