NEC heeft met Ruud Brood een trainer binnengehaald die ervaring heeft met promoveren naar de Eredivisie. Met het nieuwe seizoen in aantocht is de doelstelling duidelijk: zo snel mogelijk terug naar het hoogste niveau. De nieuwe coach lijkt er helemaal klaar voor te zijn. “Ik heb er ontzettend veel zin in.”
Meer dan een trainer
Relaxed, alsof hij er al jaren rondloopt, wandelt Ruud Brood door de Goffert. Hij babbelt met het kantoorpersoneel, kent de verhalen van oud-coach Mario Been en oogt fris, vol energie. Aan veel dingen is te zien dat hij er zin in heeft. Brood wil voor de club meer zijn dan alleen een trainer van het eerste elftal. “Daarom is het fijn dat de club met elke afdeling een aparte kennismaking organiseerde. Anders ken je veel mensen die hier werken helemaal niet, maar nu is dat perfect geregeld. Dat maakt iedereen enthousiast. Een club moet zich verder ontwikkelen. Waardoor iedereen weet wat we willen en waar we naartoe willen. Niet alleen binnen de club maar ook buiten de club. Dat geldt dus ook voor de supporters en sponsoren.”
Vol enthousiasme vertelt hij over zijn keuze voor NEC. Voordat NEC aanklopt, had ook promovendus FC Dordrecht namelijk concrete interesse in de diensten van Brood. De trainer wees echter af. “Je moet kijken waar je echt past en waar het juiste gevoel ligt. Ik kijk dan naar de historie, de voorwaarden, de faciliteiten en de potentie die er is. Dat maakt van NEC een grote uitdaging. Bovendien vind ik het fijn dat de supporters erg betrokken zijn met de club. Dat gaf voor mij wel de doorslag om te kiezen voor een club als NEC in plaats van een andere club op een hoger niveau.” Als speler maakte Brood ook de stap van Eredivisie naar de Eerste Divisie, namelijk van Willem II naar NAC Breda in 1990. Met de Bredanaars promoveerde hij in 1993 naar de Eredivisie. “Je moet je ook niet blindstaren op dat podium. Daar wil ik natuurlijk wel heen. Zeker ook met NEC, maar dat bepaalt voor mij niet de keuze om naar een club te gaan.”
Het doel
Over het beleidsplan van NEC is Brood tevreden. “Er staat duidelijk in waar de club heen wil. Ik heb een goed beeld gekregen van de structuur van de club. Je kan het nergens perfect krijgen, maar er zijn een hoop dingen al behoorlijk in gang gezet.” Vooral de technische zaken van de selectie gaan Brood aan. Daarin staat onder meer hoe de club verwacht dat NEC gaat spelen in de Eerste Divisie. “We gaan niet in een afwachtende houding spelen. Vorig jaar zijn ook de beter voetballende teams als FC Dordrecht en Willem ll gepromoveerd. Als je wilt promoveren, vind ik dat je uit moet stralen dat je voor een doel voetbalt. In de Eerste Divisie kan het soms ook aankomen op strijd en opportunisme, daar moeten we klaar voor zijn.”
Geen vriendjes
NEC voegde recent Roy Hendriksen, met wie Brood eerder werkte bij RKC, als assistent-trainer toe aan de technische staf. Brood benadrukt wel dat hij met Hendriksen geen ‘vriendje’ binnenhaalt. “Ik hou er niet van om vriendjes mee te nemen. Ik zeg ook altijd gekscherend tegen Roy: ‘Als ik vrienden had meegenomen, dan had ik iemand gekozen die gezelliger is.’ Ik probeer kwaliteit binnen de club te halen en die kwaliteiten zie ik in Roy, maar natuurlijk ook in Ron en Wilfried. Het moet ook niet te vriendelijk worden, want dan kan het zo zijn dat je niet scherp genoeg blijft. Roy is anders in zijn manier van denken. Dat zorgt voor een betere balans in de technische staf.”
Transferbeleid
In het afgelopen jaar is er door de supporters veel kritiek geweest op het transferbeleid van NEC. Van de 23 spelers kwamen er vijftien uit het buitenland. Ook Brood vond dat te veel. “Ik vind dat een speler uit het buitenland een absolute meerwaarde moet zijn. Alireza Jahanbakhsh is daar een voorbeeld van.” Wekelijks is er een overleg met het technisch hart van de club over het transferbeleid. “Het is niet zo dat we alleen Nederlandse spelers gaan halen. Je kijkt ook naar wat voor type speler er bij je club past. Bij Tom Daemen en Gregor Breinburg zie je na een week al hoe betrokken ze zijn bij de club. Daemen is een echte teamplayer met ervaring en een goede vrije trap. Bij RKC wilde ik hem al halen. Linkspoot Breinburg is dynamisch en speelt elk seizoen dertig wedstrijden op dit niveau. Hij weet wat het is om play-offs te spelen.”
Waarschijnlijk gaat een aantal spelers op korte termijn de ploeg verlaten. Toch blijft Brood daar kalm onder. “Ik heb wel eens vijf weken voorbereiding gehad bij RKC, met een selectie waarvan de supporters niet wisten wat het moest worden. Maar wij wisten op de achtergrond dat het tijd nodig had. De markt komt vaak laat op gang. Toen kreeg ik in de eindfase nog vier basisspelers die achteraf bepalend bleken te zijn. Dat geduld moet je hebben. Het is niet altijd even prettig om in de voorbereiding een wedstrijd te spelen terwijl je weet dat een bepaalde positie nog niet bezet is. Daar moet je mee om kunnen gaan, ook als trainer.” De verwachting is dat er nog spelers bij gaan komen. “Vooral in aanvallend opzicht, want we hebben nu geen echte spits. Het is niet zo dat er eerst een speler moet vertrekken voordat we een nieuwe kunnen aantrekken. Maar een speler moet ook echt bij onze club willen spelen. Een voordeel daarvan is dat we bij een mooie club zitten, daardoor worden hij sneller overgehaald.”
Jeugd
Brood staat ook bekend als een trainer die de jeugd een kans geeft. Zijn laatste talent, Guus Hupperts, heeft een transfer van Roda JC naar AZ afgedwongen. Ook Derk Boerrigter kwam bij RKC onder leiding van Brood in het eerste aan spelen toe. Bij NEC spelen nu ook een aantal jeugdspelers mee in de voorbereiding. “Ik hou wel van jeugd. We moeten terug in onze begroting dus dan ga je sneller naar je jeugd kijken. Het is onze taak om te kijken wanneer deze spelers klaar zijn voor de stap. Ik zal regelmatig bij de academie gaan kijken. De clubleiding gaat nog afspraken maken met FC Oss over de indeling van de beloften. Tijdens de voorbereiding kunnen we gaan testen of sommigen het niveau in zich hebben waar wij naar streven. Het zou zonde zijn om de jeugd niet te gebruiken.”      
Promoveren
Al sinds de degradatie wordt er maar over één ding gesproken in het Goffertstadion: promoveren. Brood schat die kans hoog in. “Anders zou ik hier niet zitten. Ik ben hierheen gegaan omdat ik geloof in de visie van de club. Het kampioenschap wordt vaak in de laatste acht wedstrijden beslist. Als we in de winterstop in de middenmoot staan, kun je panikeren en een hoop spelers gaan halen, maar dat werkt vaak niet. Dan moet je rustig blijven. Doordat we teruggaan in de begroting moeten we een nieuwe ploeg opbouwen. De competitie wordt pas aan het einde beslist. Daar heb je ook een beetje geluk bij nodig. Ik denk dat de kwaliteit van de spelers die je hebt uiteindelijk de doorslag geeft. Wij moeten ervoor zorgen dat we er klaar voor zijn. Het doel is vechten om terug te komen en daar heb ik ontzettend veel zin in.”