Donderdagavond had NEC de halve finale van de KNVB beker kunnen bereiken door te winnen van Go Ahead Eagles. Het liep helaas anders. Eindelijk met het publiek er weer bij in De Goffert verloren de Nijmegenaren met 0-2. Magnus Mattsson baalde vooral van de slechte eerste helft waarin zijn ploeg het weggaf. “Ik weet dat wij aan de bal veel beter kunnen dan dat we vandaag hebben laten zien.”

“Het was natuurlijk geen goede wedstrijd van onze kant”, begint Mattsson bij ForzaNEC. “Helemaal de eerste helft waarin we veel fouten maakten. Iedereen, inclusief mezelf, kon de bal moeilijk in de ploeg houden. In de tweede helft ging het wel iets beter, maar over de gehele wedstrijd zijn we absoluut niet tevreden. Ik weet dat wij aan de bal veel beter kunnen dan dat we vandaag hebben laten zien. Als je niet goed bent in balbezit dan maak je het jezelf gelijk erg moeilijk. Aan de andere kant creëerden we wel een aantal goede kansen die echt wel afgemaakt hadden kunnen worden. Dat gebeurde helaas niet.”

Verschil voor en na de winterstop

In de eerste seizoenshelft verliep de passing stukken beter bij de Nijmeegse formatie, zeker vergeleken met na de winterstop. Ook Mattsson ziet dat in. “Waarom spelen we niet zo goed als dat we kunnen? Dat is iets wat we met het team moeten bespreken want we hebben eerder in het seizoen laten zien dat we echt wel stukke beter kunnen spelen. De afgelopen paar wedstrijden hebben we niet het niveau gehaald wat van ons verwacht wordt. We moeten naar de videos gaan kijken en daarop zien waarin we ons moeten verbeteren”, aldus de 22-jarige Deen.

“Het was fantastisch geweest om de halve finale te halen. Dat wilden we ook heel graag. Nu staat er al snel weer een nieuwe wedstrijd op het programma en daarop moeten we ons nu gaan focussen. We moeten niet weer een slechte pot op de mat leggen en zullen dus van onze fouten moeten leren in aanloop naar Heerenveen. Er zijn meerdere zaken die we moeten verbeteren, maar in balbezit weet ik dat wij, met de spelers die we hebben, veel beter kunnen”, eindigt Mattsson.

Foto: Rob Koppers