Aangezien ik ‘pas’ sinds het seizoen ’95/’96 een vaste plaats in de Goffert heb, kan men mij gerust als successupporter beschouwen. Toen ik aan de hand van mijn moeder voor het eerst de Goffert betrad, was ik nog geen negen jaar oud. Je kan het je tegenwoordig niet meer voorstellen maar voor die tijd was een kind van die leeftijd in die oude, betonnen bak, bijna een bezienswaardigheid. Ik heb dus nooit de Eerste Divisie bewust meegemaakt. Het was geen gemakkelijke tijd om NEC-supporter te zijn. Op mijn kinderfeestje nam ik al mijn vriendjes van toen mee naar NEC-Ajax. De volgende dag moest ik alle lessen lang aanhoren dat diezelfde vriendjes zes keer hadden kunnen juichen.
Maar wat gaf het? Ik zag wekelijks mijn rood-groen-zwarte helden. Trots was ik op Nijmegen, op de Goffert, op het shirt en op de spelers. Het voetbal was matig, soms zelfs van een droevig niveau maar er werd wel gevochten. Eerst onder Cees van Kooten, met mijn jeugdhelden Anton Janssen en Jeffrey Kooistra, later onder Wim Koevermans en Jimmy Calderwood. Het waren tijden van strijden tegen degradatie, vechten in de nacompetitie en duimen dat je erin bleef. Een zeventiende plek betekende in ieder geval een extra kans op lijfsbehoud en ieder jaar Eredivisie was mooi meegenomen. Inmiddels zijn we zeker van wéér een jaar Eredivisie, het twintigste op rij. Maar ondanks dat mijn verwachtingspatroon nauwelijks is veranderd, is mijn gevoel bij de huidige tiende plek toch heel anders.
Zoals gezegd, ik was elk jaar blij als we weer verzekerd waren van een jaar Eredivisie. Dat ben ik nog steeds. Alleen ik heb zelden zo terugverlangd naar die oude tijden. Slechter voetbal, minder goede spelers, maar wel liefde voor de club en strijdend voor elke meter. Zeventien jaar geleden verloor NEC verdienstelijk van PSV met 1-0. De spelers van toen, zijn echt geen betere voetballers dan die tegen PEC Zwolle op het veld stonden. Mark Verhoeven of Nathaniel Will, Michel Langerak of Rens van Eijden, Erik Stock of Michel Breuer, Patrick van Diemen of Victor Pálsson. Het huidige team zou met drie vingers in de neus moeten winnen. Maar toentertijd stonden er wel spelers die je trots maakten op NEC. De gelatenheid bij de spelers na de 2-0, geweldig beschreven door Sjaak van onze collega’s van DTH, sprak boekdelen. Maar deze gelatenheid zie ik ook terug bij de supporters. Waar enkele jaren terug een verlies van Zwolle nog leidde tot een bestorming van het hoofdgebouw, waren er nu nog enkele honderden in het stadion die hun afkeer lieten horen. Let wel, ik pleit niet voor geweld of acties zoals in januari 2008, maar de trend die ik zie onder veel supporters die al jaren naar NEC gaan, is schrijnend. Hoe kan het dat hondstrouwe supporters twijfelen aan hun abonnement op NEC?
Ik geloof oprecht dat Alex Pastoor het heel ver gaat schoppen als trainer/coach. Hij heeft in de eerste seizoenshelft laten zien dat hij met beperkte middelen een team meer dan aardig kan laten voetballen. Daarnaast durft hij innovatief te zijn, is hij welbespraakt en hij probeert ook een langetermijnvisie neer te zetten; drie bijzonderheden voor een trainer/coach. Pastoor heeft echter één manco. Zijn uitstekende voetbalvisie past niet bij zijn huidige club. NEC heeft een elftal vol met ideale schoonzonen, het voetbal is risicoloos en berekenend en de NEC-supporter wordt nauwelijks nog behaagd. Dit heeft niet eens te maken met vier thuiszeges in bijna één jaar tijd, maar wel met knotsgekke wedstrijden waarin rood-groen-zwart het gras opvreet en de tegenstander negentig minuten lang laat zien dat er in de Goffert niets te halen valt. In Doetinchem noemt men het D’ran, Henk de Haan zou het, in plat Gronings broez’n noemen.
Voor mij is het opzeggen van een seizoenkaart echter ‘nicht im frage’. Ik kom niet per se voor het voetbal naar de club, maar puur voor mijn liefde voor de club, gezelligheid met vrienden, weerzien met bekenden en een biertje na afloop. Het voetbal lijkt op deze manier bijzaak, maar dat is natuurlijk onzin. Ik hoef echt geen weergaloze dribbels, perfecte scharen of sublieme steekpasses. Wat ik wel verwacht is simpel: strijdende spelers die zorgen voor trotse supporters. Op het veld is alles verdwenen, waarvoor ik ooit naar NEC kwam. Dat is niet door middel van oogstrelend, aanvallend voetbal, maar wel met voor Nijmegenaren herkenbaar voetbal. Mijn tip, in het kader van #SamenBeterNEC in deze column is dan ook simpel: zonder een voetbalidentiteit die bij NEC en bij Nijmegen past, zullen de geweldige intenties en inspanningen van Bart van Ingen en consorten op algemeen gebied weinig uitrichten.
NEC mist passende voetbalidentiteit


Abonneer
Inloggen of registreren
Log in om een reactie te geven
0 Reacties