Terry Lartey Sanniez kon een heel jaar op niet of nauwelijks speelminuten rekenen, maar wat was hij belangrijk in de play-offs voor NEC in 2020/2021. De rechtsachter annex centrale verdediger zat tegen AZ voor het eerst weer bij de wedstrijdselectie van NEC.

Na de vrijdagochtend training, waar alleen de reserves meededen, sprak Lartey Sanniez met ForzaNEC. De altijd goedlachse verdediger is blij om terug te zijn. “Ik was er natuurlijk in het begin al bij. Ik ken veel jongens, of ik heb een verleden met ze gehad. Sommige jongens ken ik al tien, vijftien jaar. Dus niemand was voor mij echt onbekend.” Een contract leek er voor ‘Terry’ niet in te zitten, maar plots kwam op deadline day het nieuws naar buiten dat hij zich definitief voegt bij de selectie van Rogier Meijer. “Als ik eerlijk moet zijn denk ik dat ik het goed heb gedaan”, lacht de verdediger. ”Ik denk dat ik ook best oké in de groep lig en ik ben inzetbaar op meerdere posities. Dus dat heeft wel de doorslag gegeven.”

”Gewoon je best doen”

Duidelijk is wel dat Lartey Sanniez genoeg concurrentie heeft. Al ziet hij dat niet zo. “Nee, het zijn gewoon vrienden. Iedereen doet gewoon zijn uiterste best om zich te laten zien en als je dan de kans krijgt moet je gewoon je best doen.” Voordeel van Lartey Sanniez is zijn veelzijdigheid. “Ik focus me nu op de positie centraal achterin. Maar het kan ook zijn dat ik als rechtsback of linksback wordt gepositioneerd. Het zou me niet eens verbazen als ik op het middenveld terecht kom.”

Hard werken deed Lartey Sanniez in de play-offs voor NEC. Echter vertrok de verdediger na de promotie bij NEC. “Natuurlijk wilde ik blijven, maar als je ziet dat er weinig mogelijkheden voor je zijn ga je opzoek naar iets anders. Na drie jaar NEC was de promotie een goeie afsluiting dus het voelde wel goed om dan op deze manier te vertrekken.”

Nu ‘Terry’ terug is wil hij zich laten zien en veel spelen. En hij heeft ook voorogen hoe hij dat gaat doen. “Ik moet gewoon mijn best doen op de trainingen. Het seizoen is nog lang. Er kan nog veel gebeuren. In mijn laatste jaar zag je het ook. Er raken jongens geblesseerd en dan moet je er staan. Ik weet dat die momenten er gaan komen en dan moet ik er staan.”

Foto: Rob Koppers