In Groesbeek staan de steigers tegen het huis van Patrick Pothuizen. Terwijl de selectie van NEC al weer bijna twee weken aan het trainen is, schildert de oud-NEC’er zijn huis in een frisse witte kleur. De nieuwe aanwinst van De Treffers heeft weer tijd voor andere dingen.
“Ik heb vrede met het besluit van NEC om mijn contract niet te verlengen. Je baalt er wel van natuurlijk op dat moment, maar de dag erop was het goed, was het klaar. Dat voelt nog steeds zo. Ik heb de eerste training van NEC bezocht en dat was natuurlijk wel even moeilijk om te zien, maar ik ben achteraf blij dat ik nu al die verplichtingen niet meer heb. Nu kan ik veel dingen ondernemen met mijn kinderen, kan ik aan het huis klussen. Dat is de leuke kant.
Toch is er ook een mindere kant. Ik voetbal graag op hoog niveau en ik had het nog wel aangekund een jaar. Dan mis je de kleedkamer en de dolletjes. Ook ben ik iemand die altijd vroeg opstaat en dan is het toch raar dat je niet meer naar NEC hoeft. Nu train ik voor mezelf door hard te lopen. Mijn vriendin fietst dan mee, want dat heb ik wel nodig zodat ik een beetje kan kletsen. Anders ga ik na 500 meter weer rechtsomkeert naar huis. En als ik twee maanden niets doe en moet dan bij De Treffers beginnen, dan kan je me opvegen. Ik moet dus echt wel mijn conditie op peil houden.
15 juli starten ze de training bij De Treffers. We trainen dinsdag, donderdag en vrijdag en op zondag spelen we de wedstrijd. Misschien ga ik voor mezelf nog wel een extra dag trainen om mijn conditie op peil te houden. Al heb je natuurlijk niet veel conditie nodig als laatste man. Maar wie weet wordt ik wel op het middenveld gezet. Ik zie het wel.
Mocht De Treffers promoveren naar de Eerste Divisie dan weet ik niet of ik dan ook nog doorga. Ik spreek met NEC ook nog over een functie binnen de club. Als het gemakkelijk te combineren is, dan zou ik dat eventueel dit seizoen naast het voetbal kunnen doen, maar mijn insteek is voor volgend seizoen. Wat voor een functie het wordt weet ik niet, want daar hebben we nog niet over gesproken.
Ik wil ook graag wat doen bij NEC. NEC is mijn club, ligt om de hoek en ken alles en iedereen daar. Ik zou graag teammanager willen zijn. Dat is een ideale baan voor mij, want dan moet je veel dingen regelen en spelers helpen. Ik heb dat ook al gedaan in de periode dat ik nog speler was. Ton Spaan doet dat nu en is toch op leeftijd. Ik weet natuurlijk niet hoe lang hij nog door wil gaan. Misschien kom ik wel in de scouting terecht of ga ik mijn trainersdiploma halen. Of gewoon een diploma voor assistent-trainer, dat is ook makkelijker te halen. Ik heb het daar al met Jack de Gier over gehad. Hij zag het al zitten: ‘Over een paar jaar ben ik hoofdtrainer en word jij mijn assistent’.

Ik coach erg veel. Vooral jonge jongens bij NEC vonden dit prettig. Bram Nuytinck stond hier bijvoorbeeld erg open voor en ik vind het daarom ook leuk om te zien dat hij zo is gegroeid. Die trainde ook echt heel goed en pakte het heel snel op. Verdedigen is in de basis heel simpel. Je hoeft alleen je man uit te schakelen, je moet de goal verdedigen en dus niet alleen je man achterna lopen. Af en toe doordekken, inspelen en niets doen. Geef de bal maar aan anderen die beter kunnen voetballen. Daar draait het om. Dat is voetbal.
Jongeren denken er nu misschien wat te gemakkelijk over. Toen ik vroeger jong was, was dat toch anders. Misschien is respect voor ouderen een groot woord, maar ik dacht wel heel anders. Er werd toen ook nog niet zoveel verdiend, rond de 30.000 euro per jaar, en nu verdienen ze bij wijze van speken al een tonnetje per jaar. De tijden zijn gewoon veranderd. Moestafa El Kabir kon bijvoorbeeld goed voetballen, maar besefte soms niet de hij betaald voetballer was. Die kon dat niet goed combineren. Niet bij één goede wedstrijd meteen praatjes krijgen, dat je de man bent en alles kunt doen. Zo werkt dat niet. Je moet je karakter natuurlijk ook niet verstoppen. Je moet wel jezelf blijven, maar je moet je wel aan de normen en waarden houden. Dat vind ik wel heel belangrijk.
Ze zeggen ook dat als ik het biertje had laten staan ik meer uit mijn carrière had kunnen halen. Maar als ik bij een grotere club had gevoetbald, had ik ook na de wedstrijd gewoon een biertje gedronken. Ik heb er naar mijn idee wel alles uitgehaald. Ik heb bijna 25 jaar betaald voetbal gespeeld, met clubs Europees voetbal gespeeld, de Bekerfinale gewonnen en kampioen geworden in de Eerste Divisie met FC Dordrecht. Alleen kampioen in de Eredivisie ben ik nooit geworden, maar ik heb niets te klagen.
Vroeger heb ik misschien wel wat veel gefeest, maar de laatste jaren is het veel minder geworden en ben ik vrij rustig. Iedereen denkt dat ik alleen maar drink en op stap ga, maar zo werkt het niet, anders had ik het niet zo lang voor gehouden. Ik kan het heel goed combineren. Ik ben heel serieus met mijn sport bezig. Mensen weten dat ook. Mijn vriendin vond het ook nog wel eens frustrerend. Als we de avond voor een wedstrijd een verjaardag hadden ging ik niet mee omdat ik gewoon thuis op de bank wilde liggen. ‘Je kunt daar toch ook op de bank zitten?’, zegt zij dan. Maar daar wordt dan gerookt en gedronken en ik wil mezelf focussen op de wedstrijd. Dat heb ik altijd zo gedaan.
Dit jaar met NEC was een raar seizoen. We zijn goed begonnen maar we speelden daarna slecht en haalden te weinig punten. Vervolgens stapte de trainer op en hebben we problemen gehad met spelers. Het interview in de VI met Youssef El Akchaoui vond ik eigenlijk wel meevallen. Ik weet alleen niet zo goed waar het vandaan komt, want ik heb eigenlijk nooit problemen gehad met Youssef. We hebben wel eens een aanvaring gehad op een training, maar dat hebben alle spelers wel een keer met elkaar. Dat Man of the Match-bordje hingen wij altijd scheef en toevallig stond zijn naam er op. Als iemand er dan kwaad op reageert, dan wordt het leuk. Dan ga je het express doen. Zo gaat het in het voetbal.
Spelers reageerden ook verbaasd en vroeg zich af waarom hij dat over mij had gezegd. Ook betreft zijn commentaar over die aanvoerdersband. Maar we overleggen altijd met de spelersraad over de aanvoerdersband, dat is niet nieuws. Ik voel me ook niet aangevallen. Het zijn ouwe koeien, het is gebeurd en ging nergens over. Ik heb me er niet aan gestoord.
Het was vroeger wel meer een team en had je meer lol. Dat heeft denk ik ook met het leeftijdsverschil te maken. Vroeger bestond het team uit jongens tussen de 20 en 26 jaar, nu komen ze er steeds jonger bij en heb je spelers tussen de 17 en 35 jaar rondlopen. Dat is gewoon een groot leeftijdsverschil. Vroeger was het ’s avonds samen weggaan en de volgende dag er stonden we er gewoon weer. Dat kan nu niet meer. Het voetbal is ook veranderd. Veel sneller geworden. Je hebt geen tijd meer om na te denken.

We hebben nog steeds wel dolletjes in het voetbal. Zo belden we een keer vanuit het kantoor naar de spelershome waar een nieuwe spelersvrouw stond. Deden we de stem van Han Thijsen na: “Met Han, doe er even twintig frikadellen in voor de jongens.” “Ow, twintig frikadellen? Mogen ze dat wel?” “Ja, deze keer wel. Ze hebben hard getraind. Gooi ze er maar in.” Kwam even later die andere spelersvrouw er aan. Die had het al een beetje door en belde meteen Han op. Die was natuurlijk stomverbaasd. Dat soort dingen zijn prachtig. Ze trapt er nog steeds in.
We hebben ook een keer een geintje uitgehaald met Emiel van Eijkeren. Belden we hem op, deden we een Vlaams accent na en zeiden we dat we van Anderlecht waren. Gaven we aan dat we interesse in hem hadden en dat we na een wedstrijd wilden afspreken in Tiel bij Van der Valk. We hebben er van hem natuurlijk nooit iets meer van gehoord, want hij zou nooit zeggen dat hij er is geweest.
Ze proberen mij ook wel eens voor de gek te houden, maar ik heb het altijd wel snel in de gaten. Ik had ook een keer geluk. We zouden via Schiphol vliegen en Han kende iemand van de douane daar. Die zou mij er wel even tussenuit pikken. Dat was natuurlijk wel erg lullig geweest. Mijn geluk was dat we uiteindelijk via Dusseldorf zijn gevlogen, haha.
Vanaf het moment dat ik bij NEC ben gekomen voelde ik mij gelijk thuis. Het is een erg warme club en erg gezellig. Het is ook erg mooi om te zien hoe de club is gegroeid. Vroeger hadden we in de kleedkamer van die schoolbanken staan en houten planken waar je je op kon verkleden. Dat is allemaal veranderd. Alles wordt veel professioneler. Destijds zaten ze maar met drie man op kantoor.
Een van de wedstrijden die ik nooit meer vergeet, is die in de nacompetitie tegen Go Ahead Eagles. Zij stonden drie punten op ons voor en bij verlies waren wij gedegradeerd. Het stadion was goed gevuld en we wonnen we met 3-0. Ik zie de supporters nog zitten op de Hazenkamp; met de benen tussen de hekken door op de sintelbaan. Dat was echt mooi om te zien. Nu is het tijd voor een nieuwe ring. Met een nieuw stadion kan de begroting omhoog en ik ben overtuigd dat het stadion dan ook wel weer vol gaat lopen. NEC is een grote club in deze omgeving, een echte volksclub. Het zit altijd vol, dus je moet een keer uitbreiden. Stel dat er een stadion komt voor 20.000 man en er komen er 17.000 kijken, dan heb je er al 5.000 meer dan nu. Dan wordt het ook weer aantrekkelijker voor sponsoren en zo groei je door. Anders blijf je altijd hangen op deze begroting. Natuurlijk is presteren belangrijk, maar als je nu presteert is er geen ruimte voor extra supporters. Natuurlijk moet het stadion wel in het Goffertpark blijven. Daar hoort NEC thuis.
Ik weet dat er wat financiële problemen zijn en de club is eigenlijk een beetje aan heropbouwen. Daar moet je ze ook de tijd voor geven. Het eerste elftal en Jong NEC zijn nu een groep geworden. Het is wel een grote groep en daar zal ik, als ik ooit trainer word, geen voorstander van zijn. Een kleinere groep rond de 22 spelers lijkt mij toch makkelijker werken. Maar ze hebben natuurlijk met Jack de Gier een extra trainer aangetrokken en voor Jong NEC is het ook vervelend als je steeds met zes man moet trainen. Het is natuurlijk de bedoeling dat het niveau van de spelers van Jong NEC omhoog gaat, maar het moet dadelijk niet zo zijn dat het niveau van het eerste elftal omlaag gaat. Met alle respect, want die hebben natuurlijk meer kwaliteiten. En het gat van de A1 naar Jong NEC wordt ook weer te groot. Ik denk wel dat de basis bij NEC wel goed is, ondanks dat er aardig wat spelers zijn vertrokken. NEC gaat gewoon in de middenmoot eindigen.”
Een zichtbaar tevreden Pothuizen maakt zijn sigaret uit, loopt in zijn oude NEC-broekje weer richting de steigers en beklimt deze soepeltjes om weer verder met klussen te gaan. ForzaNEC.nl bedankt de speler voor zijn inzet voor NEC op het veld en hoopt hem snel langs het veld weer te begroeten.