Krisztián Vadócz gold in het seizoen 2007/2008 als de stille kracht achter het grote succes van NEC, dat erin slaagde Europees voetbal af te dwingen. De Hongaarse middenvelder verdiende met zijn uitstekende spel een transfer naar het Spaanse Osasuna, maar keerde deze zomer, na drie jaar in Pamplona vertoeft te hebben, terug in de Keizerstad. Voor velen kwam de rentree van Vadócz op de Nederlandse velden als een verrassing.

”Niet voor mij”, vertelt de 26-jarige spelmaker deze week in Voetbal International. ”Ik heb altijd goed contact gehouden met landgenoot Gábor Babos en met Carlos Aalbers (technisch directeur, red.). Zij hielden me op de hoogte van alles wat er gebeurde binnen NEC, voor mijn gevoel ben ik nooit helemaal weggeweest bij de club. Eind augustus bereikte ik met Osasuna een akkoord over ontbinding van mijn contract. Daarna heeft NEC snel gehandeld.”

Drie jaargangen geleden lag de wereld aan de voeten van de toentertijd 23-jarige Vadócz. Een transfer naar Osasuna zou als springplank naar de absolute top moeten fungeren, maar de in Boedapest geboren voetballer deed de afgelopen transferperiode een stapje terug in plaats van er een voorwaarts te zetten. Desondanks blijven zijn ambities onverminderd hoog.

”In feite is er niks veranderd sinds de vorige keer. Mijn doel is nog steeds spelen voor een topclub. In de Champions League”, vervolgt Vadócz, wiens contract aan het einde van dit voetbaljaar afloopt. ”Ik voel me mezelf goed genoeg voor de grote clubs in Spanje, Italië, Engeland of Duitsland.”

”Maar of het er van komt, is afwachten. Zoiets heb je nooit helemaal zelf in de hand en de concurrentie in dat soort landen is groot. Ik staar me er niet blind op. Nu ben ik bij NEC en ik voel me goed. De kans is groot dat ik na dit seizoen weer vertrek en op zoek ga naar een ander avontuur. Maar eerst wil ik hier weer iets moois neerzetten.”