‘Er was eens een…’ Deze woorden openen vaak boeken, poëzie of gedichten. Maar ik moet eerlijk bekennen dat die vier woorden eigenlijk niet kunnen ontbreken in deze column. Er was eens een 40-jarige Duitse trainer genaamd Peter Hyballa, die uit niemandsland voet aan wal zette in de Nijmeegse Goffert. Een ‘passant’ die onderhand elke regio bij onze oosterburen heeft gezien, die zijn werk tot in details voorbereidt en uitvoert, die spelers de huid vol scheldt als daar reden toe is en vooral een genie die alles in zich heeft om het Nijmeegse publiek op de banken te krijgen.
Hyballa flikt iets wat veel van zijn voorgangers niet lukte. Het altijd kritische NEC-publiek was tegen PEC Zwolle, Go Ahead Eagles en sc Heerenveen een ongekende twaalfde man. Waar menig fan en bewonderaar van de eredivisie en in het speciaal NEC de club bestempelt als een groot vreemdelingenlegioen en onsamenhangend elftal, is daar in de eerste drie wedstrijden niks van te merken. De sfeer, wisselwerking tussen publiek en spelers en bekende, ondersteunende liederen en strijd op het veld passeren vrolijk de revue. Er staan spelers die voor elkaar door het vuur gaan, plezier in het spelletje hebben en het snot voor de ogen lopen. Het zijn niet de allerbeste voetballers met de meest verfijnde techniek en klasse, maar wel voetballers die dankzij een gedisciplineerde trainer het beste uit zichzelf willen halen. En dan win je het publiek al snel voor je.
Voetballers als Heinloth, Ofosu, Von Haacke en doelman Delle werden als grote onbekenden binnen gehengeld. Iedereen vroeg zich af waar men deze voetballers heeft zien spelen en wat hen completer en beter maakt dan de Nederlandse spelers. Maar als er een juiste, ontwikkelde technische staf is en er een ideaal sportklimaat heerst, kunnen er klaarblijkelijk ook met dit soort jonge jongens mooie dingen ontstaan bij NEC. Het seizoen is pas drie weken onderweg, maar NEC leeft meer dan ooit tevoren.
Iedereen wil zich associëren met de gedrevenheid en het tikje gekkigheid van trainer Peter Hyballa. Iedere NEC-supporter komt met het volste vertrouwen naar De Goffert en wil niets liever zien dan dat zijn of haar cluppie er alles aan heeft gedaan om met drie punten van het veld te stappen. Of dat nou twintig keer of vijf keer lukt, maakt voor de meesten niet uit. Het gaat erom dat ze hebben genoten van de ongekende hoeveelheid inzet en beleving. Dat ze op zondag of maandagochtend uren kunnen napraten over hun geliefde club. Want NEC blijft voor altijd NEC en daar kan geen boek, poëzie, gedicht of in sterkere zin een zak geld tegenop.