Adrie Bogers heeft veel zin in het nieuwe seizoen bij NEC. De assistent-trainer werd afgelopen vrijdag gepresenteerd en leidde maandag al de eerste training bij de Nijmegenaren. Aangezien er nog geen hoofdtrainer is, nam Bogers de leiding met Patrick Pothuizen en Wilfried Brookhuis als secondanten.
Lees ook: Jansen herstelt nog: "Ik krijg de tijd van NEC"
"Zo ben ik altijd, dus wat dat betreft is het niet anders dan normaal", zei Bogers na afloop tegen ForzaNEC.nl. "We doen het nu even met zijn allen en we wachten rustig af tot de nieuwe hoofdtrainer gepresenteerd wordt. Dan kan hij het overnemen. Dit is voor mij de eerste keer dat er nog geen hoofdtrainer is. Ik heb het weleens overgenomen nadat er iemand werd ontslagen, maar dit nog nooit."
Bogers is erg blij dat hij bij NEC aan de slag mag. "Ik heb veel zin in de uitdaging bij de club. Ik heb met Remco Oversier een aantal gesprekken gehad. Dat sprak me enorm aan. Zijn idee over voetbal en hoe hij dat wil bereiken, plus dat NEC gewoon een fantastisch mooie club is om te mogen werken. Nu meteen het veld op, dat is lekker. Met die gasten aan de slag gaan, dat is je ding."
Lees ook: Ontspannen sfeer bij eerste training NEC
Selectie
Gezien de roerige transferweken die nog gaan komen, weet Bogers nog niet met welke spelers hij komend seizoen werkt. "Het is nu nog lastig te zeggen. De selectie is een beetje uit balans. Er zijn heel veel aanvallers en eigenlijk maar weinig verdedigers. Dat is nu eenmaal zo. De komende weken zal dat duidelijker worden en kunnen we gerichter trainen. Vandaag was het anderhalf uur, maar dat is prima om mee te beginnen. Er komen nog heel veel weken."
Als afsluiting heeft Bogers een boodschap aan de supporters: "Ik ken NEC als een club waar de supporters zich altijd behoorlijk roeren, zowel positief als negatief. Ik hoop dat ze aankomend seizoen zich weer positief laten gelden. Ik zag dat er al veel seizoenkaarten waren verkocht, dus het zal echt niet aan hen leggen. Wij moeten het laten zien en proberen om zo goed mogelijk voor de dag te komen."
Foto: David van Haren