Voor veel supporters kwam het bericht over Youssef El-Akchaoui als een verrassing. De linksback van NEC mag deze winter transfervrij vertrekken uit Nijmegen, terwijl hij in de zomer nog negen ton moest kosten. De ex-aanvoerder was zelf ook verbaasd toen hij het bericht vernam, met name omdat hij het eerst van zijn zaakwaarnemer, vervolgens van een journalist van de VI en tot slot pas van de club hoorde. ForzaNEC nam contact met hem op.
"Dat was een paar dagen geleden en dat klopt natuurlijk niet. Maar ja, dat hoort bij dit rare wereldje. De redenen slaan wat mij betreft ook nergens op." Zowel Aalbers als Vloet geven aan dat ‘El-Ak’ volgens hun de laatste tijd niet meer zijn oude niveau weet te halen en dat hij daarnaast te duur zou zijn.
"Als Vloet en Aalbers vinden dat ik kwalitatief minder ben geworden, dan mag dat. Maar het hele team presteert minder. Dan moeten ze iedereen transfervrij laten gaan, toch? Vorig jaar ging alles fantastisch en nu het minder gaat, ligt alles onder een vergrootglas," reageert El-Akchaoui. "Ik denk dat het puur om geld gaat. Als ik weg ben kunnen ze in mijn plaats misschien twee of drie andere spelers halen."

"Vandaag (woensdag, red) heeft Aalbers ook tegenover mij bevestigd dat het financiële aspect een rol speelt, maar zowel hij als de trainer geven aan dat het ook om kwaliteit gaat. In mijn ogen klopt dat gewoon niet. Het is niet logisch om een van je steunpilaren te laten gaan op het moment dat je 17e staat. Dan doe je mij, de club en vooral ook de supporters tekort."
Onder de supporters doen diverse verhalen de ronde. El-Akchaoui zou een moeilijke jongen zijn en daarom in navolging van El Kabir en Tshibamba moeten vertrekken. Of de aanvoerdersband-kwestie zou een rol spelen. "Dat is allemaal niet aan de orde. Ik heb na die discussie de aanvoerdersband ingeleverd en toen was het voor mij klaar, opgelost. En dat andere punt: nee, ik ben geen ideale schoonzoon, maar het is ook niet zo dat ik een of andere randdebiel ben. Ik ben een winnaar en zoek soms de grenzen op, dat zeker, maar kijk naar mijn staat van dienst: hoeveel wedstrijden heb ik achter elkaar gespeeld?"
Ook de suggestie dat hij niet goed in de spelersgroep zou liggen, wijst de linksback van de hand. "Dat is niet aan de orde. Natuurlijk kun je met de één beter overweg dan met de ander, we hoeven toch ook niet allemaal bij elkaar op de koffie? Als het maar geen rol speelt tijdens wedstrijden, en dat is niet het geval."
Wat de precieze redenen van NEC ook zijn, El-Akchaoui is transfervrij tot 1 februari 2010. Wat als geen enkele (interessante) club zich meldt? "Ik laat mij niet wegjagen door Aalbers. Ik wil niet weg bij NEC. Natuurlijk heb ik de ambitie om hogerop te willen, dat moet je altijd hebben bij een club als NEC, met alle respect. Ik ben 28 en wil nog een keer Europees voetbal spelen, want dat was geweldig. Met NEC of met een andere club. Maar het liefst met NEC. Het is mijn intentie dat ik blijf."

Ook als hij geen vaste kracht meer is onder de nieuwe trainer, Wiljan Vloet? "Als ik reservespeler word dan is dat zo, dan heb ik geen keus. Ik ga niet dwarsliggen, dat kan ik niet maken tegenover de supporters. Vloet heeft eerlijk tegen me gezegd dat het niet vanzelfsprekend is dat ik nog speel. Dat heeft met het kwalitatieve aspect te maken, maar hij verwacht ook dat een speler met mijn status wel zal vertrekken, dus het is logisch dat hij andere jongens de kans geeft. Hij gaat niet pas iets veranderen als ik daadwerkelijk weg ben, dus op het trainingskamp zal hij andere spelers proberen. Ik geef hem daar groot gelijk in."
"Maar moge de beste spelen," vervolgt hij strijdlustig. "Ik heb nu die transfervrije status en als er aanbiedingen komen dan zien we het wel. En zo niet dan vecht ik voor mijn plek. Ik ben nog in dienst bij NEC, we staan 17e en dat is veel te laag voor ons en ik zal nog altijd proberen mijn steentje bij te dragen om de club hogerop te helpen. NEC is het belangrijkste."
El-Akchaoui is dan ook niet teleurgesteld in NEC, hooguit in Carlos Aalbers en in de gang van zaken. ”Niet één persoon vertegenwoordigt de club. De supporters doen dat, niemand anders.”