Basar Önal maakt nu al een aantal weken deel uit van de selectie van NEC. De 20-jarige aanvaller is goed ontvangen in Nijmegen, maar moest wel even schakelen in het niveauverschil. “Het is misschien iets professioneler hier.”

“Ik ben goed ontvangen door de jongens hier”, begint Önal tegenover ForzaNEC. “Het was in het begin wel even wennen. Nieuwe omgeving, nieuwe mensen en een ander niveau dan waar ik vandaan kom.” Een groot voordeel had de flankspeler wel bij aankomst in Nijmegen. “De trainer en ik komen allebei uit Doetinchem. We hebben dus wel iets gemeen.”

De aanvaller speelde de afgelopen wedstrijden met name op de rechtsbuitenpositie, maar wat is zijn favoriete plekje in de basiself? “Haha, ja dat is toch wel als linksbuiten. Ik speel gewoon waar de trainer mij nodig heeft. Of dat nou als flankspelers is of als spits, dat maakt mij niet uit.” Aan de rechterkant vormde de Turkse jeugdinternational een koppeltje met Bart van Rooij. Echter verkast van Rooij naar FC Twente. “Het is persoonlijk een mooie stap voor hem. Hij gaat Europees voetbal spelen. Ik gun hem deze stap van harte.”

Verloren op kleine verschillen

“Het is misschien iets professioneler hier dan bij De Graafschap”, gaat Önal verder over de verschillen. “Niet amateuristisch, maar het niveau ligt hier gewoon veel hoger. Gelukkig speelt De Graafschap ook aanvallend voetbal net als hier.” De 20-jarige vleugelspeler straalt van oor tot oor als het gaat over zijn debuut in De Goffert, maar een klein smetje was toch wel het resultaat van die avond. “Ik heb genoten, het zat bomvol. Nu moeten we ze belonen met drie punten tegen Zwolle.”

Want na twee speelrondes staat de teller nog op nul punten, maar er is geen reden tot paniek in Nijmegen. “We hebben de twee wedstrijden verloren op details. Eentje op een corner en de andere vanuit een vrije trap. Qua spel deden we niks onder voor die teams. Wij zullen blijven geloven in ons eigen spel.” Een kleine voorspelling daar waagt Önal zich niet aan. “Als we keihard werken, dan moet het goed komen”, sluit Önal af.

Foto: Rob Koppers