Vanwege de uitbraak van het Corona-virus wordt er in Nederland niet gevoetbald tot en met 6 april. Een mooie gelegenheid om eens in de archieven te duiken met ForzaNEC, om memorabele wedstrijden, periodes en momenten terug te halen. Vandaag kijken we terug op de enige overwinning die NEC in de clubhistorie boekte in Amsterdam tegen Ajax. Daarvoor gaan we terug naar 1994.
Kijk naar een lijst met alle wedstrijden tussen NEC en Ajax en je zal vanuit Nijmeegs perspectief weinig hoogtepunten opmerken. De laatste overwinning dateert van november 2005 (1-0). De laatste jaren speelt NEC vooral tegen Jong Ajax. De laatste lichtpunten waren in Amsterdam, want in 2016 en 2014 speelde NEC met 2-2 gelijk in de Arena. Vooral het gelijkspel uit 2014 was belangrijk. Door twee goals van Alireza Jahanbakhsh wendde de ploeg van trainer Anton Jansen directe degradatie af.
NEC pakte weleens een punt in Amsterdam en dat werd vaak als overwinning gezien voor de Nijmegenaren. De enige keer dat de Nijmeegse club in al die jaren op bezoek bij Ajax won, was in 1994. Het was een krankzinnig seizoen waar we nu even naar teruggaan, voor zover dat mogelijk is. NEC speelde toen namelijk in de Eerste Divisie. In 1993/94 was dat zelfs voor het derde seizoen op rij, zoals dat nu ook zo is. Onder leiding van Jan Pruijn eindigde NEC eerst als achtste en daarna als vierde.
In 1989 keerde NEC ook na drie seizoenen in de Eerste Divisie terug naar de Eredivisie door te promoveren via de nacompetitie. Terugkeren was nu ook het doel met een elftal met veel bekende namen, zoals Wilfried Brookhuis, Cees Lok, Ulrich Cruden, Carlos Aalbers en Danny Hoekman. Het werd een memorabel seizoen NEC stond na zeven speelrondes pas op één zege in de competitie en zelfs zeventiende op de ranglijst, maar uiteindelijk begon het te draaien en vond de ploeg van Pruijn de weg omhoog. Ook in het bekertoernooi ging het goed. De amateurs van FC Lisse en De Treffers werden verslagen en ook competitiegenoot De Graafschap moest eraan geloven. Toen in februari ook ADO Den Haag werd uitgeschakeld, werd het echt serieus.


Uit de koker kwam vervolgens Ajax, de koploper van de Eredivisie. Een uitwedstrijd in De Meer, mooi om mee te pakken als Eerstedivisionist. Maar de finale bereiken leek er niet in te zitten voor NEC, dat ook nog in een hevige strijd om de titel verwikkeld was. Door de zege op Fortuna Sittard (1-2) in de week voor het treffen met Ajax veroverde de formatie van Pruijn de koppositie. De derde periodetitel was toen al binnen. Voor Ron de Groot was het toen overigens zijn eerste seizoen als assistent-trainer bij NEC. Samen met topscorer aller tijden Frans Janssen vormde hij de staf van Pruijn.
Opstelling NEC: Brookhuis, Stock, Van der Linden, Van der Weerden, Van Wonderen (90′ De Jong); Aalbers, Cruden, Kooistra; Hoekman, Lok, Dekker.
Opstelling Ajax: Van der Sar; Silooy, Blind, Rijkaard, De Boer; Petersen (46′ Kanu), Seedorf (66′ Reuser), Davids; Van Vossen, Pettersson, Overmars.
Zo reisde het kleine NEC op 20 maart 1994 af naar Amsterdam. Zonder illusies, maar met de wil om te winnen. De Nijmegenaren waren in vorm, terwijl Ajax de woensdag voor de halve finale nog door Parma werd uitgeschakeld in de Europa Cup II. “Uit vorm zijn kan, maar op dit niveau mag je niet over je heen laten lopen. Als je als Ajacied op het podium staat, moet je er zíjn”, zei trainer Louis van Gaal toen. NEC stond in De Meer niet alleen, want het uitvak zat bomvol met ongeveer tweeduizend Nijmeegse fans, die deels met de trein naar Amsterdam reisden.
Op 12 mei 1994 was het zo ver in Rotterdam. Hoewel NEC zeker niet werd weggespeeld door Feyenoord verloor de ploeg van Pruijn wel met 2-1. Zo zat het bekeravontuur erop, maar niemand zal ontevreden zijn geweest met het resultaat van runner-up. De late treffer van Bennie Dekker kwam te laat voor NEC. Voor Feyenoord hadden Ruud Heus en John van Loen gescoord. De blik moest al snel op de nacompetitie, want vijf dagen na de finale kwam De Graafschap op bezoek. De nacompetitie werd toen nog gespeeld in een poule met vier clubs waarin uit- en thuisduels werden gespeeld. NEC speelde tegen De Graafschap, SC Heracles en Eredivisionist VVV-Venlo.
Het werd een uiterst succesvolle campagne die al begon met een klinkende 4-0 zege op De Graafschap. Ook Heracles (0-1) werd aan de kant gezet, terwijl VVV twee keer met 1-2 werd verslagen. Een thuiszege op Heracles zou al genoeg zijn voor promotie naar de Eredivisie en hoewel het zeker niet de makkelijkste wedstrijd was, lukte het de ploeg van Pruijn door een doelpunt van Kees van Wonderen halverwege de tweede helft. NEC keerde na een afwezigheid van drie jaar terug op het hoogste niveau.
Ondanks de prestaties ging de club overigens niet verder met Pruijn. In februari werd al bekend dat NEC een andere trainer ging aantrekken. Dat werd Cees van Kooten. Pruijn mocht wel aanblijven als technisch manager. De spelersgroep twijfelde over het aanblijven van Pruijn en uiteindelijk hakte de technische leiding van NEC de knoop door en haalde Van Kooten binnen. Na de promotie was er niets dan lof vanuit de spelersgroep voor Pruijn, die in 1991 als trainer voor de leeuwen werd gegooid. “Ik ben een echt voetbaldier, dat niet stil kan zitten”, zei Pruijn na het duel met Heracles tegen NRC. “Ik ben niet iemand die na de training even in het spelershome zit en snel naar huis gaat. Als het moet sta ik ook nog in het doel bij het tweede. Die hebben maar een keeper.”
NRC schreef toen:
Hij zit quasi ontspannen op een stoeltje langs het veld. De benen over elkaar zolang het goed gaat. De mond wijd open als een van zijn verdedigers een gevaarlijke terugspeelbal lanceert. Na de goal van Kees van Wonderen springt hij op. Na het laatse fluitsignaal ontvangt hij de felicitaties. De promotie van NEC is toch ook een beetje zijn promotie. Aarzelend stort de afgedankte trainer zich in het feestgedruis. De champagnefles aan de lippen, die al nat waren door de vele (vrouwelijke) gelukwensen. Een bosje bloemen wuift naar de toeschouwers. Ze scanderen heel voorzichtig ‘Jantje bedankt’.
Hij praat zonder rancune. Alsof er niets aan de hand is, alsof er geen alternatief is, gaat hij schijnbaar zeer gemotiveerd aan de slag. “Ik sta open voor een stap terug.” Hij schrikt van zijn eigen uitspraak. “Nee, het is niet echt een stap terug. Het is toch weer een niveau hoger, maar wel een sprong in het diepe.” Hij lacht, maar het is een besmuikte lach. Natuurlijk voelt Pruijn dat hij op een vreemd soort zijspoor is gezet. Maar hij houdt zich groot en belooft zijn toehoorders “tot diep in de nacht een paar pilsjes te pakken”. “Ik hoop dat ik dan mijn huis nog kan terugvinden.”
Foto’s: ANP Archief