Lasse Schöne. Bij het horen van zijn naam ga ik spontaan glimlachen. Zijn vrije trap, zijn schot, zijn techniek, zijn flair en zijn geniale steekpassen. Sinds de zomer van 2012 ben ik op zoek naar een moment in de wedstrijd waarmee ik de klasse van Lasse terug kan zien in NEC.
Elk jaar dat Schöne bij NEC speelde, hoorde ik op de tribunes de vraag: Hoelang blijft hij nog? Mijn kleine blinde neefje vroeg mij een keer wat ik zo goed vond aan Schöne, als ik weer eens over de hoogtijddagen van NEC aan het praten was. Ik kon het hem niet zeggen. Zo iets moet je zien. Maar mijn neefje vertelde me. “Sjors, ik kan het voelen. Ik kan het ruiken.” Toen ik hem vroeg: “Wat voel je? Wat ruik je?” Dacht hij na. Hij zocht naar een voorbeeld.
Na een minuut zei hij drie woorden: “Spartak Moskou-NEC.” Natuurlijk. Ik begon te dagdromen. Over hoe Schöne zo soepel als altijd wegdraaide. Daarna de bal met zijn op dat moment nog niet zo sterke linkerbeen in de 86e minuut in de linkerhoek schoot. Het was niet eens zo’n mooie goal. Het was het gevoel dat je erbij krijgt. Het was Schöne ten voeten uit. De zoektocht naar een nieuwe kwam meteen weer terug in mijn gedachte.
Ik kwam weer in de realiteit. Bij de namen Geert-Arend Roorda, Stijn de Looijer, Evander Sno, Sören Rieks en het eeuwige talent Navarone Foor komt mijn lunch weer omhoog. Met een halfjaar huur van Erik Falkenburg kan ik het weer even doorslikken. Wetende dat het maar tijdelijk was. Het jaar erna zag ik de ooit voor drie ton gehaalde Rieks op ‘10’ staan. Een speler die op rechts geen Duits, in de spits geen Engels en op links geen Oostenrijks, als dat een taal was geweest, kan verstaan.
Bij het begin van dit seizoen zag ik Paco van Moorsel. Een Nederlander. Hij verstaat Sjoerd Ars tenminste. Ik zag meer. Tegen Eindhoven, Volendam en Fortuna Sittard was er een driehoek. Een gouden driehoek. Ars, Alireza en Van Moorsel. Zij begrepen elkaar zonder te praten. In die drie wedstrijden zag ik iets wat NEC mij nog nooit had getoond. Perfect combinatiespel rond het strafschopgebied van de tegenstander. Omdat ik nog niet overtuigd was van Santos aan de linkerkant lette ik de hele wedstrijd alleen maar op dat driehoekje rechts voorin.
Ruud Brood zag het ook. Hij haalde Anthony Limbombe. Mijn aanval is compleet. Tot de blessure van Van Moorsel. En die duurt nog vijf weken. Ik tel ze af. Ook Emilsson raakte geblesseerd. Foor faalt wekelijks op ‘10’ en hoewel ik het waardeer dat Santos tegenwoordig kaal is, blijft het toch een te trage linksbuiten. De trein die aan het begin van het seizoen dwars door de verdedigingsmuren van de tegenstander heen boorde, is nu even van het spoor. Van Moorsel is niet de nieuwe Schöne. Maar hij is wel een echte ‘10’. En die schakel is bij NEC nou net zo cruciaal.
Ik mis de klasse van Lasse


Abonneer
Inloggen of registreren
Log in om een reactie te geven
0 Reacties