Het waren zo’n beetje de laatste wapenfeiten van Carlos Aalbers: het aantrekken van enkele spelers die het afgelopen seizoen nog een beetje dragelijk hebben gemaakt. De Duitser Christoph Hemlein, maar met name Michael Higdon en Alireza Jahanbakhsh gaven het seizoen dat eindigde in een onvermijdelijke degradatie, nog een klein beetje kleur. ‘Ali’ brabbelde tijdens Open Dag in een aandoenlijk koeterwaals het clublied en stal daarmee direct de harten van de vele supporters. Ook Higdon, zowel binnen als buiten het stadion door velen geprezen, bleek een welkome aanvulling aan de matige selectie van NEC.
Met de komst van deze drie spelers tekende Aalbers ook zo’n beetje zijn eigen ontslagbrief. Op zacht gezegd dubieuze wijze werd Aalbers de deur van het Gofferstadion gewezen en was de langdurige carrière bij de Nijmeegse trots plotseling tot een einde gekomen. In een bewogen afscheidsinterview keek Aalbers keurig, maar gekrenkt terug op zijn lange dienstverband bij NEC. Toen werd het stil rondom Aalbers. De oud technisch directeur likte zijn wonden en dacht in zijn Beunings woning na over zijn toekomst. Uiteraard zou een loopbaan als zaakwaarnemer een logisch vervolgstap zijn op diens technische carrière bij NEC.
Wat schetst ieders verbazing, als Aalbers – na het afvegen van zijn krokodillentranen – plotsklaps de eerder genoemde spelers in zijn spelersstal weet in te lijven? De belangen van Heimlein, Jahanbakhsh én Higdon worden ineens behartigd door de man, die de inkt van hun salarissen bij NEC heeft zien drogen! Niemand anders dan Aalbers kan exact inschatten wat een goeie vraagprijs zou zijn voor de genoemde spelers, wetende hoe NEC er als club voor staat. Om nog maar te zwijgen over het aanzienlijke percentage dat Aalbers opstrijkt wanneer hij een speler als Jahanbakhsh voor – zeg – twee miljoen weet te verkopen. Een procentje of tien wordt dan al snel bijgeschreven op de rekening van de dienstdoende zaakwaarnemer.
Of het de ultieme wraak is van een gekrenkte NEC’er of de handelsgeest van een voetbalprofessional, vast staat dat Aalbers met vertrouwelijke informatie deze drie spelers de spelersmarkt op slingert. Want Aalbers weet niet alleen wat de heren verdienen en waard zijn, hij weet ook hoe hard NEC deze mannen nodig heeft om zo snel als mogelijk weer op het hoogste niveau te kunnen opereren.
Aalbers had tijdens zijn afscheidsinterview voor deze website het hoogste woord over waarden en normen. Een citaatje: “Ik voelde dat er normen en waarden overschreden zijn. Mijn normen en waarden! En dan kan het zo zijn dat ik over een half jaar een bord in de tuin moet zetten, maar dàt liever dan zo doorgaan”, oordeelde Aalbers vorig jaar over de wijze waarop zijn integriteit ter discussie was gesteld. Je kunt je nu afvragen hoe integer het is om je oud-werkgever met vertrouwelijke kennis zo de nek om te draaien. “Het team gaat boven het individu”, aldus Aalbers in hetzelfde gesprek.
Behalve als het de individu Carlos Aalbers betreft, blijkbaar.