‘Marathonloper’ Oversier geen moment in paniek bij NEC

Een turbulente transferperiode en een moeizame start van de door hem samengestelde selectie. De eerste maanden van Remco Oversier bij NEC waren allesbehalve rustig. Van paniek is echter nooit sprake geweest bij de 35-jarige technisch directeur, vertelt hij in een uitgebreid interview met ForzaNEC.nl.

Ook als we hem spreken lijkt Oversier weinig rust te hebben. De directeur snelt van de ene naar de andere afspraak. Maar klagen hoor je hem niet doen. "Dit is toch geen werk, wat ik doe? Er staat misschien wat druk op, maar als je dit als werk gaat zien, moet je heel snel stoppen. Dit levert alleen maar energie op."

Op 12 juni wordt Oversier gepresenteerd bij een tot dat moment stuurloos NEC. De van RKC Waalwijk overgekomen technisch directeur kan direct aan de bak bij de gedegradeerde club. "De voetballerij zou er goed aan doen om mensen in deze functie al in januari of februari te laten starten. Dan begin je al aan het nieuwe seizoen. De selectie die nu bij RKC staat, heb ik voor zeventig, tachtig procent samengesteld. Dat gebeurt al in de eerste maanden van het jaar. Hier begon ik eind juni, begin juli. Dan staat het nieuwe seizoen al voor de deur. Trainers hebben onderdak, spelers hebben onderdak. En je bent gedegradeerd, dus er moet ontzettend veel gebeuren in een korte tijd."

"Eigenlijk loop je een marathon terwijl je vijf minuten later begint dan de rest, maar je moet wel eerste worden", vervolgt Oversier met de nodige beeldspraak. "Dat kan nog steeds, ook met vijf minuten achterstand, maar je moet wel veel harder lopen dan de rest. Dat vergt veel gasgeven. Er gingen zeventien spelers weg en er kwamen er tien bij. De staf werd laat geformeerd. We zijn de rest nog aan het inhalen."

Bogers
Dat veel trainers al voorzien zijn als je in juni aan je zoektocht begint, merkt Oversier in de zomer. Jack de Gier staat op het lijstje, maar blijft bij Almere City. Omdat ook de komst van andere kandidaten niet doorgaat, komt Oversier met een zoals hij het zelf formuleert ‘eigenwijze keuze’ door de net aangetrokken assistent-trainer Adrie Bogers te benoemen als hoofdtrainer. "De meeste trainers zijn dan al voorzien en de meeste trainers die dat nog niet waren, die wilde ik niet. We bouwen aan iets voor over drie tot vijf jaar. Dan zoeken we mensen die zich willen en kunnen conformeren aan dat plan."

"We kijken naar wat NEC nodig heeft", vervolgt Oversier. "Als de trainer die wij bij dat plan vinden passen, niet weg kan waar hij dan zit, dan maak ik geen keuzes voor een dag. Als er vanuit de spelersgroep en de staf signalen komen dat Bogers hoofdtrainer maken de juiste keuze is, is dat voor ons een simpele rekensom. Voor de buitenwereld komt dat gek over, maar voor ons was het heel logisch. De staf, dus niet alleen Adrie, wilde de uitdaging aangaan. De manier waarop we dat hebben uitgelegd, is misschien niet zo goed geland. Dus misschien hebben we het ook niet goed genoeg uitgelegd."

Ingrijpen. Een woord dat Oversier in die periode vaak hoort. De directeur peinst er niet over om Bogers al na enkele weken te ontslaan. "Ik zou niet weten waarom. Ik zie elke dag hoe er collectief gewerkt wordt. Het heeft tijd nodig. Zolang alles aan te wijzen is en we weten wat we doen, moet je er vertrouwen in houden. Dan zou het niet van beleid getuigen om dan in te grijpen. Ja, we grijpen in op basis van wat er beter kan op het veld."

De kalmte van Oversier lijkt niet voor niets te zijn geweest, want NEC is beter gaan spelen. "Als het iedere wedstrijd beter, fitter en meer ingespeeld is, word je vanzelf onoverwinnelijk. Dat proces hebben we sinds FC Eindhoven-thuis ingezet. Die wedstrijd was natuurlijk niks. Daarna is het steeds beter gegaan. Dan komen de punten vanzelf. En natuurlijk zullen er ups en downs komen. We gaan hierna echt niet alle wedstrijden winnen."

Doelstelling
De met-beide-benen-op-de-grond-mentaliteit van Oversier en Van Schaik vertaalt zich ook naar de doelstelling. Waar sommige fans vinden dat NEC per se kampioen moet worden, is de nieuwe directie iets gematigder. "Als je kijkt naar waar we over vijf jaar willen staan. Of je dan in één of in twee jaar promoveert, in dat proces kan het allebei. Hoe eerder, hoe beter. We geloven erin dat het nu kan. We zijn met die marathon bezig om iedereen in te halen en dat kunnen we. Daar hebben we de kwaliteit voor. Maar om nou te zeggen dat je moet… Je moet niks in het leven. Je wil iets heel graag en daar sta je iedere dag voor op. Het moet iets van ons allemaal zijn."

Op de eerste supportersavond doet Van Schaik de ambitie uit de doeken om over vijf jaar in een vernieuwd Goffertstadion mee te spelen in het linkerrijtje van de Eredivisie. "We hebben voor over vijf jaar een stip gezet waar we naartoe werken. Het is een ambitie, het kan zijn dat je die niet haalt, maar het is goed om iets te hebben om naartoe te werken. Aan de niet-voetbalkant kun je dat in alle rust bekijken, maar aan de voetbalkant begin je in een periode waarin alles meteen moet worden gedaan. De eerste weken zat ik hier om 7 uur ’s ochtends en ging ik om 12 uur ’s avonds naar huis. En dan ga je weg en heb je nog geen spelers en nog geen trainer. Ik heb gepraat met supporters, sponsoren, clubiconen en medewerkers om in korte tijd zoveel mogelijk over deze club te weten te komen."

Fans
In korte tijd leert Oversier de kritische houding van veel fans kennen. "Het woord nuilen kende ik nog niet, maar na een week had ik het wel door. Het is ook wel mooi, het toont betrokkenheid. Dat er iedere week negenduizend mensen zitten, is bijna uniek in de Jupiler League. Nuilen is betrokkenheid en zorgen maken om. Dat is goed, maar soms slaat het wel snel om in negatief. We hebben allemaal hetzelfde doel: promoveren en terug naar de Eredivisie. Daar moeten we met zijn allen achter staan."

Als voorbeeld van hoe hij het wel graag ziet, noemt Oversier de thuiswedstrijd tegen MVV (4-1).  "Zoals dat toen ging, zou het iedere thuiswedstrijd moeten gaan. Natuurlijk speelden we een betere wedstrijd, maar na die 1-1 floot er niemand. Dan is het geen toeval dat je met 4-1 wint. Als je hier alles gaat winnen, gaat dat veel bepalen. Dat kan alleen met het collectief. Zo kunnen we kampioen worden, als iedereen hetzelfde doel heeft. Dan kun je het niet eens zijn met een trainer die we aanstellen of een speler die we halen, maar dat moet allemaal overboord. Het gaat maar om één ding: terug naar de Eredivisie. Dat kan maar op één manier, met elkaar."

Foto’s: Rob Koppers