Jordy Bruijn brak vrijdagavond de ban voor NEC door vlak na rust te scoren tegen Jong FC Utrecht. De clubtopscorer rondde op fraaie wijze af na een fantastische dieptepass van invaller Edgar Barreto. Na de rode kaart voor Rens van Eijden werd het nog spannend, maar Elayis Tavsan besliste het duel (0-2).

“Als je met 1-0 voorstaat en met tien man komt te staan is dat niet de beste marge, maar ik had niet het gevoel dat de gelijkmaker nog ging vallen”, sprak Bruijn na de wedstrijd tegen ForzaNEC. “Je weet nooit hoe het gaat lopen, dus de 2-0 was wel een opluchting.”

Barreto stond pas net in het veld toen hij Bruijn bediende. De Paraguayaan verving Javier Vet. “Ik heb hem zeker bedankt, meermaals zelfs”, vervolgde Bruijn. “Het was een weergaloze pass. Ik weet dat Edgar zulke ballen kan geven, maar ik weet ook hoe je als speler moet lopen als hij de bal op die plek heeft. Als ik op die plek stond, dan was ik zo gaan lopen als ik nu deed. Daarom was het een soort een-tweetje tussen ons. Edgar is een slimme, ervaren speler met een megagoede trap. Ik zou dom zijn als ik daar geen gebruik van zou maken.”

Voor NEC was de goal een welkom steuntje in de rug, want in de eerste helft ging lang niet alles goed. Trainer Rogier Meijer schreeuwde af en toe de longen uit zijn lijf vanaf de zijlijn. “De trainer was niet helemaal tevreden. Dat was enigszins terecht. Utrecht zat kort op de bal in de opbouw. Dan hadden wij een ondertal. Het leverde ons wel op dat we een overtal hadden in de laatste linie, waardoor zij amper gevaar konden stichten. Ze hebben ook nauwelijks kansen gehad. Dat deden we goed en daar begint het mee.”

“In de rust zijn we teruggegaan naar het tactiekbord en hebben we nog een keer bekeken hoe we het konden oplossen”, ging de middenvelder verder. “We zijn anders gaan staan. Javier had last van een knietje dat hij aan het begin van de wedstrijd had gekregen en hij kon niet verder, daarom kwam Edgar erin. Hij vulde het geweldig in. We zijn ook anders druk gaan zetten. Het stond beter, al hielp de vroege goal natuurlijk wel.”

Over de rode kaart van Van Eijden liet Bruijn zich nauwelijks uit. “Ik heb het moment niet goed gezien en ik heb Rens nog niet gezien of gesproken, dus ik kan er nu weinig over zeggen. Op het eerste oog vond ik het een beetje kinderachtig, maar goed. We weten wat we het beste kunnen doen als we met tien man komen te staan, dus dat plan hebben we uitgevoerd. De as dichthouden, Edgar een linie naar achteren en het uitspelen. Ook na de rode kaart dacht ik niet dat Jong Utrecht zou gaan scoren.”

Foto: Rob Koppers