Vanwege de uitbraak van het Corona-virus wordt er in Nederland voorlopig niet gevoetbald. Een mooie gelegenheid om eens in de archieven te duiken met ForzaNEC, om memorabele wedstrijden, periodes en momenten terug te halen. Vandaag over de beginjaren van NEC in het Goffertstadion.
NEC speelde niet vanaf de opening in 1939 in het Goffertstadion. Werd deden er vier spelers van de club mee tijdens de openingswedstrijd tegen Olympique Rijssel (Lille). Een combinatie-elftal genaamd De Zwaluwen, bestaande uit spelers van APGS, NEC, DWS, Quick, Haarlem en UVV trad op 9 juli aan in het geopende stadion. Namens NEC deden Hoeboer, Binnendijk, Van der Sloot en Ten Velde mee bij het elftal dat in een 2-3-5-formatie speelde. Dat laatste is in het huidige voetbal ondenkbaar.
Verhuizen
Het stadion was een werkverschaffingsproject voor de vele werklozen in de stad. Doordat voornamelijk met de hand een kuil moest worden gegraven, werd het stadion door de bouwlieden vervloekt. ‘De Bloedkuul’, werd de bijnaam. Toen het eenmaal af was en zowel NEC als stadgenoot Quick de kans kreeg om er naartoe te verhuizen, bedankten beide clubs. De accommodatie aan de Hazenkamp voldeed en voor De Goffert moest huur worden betaald.
NEC zou drie jaar na de opening voor het eerst in De Goffert spelen. Op 29 maart 1942 speelde de club tegen Quick, bij wijze van experiment in een groot stadion. 15 duizend mensen waren aanwezig en dus leek het een succes, maar NEC wilde nog steeds niet verhuizen. Pas toen er door de Tweede Wereldoorlog veel schade werd aangericht aan het complex van NEC, kwam verhuizing weer ter sprake. De club had al plannen om het eigen complex anders in te richten, maar dat zou veel tijd en geld kosten. De gemeente zag het wel zitten dat NEC naar De Goffert kwam, maar dan wel permanent zodat er eindelijk een vaste bespeler van het stadion zou zijn.