NEC speelde afgelopen weekend gelijk tegen Sparta Rotterdam. Gedurende deze wedstrijd waren er een aantal opvallende momenten omtrent de arbitrage. In de laatste minuut van de reguliere speeltijd scoorde Iván Márquez de 1-1, maar het duurde even voordat de Nijmegenaren gerustgesteld werden dat het doelpunt telde. Ook een potentiële rode kaart voor een overtreding op Sontje Hansen roept vraagtekens op. Ex-Eredivisie scheidsrechter Reinold Wiedemeijer deelde zijn mening over de keuzes van de arbitrage met ForzaNEC.

In de derde minuut extra tijd van de eerste helft kopt Márquez de bal over de middenlijn. Hij vindt geen medespeler, maar een Spartaan. De verdediger van Sparta Rotterdam neemt de bal niet goed aan en Hansen sprint naar de bal. Mike Eerdhuijzen trekt aan de noodrem door Hansen te tackelen, maar scheidsrechter Martin van den Kerkhof geeft voordeel aan NEC omdat Koki Ogawa door kan gaan. De spits rondt slecht af en de bal gaat via een verdediger langs het doel. Aanvoerder Dirk Proper haalt meteen verhaal bij de arbiter en appelleert voor een rode kaart. Van den Kerkhof wil er niks van weten en bestraft Eerdhuijzen met ‘slechts’ een gele kaart.

Wel of geen rood?

Oud-leidsman Wiedemeijer verklaarde de keuze van de scheidsrechter. “Hij loopt achter de situatie aan en ziet het voordeel ontstaan aan de rechterkant, dat er ook echt komt. De speler komt ook vrij voor de keeper, dus heeft een scoringskans. Dan kan de scheidsrechter niet meer terugkomen op een rode kaart. Dat kan alleen bij het ontnemen van een scoringskans.” Ook lichtte hij toe: “Dan kan hij alleen nog maar een persoonlijke straf geven voor die overtreding. Dat is dan een gele of rode kaart. Rood kan niet meer, want het is niet het ontnemen van een scoringskans, want die ontstaat nog. Eigenlijk doet de scheidsrechter hier alles goed.”

Buitenspel

In de laatste minuut van de reguliere speeltijd heeft NEC nog een aanval. De verdediging van Sparta kan de bal niet goed wegwerken in de zestien en komt op die manier bij Lefteris Lyratzis die de bal met een stuit voorgeeft aan Shiogai. De aanvaller van NEC weet de bal niet goed onder controle te krijgen en frummelt hem naar achteren, daar staat Márquez klaar om de bal het doel in te werken. De spaanse verdediger schiet de bal in de linkerhoek en mag zijn doelpunt gaan vieren. Maar de VAR lijkt het feest te verstoren, in Zeist wordt er getwijfeld of het geen buitenspel is.

De VAR heeft maar liefst vier minuten nodig om het doelpunt te bevestigen. “Je hebt een goede VAR, je hebt hele goede en je hebt de beste. Zo simpel is het”, stelt Wiedemeijer. “Ik denk dat hier een jongen zat met minder ervaring die een beetje verstrikt is geraakt in ‘wat zoek ik nou eigenlijk op, waar zit ik naar te kijken’.”

“Het leek mij heel duidelijk dat het geen buitenspel was. Dan heeft hij misschien nog ergens gekeken naar een handsbal. maar ook die zag ik niet. Ik was na 30 seconden klaar.” Wiedemeijer vertelde ook over de druk die erbij komt kijken. “Die mannen die krijgen toch een bepaalde druk, die moeten opeens iets beoordelen. Het is niet jouw wedstrijd. Je kijkt ernaar en het is soms best lastig. Lijntjes trekken is een heel ingewikkeld spel. Dat lijkt heel makkelijk, maar dat is het echt niet. Daar moet je echt wel een beetje vaardigheid in hebben. Maar ik weet niet precies waar deze jongen naar zat te kijken eerlijk gezegd.”

Foto: Rob Koppers