Ingezonden brief:
Toen ik 12 was speelde ik bij SCE en werd ik gescout door NEC. We leefden in een tijd dat voetballen op straat gemeengoed was. Iedere vrije minuut van de dag speelden we drie tegen drie, trainden we ons verkeerde been door de bal keer op keer tegen een muur te schieten, voorzetten geven en afmaken, koppen, etc.
Deze beelden zie je niet meer op pleintjes en veldjes. De meeste trainingsuren worden nu gemaakt op voetbalvelden en dan praat je over twee, drie, vier dagen in de week. Tel daarbij op dat het digitale wereldje de voetballende jeugd heeft ingepakt. Ik speelde bij NEC, toen nog één club en er waren vier keer zoveel teams als dat er nu spelen en dat op twee velden.
Ik hoor velen denken: daar heb je er weer zo een die roept dat vroeger alles beter was. Nou, qua basis durf ik te beweren dat onze generatie veel meer had. Maar het voetbal nu is vele malen sneller, maar ook tactischer. Wij hadden vroeger geen diëtiste, geen statistieken, personal trainers, geen mental coaches. Wij voetbalden meer op gevoel, nu vanuit een laptop waar het uiterste wordt verlangd. Het voetbal is anders geworden. Talenten zijn nu anders.
Ik grijp nu terug naar wanneer het verkeerd is gegaan bij NEC. Op het moment dat Hans van Delft zich ging bemoeien met NEC kwam de splitsing tussen de afdeling Betaald Voetbal en de amateurs. De profs en de betaalde jeugd gingen hun eigen gang en de amateurs idem dito. In de loop der tijd eiste de BVO steeds meer macht en rechten op de velden (ondertussen waren veld 3 en 4 aangelegd). De amateurs daarentegen wilden op hun manier opboksen tegen hun grote broer en met name met de jeugd. Door op beide fronten te gaan selecteren, zijn er heel veel jongens bij NEC afgevallen omdat ze zogenaamd niet goed genoeg waren. Met name bij de amateurs is dat een doodsteek, maar ook voor de profs is/was dat een enorme slechte beurt.
Kinderen die worden weggestuurd hebben ouders, broers, zussen, ooms en tante etc. Zij denken alleen maar slecht over NEC en dat gaat nooit meer weg. Tussen die jongens zitten heel veel echte Nijmegenaren. Daardoor heeft heel Nijmegen het gevoel dat NEC geen Nijmegenaren wil. Met name Iddo Rosscher, de rode draad binnen de jeugdopleiding, heeft de reputatie dat hij een hekel heeft aan echte Nijmeegse schoffies.
Ik moet er wel bij vermelden dat echte Nijmeegse mensen een zeer moeilijk volk is om mee te werken. Ik ondervind dat zelf bij mijn werkzaamheden. Ik heb diverse malen bij NEC aangekaart om middels een samenwerking met de Radboud Universiteit te onderzoeken hoe om te gaan met echte Nijmegenaren, zodat NEC weer kan profiteren van de talenten van de echte Nimweegse schoffies.
Kortom, NEC heeft in de afgelopen vijftien tot twintig jaar heel veel goodwill verspeeld. De echte NEC’ers , waar ik er een van ben, zijn aan het uitsterven. Er is geen achterban meer, daardoor geen kader, geen vrijwilligers, etc. De oplossing? Ja, die is er wel degelijk maar dat heeft heel veel tijd en energie nodig. Maak van NEC één grote open club, die de grootste in de regio kan gaan worden. Wat levert dat op? Talenten, vrijwilligers, supporters, inkomsten, kader, sponsoren en een goed imago.
Ieder kind uit Nijmegen en omgeving wil tenslotte voor NEC voetballen, net als ik vroeger. Weet je hoe dat voelde als je vroeger in Spanje was en kon zeggen: "Ik voetbal bij NEC." Was het beter wat nostalgie betreft? Ja, gezien de beleving de trots en het echte Nimweegs gevoel. Qua voetbal? Nee, alles is nu veel beter en sneller. Vroeger kon je aan het lopen zien of iemand kon voetballen, nu moet je ermee praten om te kunnen oordelen of ze alles wel kunnen begrijpen.
Dit was een van de aanbevelingen richting de nieuwe beleidsmakers van het huidige NEC en ik hoop dat er gezamenlijk een stap gezet kan gaan worden richting een goede club met een goed imago en een goede jeugdopleiding die zeer breed gedragen moet worden.
Jean Knipping