NEC verzekerde zich donderdagavond ten koste van sc Cambuur voor de achtste finales van de KNVB-Beker. Trainer Rogier Meijer paste zijn team op enkele posities aan, wat uiteindelijk goed uitpakte. Zo deden Mattijs Branderhorst, Bart van Rooij en Lasse Schöne niet mee, maar desondanks was NEC vooral de eerste helft erg dominant. Dat het met rust ‘maar’ 0-2 stond volgens de analytici, stemde de oefenmeester tot tevredenheid. Ook het leveren van de energie van het team, ondanks de vele wisselingen, deed de trainer goed, meldde Meijer tegenover de camera’s van EPSN.

NEC ging de rust in met een comfortabele 0-2 voorsprong, maar dat had volgens Meijer ook zomaar 0-4 kunnen zijn. De spelers maakt Meijer echter geen verwijten. “We laten het na om de 0-3 binnen te schieten zodat het gat wat groter is en je de tegenstander verder weg zat. Ik ben wel erg tevreden over het spel en over de manier waarop me met elkaar bezig zijn.” Verrast door de vele wisselingen was de trainer niet. “Het is niet zo dat de jongens die vanavond speelden, nog niet gespeeld hebben in dit team, op de positie waar ze speelde. Wat me wel blij verrast heeft, is de energie die geleverd is, door het hele team. Ik heb wel een team gezien wat niet liet blijken dat er een bepaald iemand niet meedeed.”

Javier Vet was één van de spelers die donderdagavond de kans kreeg om zich te laten zien. Dat deed de middenvelder zeer verdienstelijk en lijkt steeds meer te solliciteren naar basisklant. Meijer ziet dat Vet de kansen die hij krijgt, wel met beide handen aanpakt. “Dat is het voetbal en dat is de concurrentie. Uiteindelijk bepaal ik wie er speelt. Maar aan de andere kant, de competitie is nog lang, en zoals nu kampen we ook met blessures, dus ik denk dat we Javier nog keihard nodig zullen hebben dit seizoen!”

NEC wist het te presteren om in de laatste paar competitiewedstrijden, een zeker lijkende overwinning of een gelijkspel steeds weer doelpunten tegen te krijgen en zo punten te verspelen. Maar of de trainer zat te billenknijpen in de slotfase? ”Natuurlijk, je hebt het de laatste wedstrijden ook wel gezien. Je weet dat er in de laatste tien minuten van een wedstrijd, met zo’n stand, nog van alles kan gebeuren. Wat me opviel is dat we er wel beter mee omgaan. Een keer een overtreding maken, blijven liggen wanneer er iemand een tikje kreeg, een balletje breed spelen, een keer het tempo er uit halen, ga zo maar door.”

Foto: Rob Koppers