In april speelde hij zijn laatste competitiewedstrijd voor NEC. Na de zomerstop leek Erton Fejzullahu weer fit te zijn, maar raakte opnieuw geblesseerd en startte tegen Feyenoord eindelijk weer in de basis. “Ik ben nog niet helemaal pijnvrij, maar kan nu alleen maar blij zijn.”
De verloren bekerwedstrijd tegen FC Dordrecht galmde nog na in De Goffert. “Ik heb geen reden voor het slechte spel van donderdag, maar iedereen wist wel dat het vandaag een heel belangrijke wedstrijd zou worden. Het was een groot verschil tussen deze wedstrijd en de wedstrijd die we voor de KNVB-beker speelden. Vandaag speelden we een erg goede wedstrijd.”
Vooral het samenspel met Björn Vleminckx en Lasse Schöne liep goed. “Lasse Schöne en ik begrijpen elkaar erg goed. Hij is een zeer technische speler en we kunnen elkaar erg goed vinden. Dat geldt ook voor het samenspel met Björn. Het voelt prettig om in de buurt van hem te spelen. Ik speelde als centrale spits in Zweden en ik voel mij erg thuis op die positie. Ik voel me daar vrijer en kan meer met de bal doen.”
Fejzullahu kreeg een grote kans om nog voor rust de wedstrijd te beslissen. Oog in oog met Feyenoord-goalie faalde hij in de afronding. “Het was echt zonde. Björn Vleminckx kopte de bal perfect door. Het was een grote kans en dacht dat hij er in zou gaan. Helaas gebeuren dat soort dingen. Ik moet ook zeggen dat de keeper goed redde.”
Ondanks die gemiste kans, speelde de aanvaller een prima wedstrijd. Zelf is hij ook tevreden. “Ik had na vier minuten spelen al last van mijn spieren, maar ik kan best zeggen dat ik tevreden ben met mijn spel van vandaag, al kan ik nog beter. Mijn laatste wedstrijd was in april vorig jaar, dus ondanks dat ik nog niet helemaal pijnvrij was, kan ik nu alleen maar blij zijn. Ik moet nu waarschijnlijk twee a drie dagen herstellen, maar dan ben ik er weer klaar voor. Het voelt goed om weer op het veld te staan.”