Dat zei Hans van Delft twee weken terug in een zes bladzijden lang artikel over NEC in Voetbal International. Het ging niet over voetbal maar over geld. Geld en macht in de top van NEC.  ‘De coup van de NEC-investeerders’ is één van de koppen. Vroeger had een club een suikeroom, die geld te veel had en een clubhart. Hij doneerde voor eer en glorie. NEC heeft tegenwoordig investeerders. Wat willen zij?
De NEC-investeerders haken aan bij een wereldwijde trend in het internationale voetbal, het Third-Party-Ownership (TPO). Dat is ooit verzonnen in Latijns Amerika waar een zaakwaarnemer een contract afsloot met een jonge speler die hij vervolgens bij clubs kon aanbieden. Tegenwoordig zijn waarschijnlijk meer dan duizend profvoetballers in Europa eigendom van makelaars of investeerders, die mee profiteren van een transfersom als de spelers van club veranderen.
In Engeland, Frankrijk en Polen is deze constructie verboden. Ook de UEFA is pertinent tegen TPO omdat zij niet wil dat personen van buiten de club invloed kunnen uitoefenen op het transferbeleid. Ook kan verstrengeling van belangen ontstaan wanneer een investeerders spelers bij diverse clubs heeft, terwijl deze bovendien vooral geinteresseerd zijn in zoveel mogelijk transfers van het eigendom/de speler. Ten vierde is het mensenhandel, wanneer een speler niet zelf zijn club kan kiezen. 
De internationale spelersvakbond FIFPro gaat nog verder. Volgens haar bestaat TPO helemaal niet. Economisch verhandelbare rechten van een voetballer zijn een hersenschim, een verzinsel. De makelaars en investeringsgroep verhandelen iets wat niet bestaat. Op dit moment doet de FIFA een onderzoek, maar zij laat TPO voorlopig oogluikend toe, zolang de invloed van de derde partij niet zichtbaar is. De Eredivisie en de KNVB volgen op dit moment de lijn van de FIFA.
En wat doet NEC, volgens het VI-artikel? Dat heeft in de overeenkomsten met de investeerders een bepaling opgenomen, dat NEC een speler met een contract van minder dan anderhalf jaar moet verkopen als zij dat willen. Deze investeerders hebben hun geld gestort in het fonds Voorwaarts, dat in 2009 een kwart van de transferrechten op spelers en trainers in het fonds heeft bedongen. Volgens VI hebben de investeerders al een rendement ontvangen van minstens € 2,3 miljoen over de spelersverkopen in de afgelopen jaren. Begin november van dit jaar verscheen een bericht in de media dat NEC een tekort van anderhalf miljoen over dit seizoen heeft gedekt door nog eens deel van de transferrechten te verkopen aan Voorwaarts en aan een vennootschap van Marcel Boekhoorn. 
De investeerders in NEC schijnen niet helemaal te beseffen dat handelen in eieren, vaten bier of kantoorgebouwen iets anders is dan handel in spelers. Waarom helpen zij NEC niet met leningen tegen een vast rentetarief in plaats van te speculeren op de waarde van voetballers?