Na een week geen wedstrijd te hebben gespeeld, vanwege het interland voetbal, kan Rogier Meijer niet wachten tot de competitie weer hervat wordt. Dat gebeurt voor NEC zaterdagavond thuis tegen PSV. “Het is mooi dat we met deze wedstrijd beginnen. Thuis om 20.00 uur, ik kijk er naar uit.”

Zo begon de oefenmeester na de laatste training voorafgaand aan de wedstrijd tegen PSV. Vooral het idee dat er weer een thuiswedstrijd op het programma staat geeft Meijer een lekker gevoel. Logisch, want er werd in de eigen Goffert pas één keer verloren dit seizoen. “Over het algemeen zijn we moeilijk te kloppen. Thuis hebben we een bepaalde manier, dat het voor de tegenstander lastig is om hier te spelen. We winnen de laatste tijd ook vaker in eigen huis. Niet te vergeten dat de steun van het publiek ons iets extra’s geeft. Dat geeft ons alleen maar vertrouwen en een steuntje in de rug.”

PSV zit, in tegenstelling tot NEC, in een wat mindere periode. In Nijmegen kan het weleens een zware klus om een resultaat te boeken. Zeker aangezien Ruud van Nistelrooij niet kan beschikken over een aantal vaste krachten. “We hebben ze geanalyseerd en weten waar de mogelijkheden liggen. Alleen zijn we vooral bezig met onszelf. In de achterhoede van PSV zijn veel mutaties, dat is iets wat we wel benadrukken. Soms is het een bewuste keuze om wat minder naar de tegenstander te kijken en meer naar ons eigen spel.”

Internationals

De ploeg is deze week ook weer helemaal compleet. Meijer had maar liefst vier internationals: Jasper Cillessen, Elayis Tavsan, Dirk Proper en Andri Baldursson. “Ik heb alles kunnen bekijken. Jasper heeft twee keer mogen spelen en de wedstrijden van Jong Oranje hebben we hier op YouTube gekeken. Je kijkt dan toch met een ander gevoel naar het Nederlands Elftal dan wanneer er niemand van ons bij zit. Fijn dat de jongens het goed gedaan hebben, want dat geeft ook een goed gevoel als ze terug komen.”

In eerste instantie zat Proper niet bij de selectie van Jong Oranje, maar werd nog last-minute ingevlogen door Erwin van der Looi. “Ik wilde hem bellen, maar ik kreeg hem niet te pakken. Uiteindelijk heb ik een paar keer het oranje leeuwtje via de app gestuurd. De teamchef van Oranje kreeg hem ook niet te pakken. Om de tien minuten heb ik zo’n leeuwtje gestuurd naar hem. Drie uur later was hij helemaal euforisch”, sluit Meijer lachend af.

Foto: Rob Koppers