In een zwaarbevochten duel won NEC dinsdagavond van PEC Zwolle in de eerste ronde van de KNVB Beker. De Nijmegenaren hadden er een verlening voor nodig, maar de vechtlust vanaf de tweede helft bezorgde hen de overwinning. Rogier Meijer ging na afloop in op de bedroevende arbitrage, een getergde Koki Ogawa en de luxe op linksback. “Concurrentie is goed, want we moeten beter.”
“Ik ben met name gewoon echt blij eigenlijk. Dat komt omdat je een ronde verder bent”, begint de trainer met een glimlach tegenover ForzaNEC. “Als je een verlenging speelt en verliest is dat een zuur gevoel. Tuurlijk zit daar opluchting bij, omdat het een knotsgekke wedstrijd was, maar we zaten gelukkig aan de goede kant van de score.”
Vertrouwen
Na de 2-2 zag Meijer het eigenlijk niet meer misgaan voor zijn ploeg. “Ik was blij dat hij (PEC Zwolle-doelman Jasper Schendelaar, red.) die bal niet pakte. Daarvoor hadden we ook een aantal momenten. Ik had het gevoel dat we zouden winnen als we de 2-2 zouden maken. Al moet ik eerlijk zijn: dat gevoel had ik ook bij de 1-1, omdat ik ons beter in de wedstrijd vond zitten.” Ook na de 4-3 vanaf de stip was het niet echt billen knijpen voor de trainer. “Ik had niet het gevoel dat we de voorsprong nog weg zouden geven, omdat je in het elftal ook iets zag ontstaan.”
“Hoe wij bij de 1-2 verdedigen, hoe wij de bal verliezen bij de 0-1, dat is wel bepalend voor hoe je de wedstrijd speelt”, verzucht Meijer. “Daar hebben we ons gelukkig overheen gevochten en dat is het belangrijkste.”
Tekst gaat verder onder de afbeelding.

Vroeg drukzetten
Vooral de eerste helft was niet om te genieten voor iedereen die NEC een warm hart toedraagt. Er werd amper gevoetbald en de druk van Zwolle hield de Nijmegenaren koest. “Zwolle speelde veel de lange bal, omdat wij met Rober (González, red.) naast Koki (Ogawa, red.) speelde. Als je ziet hoe wij die ballen verwerken, dan moet je er steeds achteraanlopen. We wonnen de duels op zich wel, maar dan legden we de bal toch weer op het middenveld bij Zwolle neer. Daardoor moet je telkens terug. We veroverden de bal pas laat op het veld en zij zetten vroeg druk, daar kwamen we de eerste 25 minuten niet onderuit.”
Richting de rust werd NEC iets gevaarlijker. “Daarna kwam er een fase dat Hansen zich wat meer op het middenveld aanbood bij Rober. Toen vond ik dat elke bal die we naar voren speelden meteen gevaar opleverde. Het was dus niet dat we niet wilden of niet scherp waren, maar hoe je die ballen in de eerste fase verwerkt hebt. Dat gevoel was niet goed.”
Armoedige arbiter
Ook het gevoel over scheidsrechter Robin Hensgens, die op het laatste moment naar Nijmegen gestuurd werd door de KNVB, was niet goed. Meijer paste goed op zijn woorden, maar toch spraken deze boekdelen. “Ik vond de scheidsrechter niet zo héél goed moet ik zeggen. Dat ik geen gele kaart heb gehad is ongelofelijk. Ik verdiende er echt een.”
“Hij was niet echt in vorm en geeft nog een penalty… Vanaf anderhalve meter afstand krijgt Nuytinck de bal richting zijn hoofd geschoten waar zijn hand toevallig voor hangt. Dan wijst hij naar de stip, dat was niet best, maar het paste wel bij de wedstrijd.”
Tekst gaat verder onder de afbeelding.

Ogawa
Meijer was, ondanks een ruzie in de eerste helft met Vito van Crooij, tevreden met spits Koki Ogawa. De Japanner miste tegen Almere City een grote kans en was getergd om te scoren. Dat deed hij uiteindelijk twee keer. “Hij vertelde me dat hij zou gaan scoren, maar dat roept hij al twee weken, dus daar was ik wel een beetje klaar mee. Je zag ook na de goal dat er iets van hem afviel. Als je ziet welke arbeid hij geleverd heeft, ook in de omschakeling terug, dan was dat nodig. Als hij de doelpunten makkelijker maakt helpt dat ons alleen maar.”
Tekst gaat verder onder de afbeelding.

Tot slot ging de trainer nog in op de linksbacks in zijn selectie. Thomas Ouwejan begon aan de aftrap, maar een agressieve Calvin Verdonk viel sterk in. “Het zijn twee goede spelers voor één positie, dus het is zeker een keuze die we telkens afwegen. In principe had Calvin vandaag gespeeld, maar hij kon vrijdag niet trainen, dus vandaar de keuze nu. Hij viel goed in en was op een goede manier agressief.”
“Die concurrentie is goed, ook voorin, want we moeten beter. Ouwejan zie ik in sommige wedstrijden wel als optie voor linksbuiten, maar in wedstrijden waarin wij beter zijn of een gelijkwaardige tegenstander hebben speel ik het liefst met een echte linksbuiten”, besluit Meijer.
Foto’s: Rob Koppers