NEC is de voorbereiding voortvarend begonnen. SC NEC, DIO’30, RKC en ook 1.FC Bocholt werden moeiteloos op zij gezet. Jordy Bruijn ziet het allemaal op zich af komen, doet rustig aan en wordt langzaamaan weer fit voor de start van de Eredivisie. Met nog drie wedstrijden voor de start van de competitie, denkt de kleine middenvelder dat dit NEC beter in elkaar zit dan het NEC van vorig seizoen. In de wedstrijd tegen 1.FC Bocholt speelde Bruijn de tweede helft mee en was niet ontevreden over zijn prestatie, ondanks de warmte in Weurt.

“Het is natuurlijk moeilijk inschatten hoe zo’n team is. Het niveau ken ik niet, dus ik had geen idee. Ideaal was het vandaag niet. Je zit een uur in de zon, het veld was nogal droog, dus het was al lastig. Al met al ben ik niet ontevreden over mijn eigen spel. Collectief moeten we elke wedstrijd gewoon beter worden en ons klaarstomen voor FC Twente-thuis.”

Door het aantrekken van Oussama Tannane, Andri Baldursson en het waarschijnlijke huren van Mikkel Duelund, is het dringen geblazen op het middenveld. “Het is gezellig druk toch? Niemand wil op de bank zitten, ik ook niet, maar ik denk niet dat er veel veranderd is. Vet is vertrokken en Baldursson is erbij gekomen. Qua aantal blijft het hetzelfde. Ik zou mezelf uiteraard als eerste op het wedstrijdformulier zetten, want ik wil altijd spelen. Maar de trainer beslist en die beslist ook wat het beste is voor het team.” De Amsterdammer heeft regelmatig van positie moeten wisselen, zo ook al in deze voorbereiding. Bruijn in de spits was geen raar iets. Zelf ziet hij het anders. “Ik ben middenvelder en daar kom ik het beste tot mijn recht. Aan de andere kant is het wel zo als de trainer mij nodig heeft in de aanval, ga ik daar staan. Ik wil er alles aan doen om het team en de trainer te helpen. Maar zet mij maar gewoon op het middenveld neer!”

Op 7 augustus begint NEC aan de Eredivisie, wanneer FC Twente op bezoek komt. Bruijn staat er positief in en heeft er veel zin in. “Dit is het derde seizoen dat we met veel dezelfde jongens en uiteraard dezelfde trainer beginnen. Ik denk dat we goed bezig zijn, we zitten dicht bij elkaar en met de jongens die er bij zijn gekomen acht ik ons sterker dan vorig seizoen. Ik ben in ieder geval positief gestemd!”

Foto Rob Koppers