Bas Dost werd deze week onverwacht gepresenteerd als nieuwe aanvaller van NEC. Na zijn eerste training merkte hij de positieve energie van zijn nieuwe teamgenoten. Hij hoopt dan ook dat hij zaterdag tegen RKC Waalwijk meteen zijn eerste minuten kan maken.
“Ik heb net voor de eerste keer aan een groepstraining meegedaan”, vertelt Dost, “en ik baalde er zelfs van dat ik vroegtijdig moest stoppen. Maar dat was wel verstandig. Ik heb natuurlijk twee maanden voor mezelf getraind, dus dit is wel net wat anders. Ik vind dat ik best fit ben, dus ik hoop op speelminuten zaterdag. Maar ik heb natuurlijk een andere voorbereiding gehad dan de rest van de selectie, dus dat gaat in overleg met de trainer.”
Tropische clubs
Bas Dost zat sinds eind juni zonder club na zijn transfervrije vertrek bij FC Utrecht. Dus was het opties verkennen en fit blijven voor de oud-international. “Ik merkte na een aantal weken dat ik het kon blijven opbrengen om voor mezelf te trainen, dus daaraan merk je dat je de drive nog wel hebt. Ik heb deze zomer geen moment gedacht over stoppen met voetbal. Ik vond het wel vervelend toen de competitie begon en ik dan op zondagavond Studio Sport zat te kijken. Maar je wacht op het goeie moment. Er zaten ook heel leuke verrassingen bij: Irak, Armenië, maar daar stond ik niet voor open. Ik wilde lekker in Nederland blijven met mijn vrouw en twee kinderen. Ik heb ook contact gehad met Duitse clubs, maar nergens was het gevoel beter dan bij NEC.”
Reëel en persoonlijk
Dat wordt natuurlijk vaak gezegd als spelers bij een nieuwe club komen. Dat weet Dost ook. “Bij andere mensen en clubs met wie ik sprak had ik dat goeie gevoel niet. Ik kreeg bij NEC echt het idee dat ze heel graag met mij willen werken. Bovendien kende ik Jasper Cillessen en Bram Nuytinck al: dat is altijd fijn. Toen ik hier vanochtend aankwam, was Jasper er direct om me op te vangen. Dat is heel anders dan bij Wolfsburg destijds. Daar was ik één van de veertig spelers. Ik kende niemand, er zaten geen Nederlanders tussen. Ze keken me aan alsof ze dachten: ‘Wat kom jij hier doen?’”
Ook het realistische beeld van NEC sprak Dost aan. “Ze zijn reëel met de doelstelling. Ik hou er niet van als mensen zeggen voor de top drie te gaan terwijl je daar niet de selectie voor hebt. In een goed jaar doen we mee om de play-offs en in een minder jaar voor de plekken daaronder. Zo simpel is het.”
De rol in het team
Van afbouwen is bij de boomlange spits geen sprake. “Ik wil hier elke dag komen en mijn stinkende best doen. Maar ik wil ook gewoon plezier hebben. Daar ben ik wel in veranderd, denk ik. Ik hou er ontzettend van om weer lekker te trainen. Maar ik blijf nog steeds zeggen wanneer het niet goed gaat. En dan vind ik mooi om te zien dat er een goede sfeer heerst bij een selectie die twee keer verloren heeft. Iedereen weet dat het beter moet, maar iedereen werkt hard en blijft positief.”
Bij NEC krijgt Dost te maken met concurrenten Pedro Marques en Koki Ogawa, die al twee goals heeft gemaakt. Veel supporters opperden al een opstelling met twee spitsen. Dost kan het allebei. “Natuurlijk kom ik hier niet om op de bank te zitten. Wie wel? In overleg met de trainer maken we daar een goed plan voor. Vorig jaar bij FC Utrecht heb ik ook wedstrijden gespeeld met Anas Douvikas in de punt en dan ging dat super. Maar het gaat ook ten koste van andere spelers. Vind ik het belangrijk dat mijn twee spitsen spelen of wil ik drie voorop en één spits op de bank? Mij maakt het niet uit, als er maar een duidelijk plan is qua druk zetten en hoe ik in het spel voorkom.”
Hoge verwachtingen
Dost blijft hoge eisen aan zichzelf stellen. Maar hij gaat geen aantal noemen. “Dat druk ik niet uit in een aantal doelpunten. Ik heb wel een aantal in mijn hoofd, waar ik niet ónder wil zitten. Maar dat is meer voor mezelf. Ik wil vooral de naam die ik heb waarmaken aan het publiek. Ik hoop dat mijn komst verwachtingen schept, anders doe ik iets verkeerd. Ik vond het altijd erg leuk om in de Goffert te spelen, het was altijd een gezellig gebeuren. Daarom wilde ik altijd graag het publiek stil krijgen. Maar dat is nu natuurlijk andersom.”
Van de onrust binnen de club, met het opwachten van de spelersbus, is Dost niet zo onder de indruk. “Dat heb ik vaak genoeg meegemaakt bij andere clubs. Het is niet leuk, maar ik vond het bij andere clubs altijd heel vervelend. Zoals bij Sporting Lissabon, dat ik werd aangevallen door die fans. Ik deed gewoon mijn werk, schoot heel veel ballen binnen, maar werd voor mijn kop geslagen. Dus ik snap de onrust heel goed, zolang het wel op een respectvolle manier wordt besproken.”
Foto’s: Rob Koppers