Begin maart was het spitsuur voor de Nijmeegse voetbalvolgers. Rogier Meijer en NEC kondigden aan uit elkaar te gaan na afloop van het seizoen. Direct circuleerden de namen van Giovanni van Bronkhorst en Mitchell van der Gaag. Mark van Bommel werd zelfs gespot in Ouwehands Dierenpark, het paradepaardje van suikeroom Marcel Boekhoorn. Maar NEC had meer ijzers in het vuur en koos voor de heetste. Met Dick Schreuder lijkt een trendbreuk aanstaande. De oud-coach van onder meer PEC Zwolle en Castellón propageert hyper aanvallend voetbal. Wat maakt het voetbal van Schreuder zo opwindend? Hoe zien zijn opstellingen er doorgaans uit en wat betekent dit voor de huidige spelersgroep en het transferbeleid? ForzaNEC dook onder meer in interviews met Schreuder en een uitzending van VI PRO waar hij te gast was bij hoofdredacteur Pieter Zwart.

Filosofie

“Als je een speler vraagt wat hij leuk vindt, dan is het antwoord vaak ‘aanvallend voetbal’. Ik voetbal niet uit angst, maar uit plezier. Ik wil graag naar voren.” Het zijn teksten die Schreuders denkwijze over voetbal maar al te goed aangeven. De nieuwe trainer van NEC geeft zelfs toe ‘zenuwachtig te worden wanneer zijn ploeg te lang op eigen helft bivakkeert’. “Ik val het liefst aan met een mannetje meer. Dan maar met een ondertal achterin.”

Marcelo Bielsa en Jorge Sampaoli zijn trainers waar de Nederlander naar op kijkt. Hoe zij hun ploegen laten spelen, erg aanvallend en met hoog drukzetten, is iets wat Schreuder graag ziet. Zo liep hij een week mee met Sampaoli toen de Argentijn nog bondscoach was van Chili. Soms werd er zelfs twee keer per dag getraind en er werd veel van de spelers gevraagd. Het resultaat aan het einde van de week: op Wembley werd Engeland verslagen door een Chili dat vanaf minuut één constant druk aan het zetten was op de Engelsen.

Tekst gaat verder onder de link.

Red Bull
Naast Bielsa en Sampaoli is er nog een trainer die eruitspringt volgens Schreuder: Julian Nagelsmann. De Duitser is misschien wel hét gezicht van de Red Bull-filosofie. Toen broer Alfred assistent-trainer van Nagelsmannn was bij TSG Hoffenheim, reed Dick meermaals richting Duitsland om trainingen bij te wonen. Daar leerde hij veel van Nagelsmann en zijn gedachtegoed over voetbal.

Later liep Schreuder als assistent mee bij het Vitesse van Thomas Letsch. De Duitser liet zijn ploeg merendeels spelen zoals Schreuder dat ook graag ziet: aanvallend en met een belangrijke taak voor de wingsbacks. Letsch liet zijn linker- en rechtervleugel vooral als buitenspelers fungeren, ’terwijl ik vond dat er meer uit te halen was als de wingbacks ook aan de binnenkant gingen spelen’, aldus Schreuder.

Formatie/structuur

Wie kijkt naar de teams van Schreuder, ziet gelijk een groot verschil met de Hollandse school waar men zo bekend mee is in Nederland/de Eredivisie. Schreuder speelt in een 3-4-2-1-formatie. Hoewel dit ook geïnterpreteerd kan worden als een opstelling met vijf verdedigers, is dit in Schreuders geval zeker niet aan de orde.

Centrale verdedigers
Schreuder speelt dus met drie centrale verdedigers. Bij Zwolle waren de linker- en rechter centrale verdedigers Bart van Hintum en Bram van Polen. Normaal gesproken speelden zij als backs, maar in de formatie van Schreuder kwamen zij goed uit de voeten. Dat had ook te maken met het feit dat zij nog altijd over de vleugelspelers heen mochten komen wanneer de ploeg in de aanval was.

De middelste centrale verdediger in het systeem van Schreuder was Thomas Beelen. “Snelheid kunnen wij altijd gebruiken in ons spel, als fouten goedgemaakt moeten worden. Voorganger Yuta Nakayama loste dat anders op, meer met inzicht. Dat leert Thomas nu ook, op de juiste plek staan, op juiste moment doordekken en naar voren komen”, vertelt Schreuder over die positie in het hart van de defensie.

Tekst gaat verder onder de link.

Wingbacks
Ze staan op de vleugel, maar backs kunnen we het in de lijn van Schreuder eigenlijk niet noemen. Wat opvalt aan de spelers die op deze posities gespeeld hebben bij PEC Zwolle in de jaren met hem als trainer, is dat het maar weinig echte backs waren. “Dat ligt ook aan de centrale verdedigers op links en rechts, want die kunnen er ook overheen komen. Soms spelen we wat meer met buitenspelers. Dan hebben we drie zessen en één tien. Een soort 3-3-3-1.”

Zo speelde Davy van den Berg, tegenwoordig vaak als (op de vleugel hangende) ’tien’ bij de Blauwvingers, ook veelal vanaf links. “Hij vulde dat voetballend heel goed in en dat is wat we wilden. Dan kun je met hem meer aan de binnenkant spelen, waardoor je weer bij die drie zessen uitkomt. Zo kan je rechter wingback wat hoger spelen. Eigenlijk gaat het erom dat een van onze wingbacks aan de binnenkant gaat spelen. Vaak zijn het voor mij meer aanvallers dan verdedigers.”

Dubbele tien
Op het middenveld speelt Schreuder in een vierkant. De twee centrale middenvelders en twee aanvallende middenvelders, die meer om de spits heen spelen. In het drukzetten zijn deze posities erg belangrijk. “De spits moet niet constant achter de bal aan rennen bij het drukzetten. Dat moeten we als team in een keer goed doen. Een van de ‘tienen’ moet daarbij helpen en een van de controleurs moet dan door.” Vaak was het zo dat één van de twee tienen naast de spits uitkwam, terwijl de andere een wat vrijere rol als aanvallende middenvelder kreeg.

Verder zijn dit vaak de creatievelingen in het elftal. Schreuder geeft deze jongens, maar eigenlijk heel zijn ploeg, veel vrijheid mee in het veld. “Ik geloof niet in dat wat je op papier zet op het veld ook zo is. Ik geloof in vrijheid voor spelers, zodat ze echt gaan herkennen, en elkaar helpen, om de vrije ruimtes die de tegenstander laat aan te vallen.”

Spits
Zoals hierboven ook al staat moet de spits bij Schreuder veel drukzetten, maar niet doldwaas achter de bal aan draven. Loopacties in de diepte moeten voor ruimte zorgen voor de rest van het elftal, waardoor alles en iedereen zoveel mogelijk kan opschuiven naar voren. Geen kapstok-spits dus.

Tactiek erin slijpen

Schreuder geeft zijn spelers dus in het veld veel vrijheid, maar eerst zal de tactiek erin geslepen moeten worden. Dat zal niet zonder slag of stoot gaan. “Als je een speler vraagt wat hij leuk vindt, dan is het antwoord vaak ‘aanvallend voetbal’ volgens mij. Dat hebben we erin gebracht en van hen geeist dat we dat wilden. Dan gaat gepaard met fitter worden en er meer voor doen.”

“We trainen elke dag waarin principes terugkomen. Eerst hebben we op het vooruit verdedigen en het hoge drukzetten gezeten. Dat betekent dat iedereen moet aansluiten. Daar lag de focus. Naarmate je dat beter doet, ga je soms makkelijker voetballen, omdat de tegenstander uit het lood geslagen is.”

Hieronder lees je wat de tactiek, filosofie en structuur van Dick Schreuder betekenen voor de selectie van NEC, kijkend naar de huidige spelersgroep en wat voor aanwinsten daar wellicht bij moeten komen.

Foto: Orange Pictures