NEC won zaterdagmiddag de oefenwedstrijd tegen RKC met 0-1. In Waalwijk werd het duel ingekort vanwege personele problemen bij de Nijmegenaren en dus moest trainer Rogier Meijer puzzelen. Zo zagen we Koki Ogawa als aanvallende middenvelder en Calvin Verdonk als rechter centrale verdediger.

“Ik hecht hier niet zoveel waarde aan, maar wel meer dan tegen DIO’30”, begint Meijer over de oefenwedstrijd tegen RKC. “Nu was er meer tegenstand en lag het tempo wat hoger. Dat is de eerste keer dat we dat weer ervaren. Daar moeten de jongens even aan wennen. Richting het einde van de wedstrijd kregen we het moeilijker. We waren niet meer zo fris, maar dat is ook niet gek na een week trainingskamp. Al met al een mooie eerste wedstrijd. We hebben pittig getraind, echt op wedstrijdniveau. Qua intensiteit en qua meters. De groep is niet zo groot, dan kun je natuurlijk meer wisselen en is iedereen iets frisser.”

Puzzelen

“Uiteindelijk speel je liefst twee keer 45 minuten. Nu was het puzzelen, want er moeten ook geen spelers afvallen met blessures. Daarom hebben wij aangevraagd of we twee keer 35 minuten konden spelen. Dat heeft ons wel geholpen”, vertelt Meijer over de reden voor het inkorten van de oefenwedstrijd.

De 41-jarige oefenmeester uit Doetinchem zag dat zijn ploeg, ondanks de vroege goal van Bram Nuytinck, niet sterk aan de wedstrijd begon. “De eerste tien minuten waren niet goed. Toen stond Pedro Marques in de spits en Magnus Mattsson op links. Koki Ogawa speelde achter hen. In de communicatie was dat lastig, zeker als RKC gaat draaien met het middenveld. We wilden ook fysiek werken, dus dan ga je hoger drukzetten en dat willen we ook graag.”

“We kijken in eerste instantie naar hoe de kwaliteiten van alle spelers bij elkaar passen. We werken bijna met een compleet nu elftal. Vandaar uit gaan we zien wat specifieke kwaliteiten zijn van spelers. Vandaag zag je bijvoorbeeld dat als je Koki (Ogawa, red) lang aanspeelt, dat hij de bal goed bij zich kan houden. Dat geeft ook aan dat als we onder druk staan dat we dat ook kunnen doen. Vanaf daar gaan we een speelwijze ontwikkelen waarin we wat eerder en intensief druk willen zetten.”

Frisheid

Deze inspanningen eisten richting het einde van de wedstrijd zijn tol. NEC werd minder sterk en RKC bracht zes invallers die voor frisheid zorgde bij de Waalwijkers. “Dat is wel een verschil natuurlijk. Wij kregen met Mattsson nog een grote kans op 0-2. Voor Lars Olden Larsen waren het pas zijn eerste minuten. Dat is wel een optelsom qua fitheid. Uiteindelijk gaat het er ook om dat je niks probeert weg te geven. Dat lukte vrij aardig.”

González

Nieuwe aanwinst Rober González was ook aanwezig bij het oefenduel. Hij keek vanaf de tribune toe. Meijer ziet in de 22-jarige Spanjaard meer een ‘nummer tien’ dan een rechtsbuiten. “Carlos (Aalbers, red) doet dat voorwerk. Uiteindelijk kijken we op verschillende manier of we spelers kunnen vinden, ook met data. Carlos kende hem al en het heeft vier weken geduurd om hem hier te krijgen. Dat is nu gelukkig gelukt. Bij Alavés heeft González op rechts gespeeld, maar ook op ‘nummer tien’. Ik vond hem als aanvallende middenvelder het beste. Volgens mij is dat zijn beste positie, maar hij kan ook als linkspoot op rechts. In eerste instantie gaat hij concurreren voor de positie van aanvallende middenvelder.”

“Er zal sowieso nog wat bijkomen. Achterin is dat wel nodig, zeker met de blessure van Philippe (Sandler, red). Dat is niet ernstig, maar hij kan niet meedoen met de veldtraining. Voor die plekken zijn we zeker bezig. Mees Hoedemakers heeft donderdag op de training een blessure opgelopen. Dat lijkt ook niet ernstig, maar wel ernstig genoeg om niet te spelen tegen RKC. In sommige linies hebben we misschien nog wel twee spelers nodig. Denk bijvoorbeeld aan de situatie rondom Elayis Tavsan. Dat is speculeren”, eindigt Meijer.