Joris Kramer boekte zondagmiddag zijn eerste overwinning met NEC. De verdediger moest wel zien hoe Volendam in één pass de hele verdediging van de Nijmegenaren voorbij speelde bij de 1-0. NEC repareerde die achterstand snel, waardoor er uiteindelijk een comfortabele zege op het scorebord stond. Toch vindt de verdediger dat sommige dingen beter konden.
“Het was aan het begin een rommelige wedstrijd”, begint Kramer. “Volendam had via voorzetten een paar gevaarlijke kansen. We wisten van tevoren al dat ze dat zouden proberen met Veerman en Muhren. Je moet dan in het begin geen onnodig risico nemen aan de bal.” Dat probeerde NEC door sneller dan normaal de lange bal te hanteren. “Dat was wel het plan. Het is voor hun de eerste thuiswedstrijd in zoveel jaar op dit niveau. Je weet dat het publiek er vol achter gaat staan. Je probeert gelijk al druk erop te houden, zodat ze niet in hun kracht komen. Dat hebben we goed gedaan.”
Toch kwamen de Nijmegenaren wel op achterstand en kregen de Volendammers mogelijkheden op meer. “Ik denk dat ze twee à drie grote kansen hebben gehad. Die kopbal op de lat kom je goed weg, maar ook als je naar de tweede helft kijkt, hebben wij verdiend gewonnen”, zegt een tevreden, maar kritische Kramer. “Ik denk dat we wel iets rustiger mogen zijn aan de bal, vooral in de laatste fase. Dan ga je hier met 1-6 of 1-7 weg.”
NEC bleef uiteindelijk steken op 1-4. Die vier goals waren stuk voor stuk om van te genieten, maar welke vond de verdediger dan de mooiste? “Die van Elayis was wel heel goed getimed, maar ook de goal van Mikkel was perfect klaargelegd en technisch lastig om in te koppen. Voor Jordy is het fijn dat hij zich zo weer kan laten zien. Als je na een blessure zo terugkomt, is dat heel lekker voor hem en voor de groep.”
Kramer speelt nu een week of acht in Nijmegen. De verdediger doet de namen van Cas Odenthal en Rodrigo Guth snel vergeten, die vorig jaar naast Ivan Marquez stonden gepositioneerd. Wat vindt de nieuweling van de o-zo geliefde Spanjaard? “Hij geeft altijd 110% in trainingen en wedstrijden. We hebben ook in het veld een goede connectie. In verdedigende acties is onze communicatie onderling gewoon heel goed. Ook vandaag zie je dat er geen gaten tussen ons in vallen. Dat zie je misschien niet als supporter, maar onderling voelt dat wel heel goed. Ik ben op m’n plaats bij NEC.”
Foto: Rob Koppers