Bram Nuytinck kijkt tevreden terug op de laatste test van NEC tegen Le Havre voordat volgende week de Eredivisie van start gaat. De verdediger zag dat het, met name in de eerste helft, voetballend er goed uitzag.

“Wel met een goed gevoel denk ik. Ik denk dat we de eerste helft best goed hebben gespeeld”, begint de verdediger op de vraag hoe hij terugkijkt op de wedstrijd. “De trainer zei in de kleedkamer dat we elf kansen hadden gecreëerd in de eerste helft, één kans tegen. Daarnaast hebben we ook leuk voetbal laten zien.” Het geeft vertrouwen, erkent Nuytinck. “Ik denk waar we vorig jaar een beetje mee zijn geëindigd, dat pikken we nu best wel weer snel op. Dat zag je ook soms tegen Olympiakos, alleen toen waren we wat slordiger. Ik denk dat het vandaag er wel een stuk beter uitzag.”

Ondanks de vele kansen in de eerste helft voor NEC, was het de Franse tegenstander die het net wist te vinden met de eerste de beste kans. “Ja, dat is zonde. Maar ja, dat gebeurt wel eens. Voor de rest hebben zij bijna niks gecreëerd. Voor mij stonden wij gewoon heel goed, ook verdedigend stonden we goed, aanvallend deden we het goed. Ik denk dat het best een prima wedstrijd was van onze kant.”

De Nijmegenaren speelden een hoop kansen bij elkaar, maar het duurde lang voordat het doelpunt viel. Het lijkt een terugkerend probleem in de voorbereiding, maar de verdediger ziet geen probleem nog. “Nee, dat is de voorbereiding, dus dat baart mij nog geen zorgen. We gaan nu richting de competitie, wat ik zeg het voetbal ziet er leuk uit en dan zien we in de competitie hoe we van start gaan. Je speelt gelijk zware wedstrijden eigenlijk, maar ook mooie wedstrijden. Dus ik denk een goede test vandaag en dat we het denk ik wel goed hebben gedaan.”

Fysiek

Hoe kijkt de verdediger naar tegenstander Le Havre en waar kunnen we hun inschatten? “Weet ik niet. Frankrijk is een heel ander land. Het is een groter voetballand dan Nederland. Ja, het is altijd een stuk fysieker. Als je kijkt naar het Nederland, Nederlanders willen altijd voetballen. Als je altijd buitenlanders hoort, vanuit Italië of Frankrijk, die zeggen altijd: ‘Nou Nederland is bizar hoe jullie altijd willen voetballen’. In andere landen zijn andere aspecten weer belangrijk en dat zie je bijvoorbeeld in Frankrijk is dat het fysieke. Daar zijn we denk ik wel goed in meegegaan. Dat kunnen wij best wel, al zijn we fysiek wat minder dan de tegenstander vandaag, maar dat hebben we goed gedaan.”

Nuytinck gaat dus met vertrouwen richting de eerste duels. Hij ziet dat NEC de lijn van het vorige seizoen aan het doortrekken is, maar houdt nog wel een slag om de arm. “Je speelt wel gelijk twee moeilijke wedstrijden. Ze weten ook niet hoe je gaat starten, waar sta je, hoe staat Twente ervoor, hoe staat AZ ervoor. In het begin, je hebt het vorig jaar gezien, dan kan je verliezen. Maar dat betekent nog steeds niet dat het een klote seizoen wordt. Dus wat wij goed hebben gedaan vorig jaar, dat moeten wij nu ook blijven doen. En ik denk dat we wel een stap verder zijn dan we vorig jaar in het begin waren.”

Scheidsrechters

Afgelopen week kwam het nieuws naar buiten dat net zoals op het EK en nu de Olympische Spelen alleen nog de aanvoerder met de scheidsrechters mag praten na een overtreding. Hoe kijkt Nuytinck naar die ontwikkeling? “Ik denk dat het misschien voor de scheidsrechters moeilijk is als er steeds mensen komen praten. En ik denk dat daarom scheidsrechters ook vaak heel afstandelijk waren. Veel voetballers zeggen het woord arrogant. Dat hoor je mij niet zeggen, maar dat hoor je af en toe wel eens in de kleedkamer. Of als je met andere voetballers spreekt, dat sommige scheidsrechters arrogant zijn. Maar dat komt denk ik omdat zij natuurlijk zoveel over zich heen krijgen tijdens een wedstrijd. En het is nooit gehoord, dus voor hun is dit denk ik wel wat beter.”

Maar over een extra zorg wil Nuytinck niet praten. “Nee, ik denk wel dat er wel eens wat geschreeuwd gaat worden of wat dan ook. En daar moet het niet moeilijk over gedaan worden. Maar dat met z’n allen naar de scheidsrechter, dat willen ze denk ik voorkomen. En dat gaat denk ik ook voorkomen worden. Ik ben niet bang dat de spelers in een keer daardoor heel veel kaarten gaan krijgen.”

Foto: Rob Koppers